10 JULI 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de deeltijdse commissarissen van de Regering en de commissarissen voor de rekeningen bij de openbare instellingen die onder de Franse Gemeenschap ressorteren. (Vertaling). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-08-2003 en tekstbijwerking tot 10-03-2022)
HOOFDSTUK I. - De vergoeding van de commissarissen van de Regering die deeltijds aangesteld zijn.
Art. 1
HOOFDSTUK II. [1 - De actiemiddelen en de vergoedingen toegekend aan de commissarissen voor de rekeningen.]1
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Slotbepaling.
Art. 5
HOOFDSTUK I. - De vergoeding van de commissarissen van de Regering die deeltijds aangesteld zijn.
Artikel 1. § 1. Per betrokken openbare instelling, wordt er aan de commissaris van de Regering die deeltijds aangesteld is, bedoeld bij artikel 30 van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren, een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 4 350 Euro voor het geheel van zijn prestaties uitgekeerd.
Deze vergoeding wordt maandelijks uitgekeerd op vervallen termijn en ten belope van 1/12e van het overeenstemmende bedrag bedoeld bij lid 1.
Wanneer de vergoeding niet verschuldigd is voor een volledige maand, wordt ze uitgekeerd, prorata temporis, naar rata van 1/30ste van het maandelijkse bedrag per gepresteerde dag.
§ 2. Het bedrag van de vergoeding bedoeld bij paragraaf 1 wordt geïndexeerd overeenkomstig de regels bepaald bij de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982, en wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.
§ 3. De commissaris van de Regering die deeltijds aangesteld is, geniet reiskosten volgens de cijfers en de voorwaarden bepaald voor het personeel van het ministerie van rang 16.
HOOFDSTUK II. [1 - De actiemiddelen en de vergoedingen toegekend aan de commissarissen voor de rekeningen.]1
----------
(1)
Art.2.[1 De bezoldiging van de commissarissen voor de rekeningen bedoeld in artikel 45 van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren die verschuldigd is voor het geheel van de prestaties met betrekking tot de opdrachten bedoeld in de artikelen 48 tot 51 van hetzelfde decreet, wordt bepaald volgens de nadere regels opgenomen in de artikelen 3 en 4 en wordt door elke instelling ten laste genomen.]1
----------
(1)<BFG 2022-01-19/12, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 10-03-2022>
Art.3.[1 De bezoldiging van de leden van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren wordt bepaald met inachtneming van de revisienormen vastgesteld door het Instituut voor Bedrijfsrevisoren na een overheidsopdracht.]1
----------
(1)<BFG 2022-01-19/12, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 10-03-2022>
Art.4. [1 De jaarlijkse bezoldiging van de leden van het Rekenhof houdt rekening met het belang van de revisiewerken krachten de auditnormen en wordt vastgesteld in euro voor elke instelling als volgt :
- de " Radio Télévision belge de la Communauté française, RTBF " : 17.500 ;
- de " Office de la naissance et de l'enfance, ONE " : 17.500 ;
- het " Fonds Ecureuil " : 5.000 ;
- het " Institut de la formation en cours de carrière, IFC " : 2.500 ;
- de " Académie de recherche et d'enseignement supérieur, ARES " : 8.500 ;
- Wallonie Bruxelles Enseignement, WBE : 8.500.
Deze forfaitaire bedragen dekken het geheel van de kosten, met inbegrip van de verblijfskosten, de vervoerkosten, de vertegenwoordigingskosten en de andere werkingsmiddelen gemaakt voor de uitoefening van de opdracht.
Deze basisbedragen worden elk jaar geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex, zoals bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen volgens de volgende formule : basisbedrag X nieuwe index/ basisindex, de basisindex is de basisindex die van kracht is op 1 januari van het jaar van inwerkingtreding van de basisbedragen en de nieuwe index is de index van 1 januari van het jaar waarin de indexatie van de bedragen plaatsvindt.]1
----------
(1)<BFG 2022-01-19/12, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 10-03-2022>
HOOFDSTUK III. - Slotbepaling.
Art. 5. De Minister van Ambtenarenzaken, de Minister van Begroting en de Toezichthoudende Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.