11 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 oktober 1999 tot uitvoering van artikel 51, § 4, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, houdende bepaling wat onder beduidende overschrijding of risico op beduidende overschrijding van de partiële begrotingsdoelstelling moet worden verstaan.
Art. 1-2
Artikel 1. Artikel 9 van het koninklijk besluit van 5 oktober 1999 tot uitvoering van artikel 51, § 4 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, houdende bepaling wat onder beduidende overschrijding of risico op beduidende overschrijding van de partiële begrotingsdoelstelling moet worden verstaan, wordt aangevuld met het volgende lid :
" Voor de toepassing van dit besluit met betrekking tot de uitgaven van 2003 vervalt het risico op beduidende overschrijding indien er geen risico op beduidende overschrijding vastgesteld wordt op aangepaste partiële jaarlijkse begrotingsdoelstellingen; deze aangepaste partiële jaarlijkse begrotingsdoelstellingen worden bekomen door de partiële jaarlijkse begrotingsdoelstellingen te verhogen met hun aandeel in een globaal bedrag van maximaal euro 170 miljoen; dit aandeel wordt berekend, rekening houdend met het verschil tussen de werkelijke uitgaven voor 2002 en de nieuwe budgettaire voorafbeelding voor 2002, bedoeld in artikel 6 verminderd met het aandeel in het globaal bedrag van maximaal euro 170 miljoen; dit aandeel wordt vastgelegd door de Algemene raad, na advies van het Verzekeringscomité en van de Commissie voor begrotingscontrole.
Art. 2. Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE.