Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

15 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 maart 1999 houdende bepaling van productnormen voor verpakkingen.



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1999022258 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 25 maart 1999 houdende bepaling van productnormen voor verpakkingen wordt § 5 opgeheven en vervangen door navolgende bepalingen :
  " § 5. De fabrikant van kunststofkratten en -paletten en de verpakker/vuller en/of een door hen aangestelde gevolmachtigde die kunststofkratten en -paletten op de markt brengen als bedoeld in § 1, moet een methode voor de controle van de wettelijke en financiële verplichtingen invoeren waarmee kan worden aangetoond dat aan de eisen van § 2 tot § 4, is voldaan en dat :
  a) de retourpercentages, dat wil zeggen de percentages van de herbruikbare eenheden die na gebruik niet uit de kringloop verdwijnen, maar naar de verpakker/vuller of een gevolmachtigde daarvan terugkeren, worden gehaald; deze retourpercentages moeten zo hoog mogelijk zijn, en mogen in geen geval lager zijn dan 90 % over de levensduur van de kunststofkratten of -paletten; in dit systeem wordt rekening gehouden met alle herbruikbare eenheden die in de kringloop worden opgenomen of eruit verdwijnen;
  b) alle geretourneerde eenheden die niet langer voor hergebruik in aanmerking komen, worden hetzij verwijderd overeenkomstig de gewestelijke wetgeving, hetzij gerecycleerd via een recyclingproces waarin het gerecycleerde materiaal bestaat uit kunststofkratten of -paletten uit de kringloop en waarin slechts zoveel extern materiaal wordt toegevoegd als technisch noodzakelijk is, met een maximum van 20 gewichtsprocent.
  § 6. De fabrikant van kunststofkratten en -paletten en de verpakker/vuller en/of een door hen aangestelde gevolmachtigde dient bij het Directoraat-generaal Bescherming Volksgezondheid : Leefmilieu een document in waarin de in § 5 bedoelde methode op gedetailleerde wijze wordt beschreven en waarin tevens wordt aangegeven op welke wijze nieuwe kunststofkratten en -paletten worden gemerkt.
  Dit document moet zijn ingediend uiterlijk de eerste dag van de zesde maand volgend op de inwerkingtreding van deze bepaling voor kratten en paletten die op de markt zijn gebracht voor de inwerkingtreding van deze bepaling.
  Voor kratten en paletten die op de markt worden gebracht na inwerkingtreding van deze bepaling moet dit document zijn ingediend uiterlijk de eerste dag volgend op het op de markt brengen van deze kratten en paletten.
  § 7. De fabrikant van kunststofkratten en -paletten en de verpakker/vuller en/of een door hen aangestelde gevolmachtigde stelt jaarlijks een schriftelijke verklaring van overeenstemming op, alsmede een jaarverslag waarin wordt aangetoond hoe aan de voorwaarden van dit artikel wordt voldaan.
  Eventuele wijzigingen van het systeem of van de gevolmachtigden worden hierin vermeld.
  § 8. De schriftelijke verklaring en het jaarverslag moeten worden geverifieerd door een bedrijfsrevisor, ingeschreven op de ledenlijst van het Instituut der Bedrijfsrevisoren (IBR), opgericht overeenkomstig de wet van 22 juli 1953 of een externe accountant, zoals bepaald in de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen en ingeschreven op de externe ledenlijst van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB). Indien aan alle wettelijke bepalingen is voldaan valideert hij de schriftelijke verklaring en het jaarverslag. In het tegenovergestelde geval vermeldt hij in zijn verslag de vastgestelde tekortkomingen.
  § 9. De fabrikant van kunststofkratten en -paletten en de verpakker/vuller en/of een door hen aangestelde gevolmachtigde houdt de in § 7 bedoelde documentatie ten minste vier jaar ter beschikking van de met het toezicht belaste ambtenaren voor inspectiedoeleinden.
  Wanneer noch de fabrikant van kunststofkratten en -paletten en de verpakker/vuller, noch een door hen aangestelde gevolmachtigde in de Europese Economische Ruimte is gevestigd, berust de verplichting de in § 7 bedoelde documentatie ter beschikking te houden bij de persoon die het product in de Europese Economische Ruimte in de handel brengt.
  § 10. Dit artikel is van toepassing tot en met 7 februari 2009. De Minister tot wiens bevoegdheid het leefmilieu behoort kan deze termijn verlengen indien op Europees vlak tot een verlenging van de betrokken regeling wordt besloten. "

Art.2. In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 3bis ingevoegd dat luidt als volgt :
  " Art. 3bis. § 1. In glazen verpakkingen mag de grenswaarde van 100 mg/kg bepaald in artikel 1 worden overschreden zonder evenwel de grenswaarde van 250 mg/kg te overschrijden mits deze verpakkingen voldoen aan alle voorwaarden bepaald in § 2 en § 3.
  § 2. Lood, cadmium, kwik en zeswaardig chroom mogen tijdens het fabricageproces niet opzettelijk worden toegevoegd.
  Onder opzettelijk toevoegen wordt verstaan het doelbewust gebruik bij de formulering van een verpakking of een verpakkingscomponent, waarbij de blijvende aanwezigheid in de uiteindelijke verpakking of verpakkingscomponent gewenst is om een specifieke eigenschap, verschijningsvorm of kwaliteit te geven. Het gebruik van gerecycleerde verpakkingsmaterialen als grondstof voor de vervaardiging van nieuwe verpakkingsmaterialen, waarbij een gedeelte van de gerecycleerde verpakkingsmaterialen bepaalde hoeveelheden van voormelde metalen kan bevatten, wordt niet als een opzettelijke toevoeging beschouwd.
  Het verpakkingsmateriaal mag de concentratiegrenswaarden uitsluitend als gevolg van de toevoeging van gerecycleerde verpakkingsmaterialen overschrijden.
  § 3. Wanneer de gemiddelde concentratie van zware metalen bij twaalf opeenvolgende maandelijkse controles, door de fabrikant of zijn gevolmachtigde uitgevoerd bij de productie van elke individuele glasoven die representatief is voor de normale en geregelde productieactiviteit, hoger ligt dan de grenswaarde van 200 mg/kg, dient de fabrikant of zijn gevolmachtigde vertegenwoordiger een verslag in bij het Directoraat-generaal Bescherming Volksgezondheid : Leefmilieu. In dit verslag wordt opgenomen :
  a) de gemeten waarden;
  b) een beschrijving van de gebruikte meetmethoden;
  c) de vermoedelijke bronnen van de te hoge concentraties van de zware metalen;
  d) een gedetailleerde beschrijving van de maatregelen die zijn genomen om de concentratie van de zware metalen te doen afnemen.
  Wanneer noch de fabrikant, noch zijn gevolmachtigde vertegenwoordiger in de Europese Economische Ruimte is gevestigd, berust de verplichting om een verslag in te dienen bij de persoon die het product in de Europese Economische Ruimte in de handel brengt.
  De meetresultaten van productielocaties en de gebruikte meetmethoden worden te allen tijde ter beschikking gehouden van de met het toezicht belaste ambtenaren.
  § 4. Dit artikel is van toepassing tot en met 30 juni 2006. De Minister tot wiens bevoegdheid het leefmilieu behoort kan deze termijn verlengen indien op Europees vlak tot een verlenging van de betrokken regeling wordt besloten. "

Art.3. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4. Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 15 mei 2003.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
  J. TAVERNIER.