Details





Titel:

27 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor de jaren 2001 en volgende van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de mededeling van de gegevens inzake de te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering moeten meedelen.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Onder de gegevens wordt bedoeld, de gegevens inzake het voorschrift en de facturatie overgemaakt aan de verzekeringsinstellingen door de tariferingsdiensten, zoals bedoeld in de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de gegevens inzake te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan de verzekeringsinstellingen moeten overmaken.

Art.2. § 1. Als deelname van de verzekering in de kosten, verbonden aan het overmaken van de gegevens, en als kostenvergoeding voor de tariferingsdiensten, worden de netto gefactureerde bedragen betreffende de farmaceutische verstrekkingen verhoogd met een bedrag dat daartoe jaarlijks door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging wordt vastgelegd, op voorstel van de Overeenkomstencommissie Apothekers-Verzekeringsinstellingen.
  Elke tariferingsdienst rekent maandelijks één twaalfde aan van zijn aandeel van dit jaarlijks bedrag.
  Dit aandeel van het jaarlijks bedrag, van het jaar J, wordt bepaald door de verdeling van het jaarlijks bedrag, bedoeld in het eerste lid, prorata het aandeel van de tariferingsdienst in de totaal netto gefactureerde bedragen betreffende farmaceutische verstrekkingen voor het jaar J - 2.
  De verdeling van het jaarlijks bedrag over de verschillende verzekeringsinstellingen gebeurt eveneens pro rata hun aandeel in de totaal netto gefactureerde bedragen betreffende farmaceutische verstrekkingen voor het jaar J - 2.
  § 2. Voornoemde bedragen, alsook de belasting op de toegevoegde waarde die van toepassing is, zijn ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Zij worden toegeschreven aan de administratiekosten van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
  De tariferingsdiensten rekenen de bedragen aan overeenkomstig de tariferingsonderrichtingen inzake farmaceutische verstrekkingen aan niet-opgenomen rechthebbenden en de instructies betreffende de gegevensinzameling van de farmaceutische vestrekkingen, zoals bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de gegevens inzake te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan de verzekeringsinstellingen moeten overmaken.
  De Dienst voor administratieve controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering evalueert de bedragen die door de tariferingsdiensten in rekening werden gebracht en stelt vast dat de gegevens worden overgemaakt door de tariferingsdiensten aan de verzekeringsinstellingen, overeenkomstig de voornoemde onderrichtingen en instructies.

Art.3. Het jaarlijks bedrag, vastgesteld door het Verzekeringscomité als deelname van de verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van de gegevensoverdracht en als kostenvergoeding voor de tariferingsdiensten, wordt als volgt bepaald en bedraagt maximaal :
  - voor de periode 1 januari 2001 tot 31 december 2001 : euro 3.470.509,35 (BTW niet inbegrepen). In afwijking van de bepaling van artikel 2 wordt dit bedrag verdeeld pro rata het aandeel van de tariferingsdienst in het totaal van de netto gefactureerde bedragen voor farmaceutische verstrekkingen voor het jaar 2000;
  - voor de periode 1 januari 2002 tot 31 december 2002 : euro 2.974.722,30 (BTW niet inbegrepen);
  - voor de volgende jaren euro 2.974.722,30 (BTW niet inbegrepen), geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex, volgens de verhouding index juni van het jaar J-1/index juni J-2.

Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 5. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 27 mei 2003.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken,
  F. VANDENBROUCKE.