3 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-05-2003 en tekstbijwerking tot 02-07-2004).
Art. 1-8
Artikel 1. Artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 augustus 1998, wordt aangevuld als volgt :
" 20° het vaderschaps- of adoptieverlof bij toepassing van artikel 30, § 2 of § 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten of van artikel 25quinquies, § 2 of § 3 van de wet van 1 april 1936 op de arbeidsovereenkomsten wegens dienst op binnenschepen. "
Art.2. Artikel 18 van hetzelfde koninklijk besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juni 1998, wordt aangevuld als volgt :
" 8° bij vaderschaps- of adoptieverloven : de periodes van arbeidsonderbreking bij toepassing van artikel 30, § 2 of § 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten of van artikel 25quinquies, § 2 of § 3 van de wet van 1 april 1936 op de arbeidsovereenkomsten wegens dienst op binnenschepen. "
Art.3. Artikel 20 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld als volgt :
" h) voor de in artikel 16, 20° bedoelde arbeidsonderbrekingen, door het gemeentebestuur. "
Art.4. Artikel 21, § 2, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1979, wordt aangevuld als volgt :
" 8° vaderschaps- of adoptieverloven bedoeld bij artikel 16, 20°; ".
Art.5. Artikel 41 van hetzelfde koninklijk besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juni 1998, wordt aangevuld als volg :
" 18° het vaderschaps- of adoptieverlof bij toepassing van artikel 30, § 2 of § 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten of van artikel 25quinquies, § 2 of § 3 van de wet van 1 april 1936 op de arbeidsovereenkomsten wegens dienst op binnenschepen. ".
Art.6. Artikel 43 van hetzelfde koninklijk besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juni 1998, wordt aangevuld als volg :
" 7° bij vaderschaps- of adoptieverloven : de periodes van arbeidsonderbreking bij toepassing van artikel 30, § 2 of § 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten of van artikel 25quinquies, § 2 of § 3 van de wet van 1 april 1936 op de arbeidsovereenkomsten wegens dienst op binnenschepen. "
Art.7. <KB 2004-06-22/31, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2002> Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2002 en treedt buiten werking op 31 december 2002.in werking met ingang van 1 juli 2002.
Art. 8. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 april 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE.