9 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 2, A, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 december 1991, 5 maart 1992, 2 september 1992, 7 augustus 1995, 28 september 1995, 29 april 1999, 29 mei 2000, 10 juni 2001, 10 juli 2001 en 16 juli 2002, worden de omschrijving van de verstrekking 102771 en de vier toepassingsregels die op deze verstrekking volgen door de volgende bepalingen vervangen :
" 102771 -
Bijkomend honorarium voor het beheer van het globaal medisch dossier van de patiënt op uitdrukkelijk verzoek van de verzekerde, eenmaal per kalenderjaar en per patiënt aan te rekenen door de erkende huisarts :
- Voor alle patiënten als bijkomend honorarium bij de verstrekkingen 101032 en 101076.
- Voor patiënten vanaf 75 jaar of patiënten die in het lopende of voorgaande kalenderjaar aan de voorwaarden voldoen zoals bepaald in artikel 2, 2), van het koninklijk besluit van 2 juni 1998 tot uitvoering van artikel 37, § 16bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, als bijkomend honorarium bij de verstrekkingen 101032, 101076, 103132, 103412, 103434, 103515, 103530, 103552, 103913, 103935 en 103950... N 8,415
Het globaal medisch dossier omvat de socio-administratieve gegevens van de patiënt, zijn antecedenten, een lijst van problemen, verslagen van geneesheren-specialisten en andere zorgverstrekkers, en de chronische behandeling. Persoonlijke notities van de arts maken geen deel uit van het globaal medisch dossier.
Het beheer van het globaal medisch dossier behelst onder andere de opmaak en regelmatige oppuntstelling ervan.
Het uitdrukkelijk verzoek van de verzekerde om zijn globaal medisch dossier te beheren dient zich in het dossier te bevinden. Indien de patiënt niet in staat is om zelf dit uitdrukkelijk verzoek te kennen te geven, dient de identificatie van het familielid of nabestaande die dit verzoek in de plaats van de patiënt uit, in het dossier vermeld te zijn.
De dossierhoudend erkende huisarts verbindt er zich toe om, mits goedkeuring van de patiënt, zowel bij verwijzing als op eenvoudige vraag van de behandelende geneesheer-specialist, alle relevante gegevens uit het globaal medisch dossier aan deze laatste over te maken. "
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2002.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 maart 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE.