8 DECEMBER 2003. - Wet houdende opheffing van het verval van sommige wetsontwerpen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 1-3
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art.2. Krachtens artikel 2, tweede lid, van de wet van 5 mei 1999 betreffende de gevolgen van de ontbinding van de Wetgevende Kamers ten aanzien van de aanhangige wetsontwerpen en wetsvoorstellen, blijven bij de Kamers de hieronder opgesomde ontwerpen van wet aanhangig :
- wetsontwerp betreffende het recht van minderjarigen op toegang tot de rechter (ontwerp overgezonden door de Senaat op 19 juli 2002 - Kamer, DOC 50 1975/001);
- wetsontwerp tot instelling van advocaten voor minderjarigen (ontwerp overgezonden door de Senaat op 19 juli 2002 - Kamer, DOC 50 1976/001);
- ontwerp van bijzondere wet tot uitvoering en aanvulling van de bijzondere wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te dienen (ontwerp overgezonden door de Senaat op 14 februari 2003 - Kamer, DOC 50 2304/001);
- wetsontwerp tot uitvoering en aanvulling van de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te dienen (ontwerp overgezonden door de Senaat op 14 februari 2003 - Kamer, DOC 50 2305/001);
- wetsontwerp tot invoeging van een artikel 17bis in de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten (ontwerp overgezonden door de Kamer op 4 april 2003 - Senaat, stuk nr. 2-1595/1);
- wetsontwerp tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet (ontwerp overgezonden door de Kamer op 4 april 2003 - Senaat, stuk nr. 2-1593/1).
Art. 3. Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 8 december 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
G. VERHOFSTADT
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX