27 NOVEMBER 2003. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
Art. 1-7
Artikel 1. Het tweede lid van artikel 4.1. van het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald, wordt vervangen als volgt : " Het vaste groene licht brandt minimaal gedurende een periode die de voetganger in staat stelt over te steken met een snelheid van 1,20 m/s. ";
- In het vijfde lid wordt het getal " 1,50 " vervangen door het getal " 1,20 ".
Art.2. Artikel 6.7.1.1° wordt aangevuld met de volgende bepaling :
- in tweede lid, worden de woorden " en 70 km per uur " worden geschrapt;
- een derde lid wordt ingevoegd, luidend als volgt : " 70 km per uur voorzover deze zone zich buiten een bebouwde kom bevindt, afgebakend door de verkeersborden F1 en F3. "
Art.3. In artikel 9.9. van dezelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 december 1991, 9 oktober 1998 en 14 mei 2002, wordt een 5° ingevoegd, luidend als volgt :
" 5° Wanneer het verkeersbord C43 met de vermelding 30 (km) bij het bord F1 is gevoegd :
- mag de bebouwde kom geen openbare wegen omvatten die voorrangswegen zijn doordat er borden B9 geplaatst zijn;
- moet binnen deze bebouwde kom de snelheid teruggebracht worden tot 30 km per uur door maatregelen inzake organisatie van het verkeer of het parkeren, infrastructuur of door andere aanpassingen in het straatbeeld of door een combinatie van deze maatregelen ".
Art.4. In artikel 10 van dezelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijk besluit van 20 juli 1990, 11 maart 1991 en 11 maart 1997, wordt een 10.6. ingevoegd, luidend als volgt :
" 10.6. Verkeersbord D10. Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers en fietsers.
Dit verkeersbord wordt gebruikt wanneer geen gebruikt kan worden gemaakt van het verkeersbord D9 :
- wanneer de ruimte te gering is om het verkeer van fietsers en voetgangers te scheiden en de veiligheid van de fietsers aldus beter gewaarborgd is over korte wegvakken of openbare wegen, wanneer er veel verkeer op de rijbaan is en de toegestane maximumsnelheid ten minste 50 km per uur is;
- wanneer het nodig is de voetgangers en de fietsers te verplichten wegen of weggedeelten te volgen die veiliger zijn, zonder dat het mogelijk of nodig is het deel van de weg dat voor hen is voorbehouden, te onderscheiden. "
Art.5. In artikel 12.1 van hetzelfde besluit, worden de woorden " of 0,60 m x 0,90 m " ingevoegd na de woorden " 0,90 m x 0,60 m ".
Art.6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 12.25bis ingevoegd, luidend als volgt :
" 12.25bis - Verkeersborden F99c en F101c. Weg voorbehouden voor het verkeer van landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters.
1° Deze borden hebben een zijde van ten minste 0,40 m.
2° Zij mogen door geen enkel onderbord worden aangevuld.
3° Zij mogen niet gebruikt worden voor de bebakening van een voetgangerszone. "
Art. 7. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.
Brussel, 27 november 2003.
B. ANCIAUX