16 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3ter van de Arbeidswet van 16 maart 1971. (NOTA : vernietigd bij het arrest nr 127.914 van de Raad van State van 09-02-2004, zie B.St. van 24-03-2004, p. 16780).
Art. 1-6
Artikel 1. Dit koninklijk besluit is van toepassing op de artsen, veeartsen, tandartsen, geneesheren-specialisten in opleiding en op de studenten stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van de beroepen van arts, veearts en tandarts en op hun werkgevers.
Art.2. De bepalingen van hoofdstuk III, afdeling 2 van de Arbeidswet van 16 maart 1971 zijn van toepassing op de werknemers bedoeld in artikel 1 onder de voorwaarden vastgesteld in dit besluit.
Art.3. Voor de in artikel 1 bedoelde werknemers kunnen de door artikel 19, eerste lid van de wet van 16 maart 1971 vastgestelde grenzen overschreden worden op voorwaarde dat tijdens een referentieperiode van maximum acht weken er niet meer dan gemiddeld 48 uren per week wordt gewerkt.
Art.4. De inhaalrustdagen vastgesteld door de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, evenals door of krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst, en de periodes van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst vastgesteld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten tellen mee als arbeidstijd voor de berekening van de tijdens de referentieperiode te respecteren gemiddelde duur.
Art.5. De artikelen 26bis en 29 van de wet van 16 maart 1971 zijn niet van toepassing op de werknemers bedoeld in artikel 1.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2003.
Gegeven te Brussel, 16 juni 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX.