Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

7 APRIL 2003. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het lastenboek voor een sociaal verantwoorde productie.



Inhoudstafel:


Art. 1-2
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Het lastenboek, opgesteld door het Comité voor een sociaal verantwoorde productie in haar vergadering van 6 januari 2003, in bijlage bij onderhavig besluit wordt goedgekeurd.

Art.2. Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 4 april 2003 tot uitvoering van sommige bepalingen van de wet van 27 februari 2002 ter bevordering van sociaal verantwoorde productie.
  Brussel, 7 april 2003.
  Ch. PICQUE

BIJLAGE.
Art. N. SOCIAAL LABEL : HET LASTENBOEK.
  1. PROCEDURE.
  De procedure omschrijft het systeem dat leidt tot de toekenning en de handhaving van het label voor een bepaald product. Zij omschrijft op chronologische wijze de directe relatie tussen het comité en de verschillende actoren welke rechtstreeks met de toekenning van het label te maken hebben. Deze actoren zijn de onderneming zelf, de controle-instelling en de bevoegde overheid (minister van economische zaken).
  De procedure omschrijft echter niet :
  De relatie tussen de controle-instelling en de accreditatie-instelling daar deze niet rechtstreeks betrokken is bij de toekenning van het label.
  De relatie tussen de controle-instelling en de onderneming daar het comité deze relatie op geen enkele manier beïnvloedt.
  Verloop van de procedure
  1. De onderneming richt een preliminaire aanvraag aan de minister en aan het comité bestaande uit volgende elementen :
  - De naam, vestigingsplaats en juridische entiteit van de onderneming;
  - De naam en beschrijving van het product (merk, model);
  - Een niet-gedetailleerde maar wel volledige omschrijving van de productieketen en het proces van toelevering (grondstoffen, onderdelen) met aanduiding van onderaannemers en toeleveranciers;
  - De notulen van de vergadering tijdens dewelke de instanties van sociale dialoog (bijvoorbeeld de ondernemingsraad) geïnformeerd werden over het voornemen van de onderneming om de aanvraag tot toekenning van het label in te dienen;
  - De reeds bekomen sociale en ethische labels voor het product en andere producten;
  - Andere reeds bekomen certificaten.
  2. Het comité beoordeelt de preliminaire aanvraag en verklaart de aanvraag al dan niet ontvankelijk. Hierbij houdt het comité rekening met de volledigheid van de ontvangen gegevens. Het comité bepaalt tevens welk deel van de productieketen minstens dient te worden nagekeken.
  3. Indien de aanvraag ontvankelijk verklaard werd, bezorgt het comité de ontvankelijkheidsverklaring van het dossier aan de onderneming. Anderzijds zal de onderneming op de web site www.sociaal-label.be het volgende vinden :
  - Een geactualiseerde lijst van erkende geaccrediteerde sociale auditinstellingen (voortaan controle-instellingen genaamd)
  - Specifieke regels en richtlijnen in verband met de uitvoering van de controle.(Zie punt 3 van het lastenboek).
  4. De onderneming maakt een keuze uit de lijst van erkende geaccrediteerde sociale auditinstellingen.(controle-instellingen)
  5. De onderneming richt een definitieve aanvraag aan de controle-instelling met kopij aan het comité. Deze aanvraag bevat volgende elementen :
  - Gedetailleerde gegevens (1) :
  ( (1) Minimale lijst. )
  - Een gedetailleerde omschrijving van het product en het productieproces, inclusief eventuele onderdelen.- Een lijst van de onderaannemers en toeleveranciers welke betrokken zijn bij de productie met een gedetailleerde omschrijving van hun deelname in het productieproces.- Een beschrijving van de gerelateerde wetgeving van het (de) betreffende land(en) waarin de productie plaatsvindt.- Een beschrijving van het beheersysteem dat door de onderneming wordt opgezet om de wettelijke criteria (IAO-criteria) te waarborgen in al haar vestigingen, inclusief leveranciers en onderaannemers (overeenkomsten en akkoorden met onderaannemers, maatregelen om de sociale productievoorwaarden te verbeteren).- Een ondertekende verklaring dat alle werknemers(vertegenwoordigers) en alle ondernemingen die betrokken zijn bij de productie van het product waarvoor het label werd aangevraagd op de hoogte gebracht zijn en zullen gehouden worden van de aanvraag en eventuele toekenning van het label.- Een ondertekende verklaring van onderaannemers en toeleveranciers dat zij de fundamentele IAO-conventies respecteren binnen het bedrijf en dat zij de werknemers op de hoogte brengen van het bestaan van het label en de klachtenprocedure.
  - Een kopij van de ontvankelijkheidsverklaring van het dossier, uitgereikt door het comité.
  - De specifieke richtlijnen en regels van het comité in verband met de controle.
  6. De controle-instelling aanvaardt al dan niet de opdracht en deelt haar beslissing mee aan de onderneming en aan het comité. Indien zij de opdracht aanvaardt, bepaalt zij ook een tijdslimiet voor de uitvoering. De controle-instelling kan screeningsactiviteiten of bepaalde controleactiviteiten laten uitvoeren in onderaanneming.
  7. Na de controleaudit maakt de controle-instelling een voorlopig verslag met de eventueel vastgestelde nonconformiteiten over aan de onderneming met een kopij aan het comité. De verslagen van de gevoerde enquêtes en werfbezoeken worden in bijlage aan het voorlopig verslag toegevoegd.
  8. Alvorens de controle-instelling overgaat tot de formulering van een definitief verslag dient de onderneming volgende gegevens over te maken aan de controle-instelling :
  - Een eventuele beslissing om de verdere afhandeling van het aanvraagdossier op te schorten of stop te zetten.
  - Een beschrijving van de correctieve maatregelen welke direct kunnen genomen worden door de onderneming om aan bepaalde nonconformiteiten tegemoet te komen.
  - Een plan van aanpak voor de invoer van correctieve maatregelen welke tegemoet komen aan ernstige nonconformiteiten en veelal belangrijke structurele wijzigingen inhouden van het productiesysteem.
  9. De controle-instelling maakt het definitieve verslag over aan de onderneming en aan het comité. In verband met de eventuele nonconformiteiten ontvangt het comité tevens een beoordeling van de reeds genomen correctieve maatregelen en /of een beoordeling van het plan van aanpak voor de nog te nemen correctieve maatregelen.
  10. Na analyse van het verslag van de controle-instelling geeft het comité al dan niet een gunstig advies aan de minister.
  Indien het definitieve verslag nog ernstige nonconformiteiten aantoont, beslist het comité dat een nieuwe controle kan worden uitgevoerd nadat de onderneming alle nodige correctieve maatregelen genomen heeft volgens het voorgelegde plan van aanpak.
  De minister kent het label toe overeenkomstig het positieve advies van het comité.
  De controles betreffende toezicht (tussentijdse controles), verlenging en/of uitbreiding van de aanvraag, verlopen volgens dezelfde procedure (punten 1.7 tot 1.11). Bij vaststelling van ernstige nonconformiteiten ingevolge tussentijdse controles, geeft het comité aan de minister een advies om het label in te trekken.
  2. VERBINTENISSEN.
  Opdat de procedure of het systeem werkt, dienen al de betrokken partijen zich te houden aan bepaalde regels en dienen zij bepaalde verbintenissen (verplichtingen) na te komen :- De verbintenissen van het comité ten aanzien van de onderneming, de controle-instelling en de bevoegde minister - De verbintenissen van de onderneming en de controle-instelling ten aanzien van het comité.
  1. De onderneming verbindt er zich toe :
  - Juiste en volledige gegevens te verschaffen bij het indienen van het preliminaire aanvraagdossier, overgemaakt aan het comité.
  - Een controle-instelling te kiezen waarmee zij geen belangenrelaties heeft zodat de gekozen instelling onafhankelijkheid kan waarborgen in haar beoordeling.
  - Juiste gedetailleerde gegevens te verschaffen bij het indienen van het definitieve aanvraagdossier, overgemaakt aan het comité en aan de controle-instelling.
  - Het toegekende label enkel te gebruiken onder de bepaalde voorwaarden en volgens de wettelijke voorschriften.
  - Na de toekenning van het label, de controle-instelling en het comité op de hoogte te brengen van alle relevante veranderingen welke zich voordoen binnen het productieproces en binnen de productieketen.
  - Zelf de nodige stappen te zetten in verband met de verlenging van de periode van toekenning van het label;
  - De minister en het comité tijdig op de hoogte te brengen van het besluit dat zij eventueel zou nemen de aanvraagprocedure stop te zetten.
  - Alle onderaannemers en toeleveranciers op de hoogte te brengen van de aanvraag van het label, voorwaarden waaraan voldaan moet worden en het bestaan van de klachtenprocedure.
  2. Het comité verbindt er zich toe :
  - De ingewonnen informatie vertrouwelijk te behandelen.
  - Een geactualiseerde lijst bij te houden van erkende en geaccrediteerde controle-instellingen.
  - Regelmatig de procedure, het ermee gerelateerde lastenboek en de specifieke controleregels en richtlijnen te evalueren en eventueel aan te passen of bij te sturen op basis van klachten of op basis van bijzondere situaties welke zich voordoen.
  3. De controle-instelling verbindt er zich toe :
  - Het comité op de hoogte te brengen indien haar bevoegdheid om controles uit te voeren overeenkomstig de gestelde norm, werd ingetrokken door de accreditatie-instelling.
  - Naast de sociale controleopdracht geen adviesopdracht voor de onderneming te vervullen, welke de onafhankelijkheid ten aanzien van deze onderneming in het gedrang zou brengen of kunnen brengen.
  - De opdracht uitsluitend te aanvaarden indien zij geen belangenrelaties heeft met de aanvragende onderneming om als dusdanig objectiviteit te kunnen waarborgen in de beoordeling. Dit geldt ook voor haar lokale vertegenwoordigers en NGO's welke zij wenst inzet bij de controle.
  - De specifieke regels en richtlijnen van het comité toe te passen.
  3. SPECIFIEKE REGELS EN RICHTLIJNEN. (2)
  ( (2) De methode waarop de uitvoering van de plaatselijke controles berust wordt beschreven in een specifiek referentieel. )
  Telkens één van de basisconventies (3) van de IAO niet wordt gerespecteerd kan de toekenning van het label worden geweigerd of ingetrokken.
  ( (3) Basisconventies :
  1. het verdrag over de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en tot bescherming van het vakverenigingsrecht (verdrag nr. 87);
  2. het verdrag over het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen (verdr. nr. 98);
  3. het verdrag over de gedwongen arbeid (verdrag nr. 29);
  4. het verdrag over de afschaffing van gedwongen arbeid (verdrag nr. 105);
  5. het verdrag betreffende discriminatie (arbeid en beroep) (verdrag nr. 111);
  6. het verdrag over gelijke beloning (verdrag nr. 100);
  7. het verdrag over de minimumleeftijd (verdrag nr. 138);
  8. het verdrag over de ergste vormen van kinderarbeid (verdrag nr. 182). )
  Opdat de controle zou gebeuren naar de geest en naar de inhoud van de wet, schuift het comité de volgende eisen, regels en richtlijnen naar voren.
  1. De controle-instellingen.
  De controle mag gebeuren door erkende controle-instellingen welke zich hebben laten accrediteren volgens de Europese Norm EN 45004 (zal worden opgevolgd door ISO 17020) alsook door andere controleorganismen, erkend door de minister in het kader van art.4 § 2 van de wet van 27 februari 2002. Zo wordt de controle tevens erkend van de door SAI (Social Accountability International) geaccrediteerde instellingen welke de norm SA8000 als referentieel gebruiken.
  2. Afbakening van het controlegebied.
  Het comité bepaalt voor ieder van de aanvraagdossiers welk deel van de productieketen minstens aan een plaatselijke controle dient onderworpen te worden. Het comité motiveert deze beslissing overeenkomstig de aard en/ of de sector van het product (voeding, drank, kleding, brandstof, sportartikelen, speelgoed, dienstverlening, ), de herkomst (origine) van het product en de graad van afwerking van het product.
  Bij de bepaling van de keuze welk deel minstens gecontroleerd moet worden zal door het comité gebruik gemaakt worden van enkele onafhankelijke en vastomlijnde krachtlijnen die ter informatie beschikbaar zijn.
  3. De inhoud van de controle.
  Op basis van de verstrekte gegevens en op basis van het voorafgaandelijk onderzoek (screening) bepaalt de controle-instelling welk deel van de productieketen en welke bedrijven in het bijzonder ter plaatse gecontroleerd dienen te worden teneinde de eerbiediging van de acht basisovereenkomsten (4) van de Internationale Arbeidsorganisatie te garanderen.
  Hierbij maakt de controle-instelling gebruik van een kwaliteitszorgsysteem en van procedures welke de integriteit, de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van het onderzoek garanderen.
  - De screening
  De screening gebeurt door middel van een literatuur - en bronnenonderzoek (internet, gespecialiseerde databanken, nieuwsgroepen, media-archieven, ) en het nemen van contacten met het management, relevante werknemers- en werkgeversorganisaties, NGO's en andere stakeholders.
  Op deze manier zal de screening nagaan of :
  - de fundamentele IAO-normen gerespecteerd zijn binnen de bedrijven die deel uitmaken van het afgebakende deel van de productieketen;- de contractuele overeenkomsten met de onderaannemers en/ of leveranciers worden nageleefd;- de bedrijven die werden aangeduid als deel uitmakend van de productieketen effectief hiervan deel uitmaken, en of de belangrijke bedrijven uit de productieketen effectief werden vermeld.- andere sociale controverses of conflicten plaatsvonden binnen de bedrijven die deel uitmaken van het afgebakende deel van de productieketen.
  - De plaatselijke controles
  De auditors die de plaatselijke controles uitvoeren moeten voldoen aan de volgende kwaliteitsvereisten :
  - Kennis hebben van de plaatselijke cultuur en van de industriële betrekkingen, zo mogelijk in de betrokken sector;- Het vertrouwen genieten van de arbeiders en bedienden en vloeiend hun taal spreken of de gangbare taal van het land;- Contacten hebben met de werkgevers, de werknemers en de vakbonden, alsook met de verenigingen in het betrokken land;- De geldende regels en wetten kennen op het gebied van lonen en arbeidsvoorwaarden in het betrokken land;- Kennis en ervaring hebben met de sociale controles, en meer in het bijzonder, op het vlak van de arbeidsinspectie, in het vergaren van informatie omtrent de werkomstandigheden;- Kunnen bewijzen dat ze een vorming gekregen hebben voor het uitvoeren van sociale controles (bv. IAO-vorming, SA8000 auditoropleiding, programma van de publieke arbeidsinspectiediensten in samenwerking met de vakbonden).
  De instelling geaccrediteerd voor de controle kan geschrapt worden van de lijst met erkende instellingen voor het sociaal label van zodra vastgesteld wordt dat zijzelf, of de instelling waaraan ze de controle uitbesteedt, niet aan de vereiste kwaliteitseisen voldoet, bv. In geval van niet volgen van de volledige controleprocedure, opzettelijke vervalsing, corruptie, enz.
  Voor het uitvoeren van het bezoek ter plaatse moeten er interviews worden afgenomen van het management, de werknemers, de vakbonden en de relevante NGO's. Ook zullen de nodige documenten worden opgevraagd. Op basis van deze gegevens zal men vaststellen of :
  - De directie en het personeel op de hoogte zijn van het bestaan en van de inhoud van de fundamentele IAO-normen en het belang hiervan voor de werknemers;- Het bedrijf de fundamentele IAO-normen naleeft;- De werknemers op de hoogte zijn van het bestaan van de klachtenprocedure betreffende het gebruik van het label;- De werknemers vinden dat de verklaringen van het management correct zijn;- De informatie betreffende de relaties tussen het aanvragende bedrijf en de onderaannemers en leveranciers correct zijn.
  Een grondige analyse van het beheersysteem van het bedrijf moet het mogelijk maken na te gaan of de sociale maatregelen in verband met het label op duurzame wijze werden geïmplementeerd. (via verklaringen, overeenkomsten, contracten, informatieverschaffing, klachtenbeheer, interne controleprocedures, enz. )
  Tijdens het bezoek zullen de relevante documenten worden geraadpleegd.
  De controle-instelling kan lokale controleurs aanduiden voor het voeren van enquêtes en werfbezoeken. Deze volgen dezelfde procedure overeenkomstig de inhoudelijke methoden.
  De methode waarop de plaatselijke controles worden uitgevoerd wordt beschreven in het referentieel, dat aan de controle-instelling zal worden overgemaakt bij het aanvaarden van een opdracht. Dit referentieel moet eveneens nageleefd worden.
  4. Frequentie van de uitvoering van de controle.
  - Initiële audit.
  - Het voorlopige verslag dient overhandigd te zijn aan het comité binnen de 9 maanden volgend op de officiële aanvraag.- Het definitieve verslag dient overhandigd te zijn aan het comité binnen de 12 maanden volgend op de officiële aanvraag.
  - Toezichtsaudit : minstens jaarlijks (datum van toekenning van het label/ afwijking max. 3 maanden).
  - Uitbreidingsaudit : op aanvraag, liefst samen met een toezichtsaudit.
  - Verlengingsaudit : om de 3 jaar (datum van toekenning van het label/ afwijking max. 6 maanden).
  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 7 april 2003 houdende goedkeuring van het lastenboek voor een sociaal verantwoorde productie.
  De Minister van Economie,
  Ch. PICQUE.