14 JANUARI 2003. - Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt.
Art. 1-7
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art.2. In artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° 9° wordt vervangen als volgt :
" 9° " neteigenaars " : de eigenaars van de infrastructuur en uitrusting die deel uitmaken van het transmissienet, met uitsluiting van de netbeheerder en zijn dochterondernemingen; "
2° er wordt een 20°bis toegevoegd, luidend als volgt :
" 20°bis " dochteronderneming " : elke handelsvennootschap waarin de netbeheerder, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten minste 10 procent bezit van het kapitaal of van de stemrechten verbonden aan de effecten uitgegeven door deze handelsvennootschap. "
Art.3. In dezelfde wet wordt een artikel 9bis ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 9bis. § 1. De netbeheerder dient, rechtstreeks of onrechtstreeks, op twee effecten na, het bezit te hebben van het volledige kapitaal van en de stemrechten verbonden aan de effecten uitgegeven door :
1° elke dochteronderneming die in opdracht van de netbeheerder het beheer van het transmissienet bedoeld in artikel 8 geheel of gedeeltelijk waarneemt;
2° elke dochteronderneming die eigenaar is van de infrastructuur en uitrusting die deel uitmaken van het transmissienet.
Elke vervreemding door de netbeheerder en zijn dochterondernemingen van de infrastructuur en uitrusting die deel uitmaken van het transmissienet, is onderworpen aan het eensluidend advies van de commissie.
§ 2. De rechten en verplichtingen die de netbeheerder krachtens de wet heeft, zijn van toepassing op elk van zijn dochterondernemingen bedoeld in § 1, eerste lid, 1° De bevoegdheden waarover de commissie door of krachtens deze wet beschikt ten aanzien van de netbeheerder, zijn eveneens van toepassing op elk van de dochterondernemingen bedoeld in § 1.
§ 3. De raden van bestuur en de directiecomités van de netbeheerder en van elk van zijn dochterondernemingen bedoeld in § 1, eerste lid, zijn samengesteld uit dezelfde leden. Op voorstel van de commissie kan de minister hierop uitzonderingen toestaan indien deze nodig zijn voor een efficiënt bestuur van de netbeheerder en zijn dochterondernemingen en indien zij de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van het beheer van het transmissienet niet bedreigen.
Er is geen onafhankelijkheid vereist van het personeel van de netbeheerder ten aanzien van zijn dochterondernemingen bedoeld in § 1, eerste lid, en omgekeerd. Er is geen onafhankelijkheid vereist van het personeel van de ene dochteronderneming bedoeld in § 1, eerste lid, ten aanzien van een andere dochteronderneming bedoeld in § 1, eerste lid. "
Art.4. In artikel 10, § 3, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
" De inbreng in een vennootschap, in eigendom van infrastructuur en uitrusting die deel uitmaken van het transmissienet, enerzijds, zowel voor de verkoop van aandelen van de voornoemde maatschappij aan de netbeheerder, met de bijhorende creatie van schuld, als de inbreng in de netbeheerder van de aandelen van eerstgenoemde vennootschap, waardoor deze vennootschap een dochteronderneming wordt als vermeld in artikel 9bis , § 1, eerste lid, 2°, anderzijds, worden geacht opgericht te zijn volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 1992, worden, beiden afzonderlijk, geacht een verrichting te zijn zoals bedoeld in artikel 46, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 die beantwoordt aan rechtmatige financiële of economische behoeften. Voor de toepassing van artikel 184, alinea 3, van hetzelfde Wetboek, zal, in geval van verkoop en inbreng in de netbeheerder van de aandelen van eerstgenoemde vennootschap, het vrijgemaakte kapitaal gelijk zijn aan de netto fiscale waarde van de verkochte en ingebrachte aandelen, verminderd met de prijs van de verkochte aandelen. Artikel 442bis van hetzelfde Wetboek is niet van toepassing op de verrichtingen bedoeld in dit lid. ";
2° het vierde lid wordt opgeheven;
3° het vijfde lid 5 wordt vervangen als volgt :
" De inbreng in eigendom van infrastructuur en uitrusting die deel uitmaken van het transmissienet, genieten van artikel 11 van het Wetboek van de belasting op de toegevoegde waarde. "
Art.5. In artikel 12 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° er wordt een § 3bis toegevoegd, luidende :
" § 3bis . De transacties tussen de netbeheerder en zijn dochterondernemingen en tussen de dochterondernemingen onderling moeten enkel toelaten om de reële, toerekenbare kosten te dekken, zoals bedoeld in § 2, 2°.
Het bestaan van dochterondernemingen mag geen toename tot gevolg hebben van de reële kosten die de tarieven bedoeld in § 1, eerste zin, overeenkomstig § 2, 2°, moeten dekken. Voor het bepalen van de billijke winstmarge bedoeld in § 2, 3°, worden de netbeheerder en zijn dochterondernemingen inzake hun onderlinge transacties als een economische eenheid beschouwd. ";
2° in § 4 worden de woorden " van §§ 1 tot 3 " vervangen door de woorden " van §§ 1 tot 3bis ".
Art.6. Artikel 31 van dezelfde wet wordt aangevuld met volgend lid :
" De administratieve geldboetes die de commissie aan de netbeheerder oplegt, worden niet opgenomen in de kosten bedoeld in artikel 12, § 2, 2°, maar worden in mindering gebracht van de billijke winstmarge bedoeld in artikel 12, § 2, 3°. "
Art. 7. Artikel 4 is van toepassing voor de verrichtingen die hebben plaatsgevonden vanaf 1 juni 2001.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 14 januari 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Transport,
Mevr. I. DURANT
De Staatssecretaris voor Energie,
O. DELEUZE
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.