11 JULI 2003. - Ministerieel besluit tot bepaling van de wapens die tot de voorgeschreven uitrusting van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie behoren en tot vastlegging van de bijzondere regels betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van die wapens. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-08-2003 en tekstbijwerking tot 23-01-2004.)
Art. 1-5, 5bis, 5ter, 6
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de veiligheidsbeambten bedoeld in artikel 6 van de wet van 25 februari 2003 houdende de inrichting van de functie van veiligheidsbeambte met het oog op de uitvoering van taken die betrekking hebben op de politie van hoven en rechtbanken en de overbrenging van gevangenen. Zij worden hierna " veiligheidsbeambten " genoemd.
Art.2. Tot de voorgeschreven uitrusting van de veiligheidsbeambten behoren :
1° (de telescopische wapenstok); <MB 2003-12-23/41, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 02-02-2004>
2° de spuitbus van klein vermogen met anti-agressiegas.
Art.3. De wapens of sommige ervan worden toegekend aan alle veiligheidsbeambten. Ze hebben de wapens, behoudens andersluidende onderrichting, voorhanden en mogen ze dragen met het oog op de behoeften van de dienst.
Art.4. De veiligheidsbeambten zijn verantwoordelijk voor de wapens die hen toegekend worden.
In geval een veiligheidsbeambte zich in non-activiteit bevindt of langdurig ziek is, levert hij zijn dienstbewapening in bij zijn oversten.
Art.5. Wanneer de wapens niet worden gedragen, dienen ze veilig opgeborgen te worden, hetzij in de woning van de veiligheidsbeambte, hetzij in een slotvaste kast in het dienstgebouw.
Art. 5bis. <Ingevoegd bij MB 2003-12-23/41, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 02-02-2004> De reservewapens kunnen worden opgeslagen in de gevangenissen.
Ze worden opgeslagen in een enkel voor dit doel gebruikte slotvaste kast.
Art. 5ter. <Ingevoegd bij MB 2003-12-23/41, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 02-02-2004> Het vervoer van wapens gebeurt via personeelsleden van het Directoraat-Generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen aangeduid door de Directeur-generaal.
Art. 6. Dit besluit heeft uitwerking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 11 juli 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 juni 2002 betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht.
Brussel, 11 juli 2003.
M. VERWILGHEN