Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

12 FEBRUARI 2003. - Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering wat het verstek betreft en tot opheffing van artikel 421 van hetzelfde Wetboek.



Inhoudstafel:


Art. 1-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1808111901  1808121050 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art.2. Artikel 149 van het Wetboek van strafvordering wordt vervangen als volgt :
  " Art. 149. - Indien de gedaagde, of een advocaat die hem vertegenwoordigt, niet verschijnt op de dag en het uur in de dagvaarding bepaald, wordt jegens hem vonnis bij verstek gewezen. ".

Art.3. In artikel 150 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 31 mei 2000, worden tussen de woorden " indien hij " en de woorden " niet verschijnt " de woorden " of zijn advocaat " ingevoegd.

Art.4. In artikel 151, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden tussen de woorden " eiser in verzet " en de woorden " niet verschijnt " de woorden " of zijn advocaat " ingevoegd.

Art.5. Artikel 152 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 24 juli 1994 en gewijzigd bij de wet van 4 mei 1999, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 152. - § 1. De beklaagde, de burgerrechtelijk aansprakelijke partij en de burgerlijke partij verschijnen persoonlijk of in de persoon van een advocaat.
  § 2. De rechtbank kan in elke stand van het geding de persoonlijke verschijning bevelen, zonder dat tegen haar beslissing enig rechtsmiddel kan worden ingesteld. Het vonnis dat deze verschijning beveelt, wordt ten verzoeke van het openbaar ministerie aan de betrokken partij betekend, met dagvaarding om te verschijnen op de door de rechtbank vastgestelde datum.
  Indien de beklaagde noch persoonlijk, noch in de persoon van een advocaat verschijnt, nadat hij op de inleidingszitting overeenkomstig § 1 is verschenen, wordt het vonnis dat gewezen wordt geacht op tegenspraak te zijn en ten verzoeke van het openbaar ministerie aan de beklaagde betekend. Ten aanzien van de beklaagde kan een bevel tot medebrenging worden uitgevaardigd. "

Art.6. In artikel 153 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het vijfde lid worden tussen de woorden " De gedaagde " en de woorden " draagt zijn verdediging voor " de woorden " of zijn advocaat " ingevoegd;
  2° in het zesde lid worden tussen de woorden " de gedaagde partij " en de woorden " kan haar opmerkingen voordragen " de woorden " of haar advocaat " ingevoegd.

Art.7. Artikel 185 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 16 februari 1961 en gewijzigd bij de wetten van 20 december 1974 en 4 mei 1999, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 185. - § 1. De beklaagde, de burgerrechtelijk aansprakelijke partij en de burgerlijke partij verschijnen persoonlijk of in de persoon van een advocaat.
  § 2. De rechtbank kan in elke stand van het geding de persoonlijke verschijning bevelen, zonder dat tegen haar beslissing enig rechtsmiddel kan worden ingesteld. Het vonnis dat deze verschijning beveelt, wordt ten verzoeke van het openbaar ministerie aan de betrokken partij betekend, met dagvaarding om te verschijnen op de door de rechtbank vastgestelde datum.
  Indien de beklaagde noch persoonlijk, noch in de persoon van een advocaat verschijnt, nadat hij op de inleidingszitting overeenkomstig § 1 is verschenen, wordt het vonnis dat gewezen wordt geacht op tegenspraak te zijn en ten verzoeke van het openbaar ministerie aan de beklaagde betekend. Ten aanzien van de beklaagde kan een bevel tot medebrenging worden uitgevaardigd. "

Art.8. Artikel 186 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
  " Art. 186. - Indien de gedaagde, of een advocaat die hem vertegenwoordigt, niet verschijnt op de dag en het uur in de dagvaarding bepaald, wordt jegens hem vonnis bij verstek gewezen. "

Art.9. Artikel 187, vierde lid, van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
  " Het verzet wordt betekend aan het openbaar ministerie, aan de vervolgende partij of aan de andere partijen in de zaak. "

Art.10. In artikel 188, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 27 februari 1956, worden tussen de woorden " eiser in verzet " en de woorden " niet verschijnt ", de woorden ", of zijn advocaat " ingevoegd.

Art.11. In artikel 190, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° tussen de woorden " de burgerrechtelijk aansprakelijke personen " en de woorden " dragen hun verdediging voor " worden de woorden " of hun advocaat " ingevoegd;
  2° tussen de woorden " de voor het misdrijf burgerrechtelijk aansprakelijke personen " en de woorden " kunnen antwoorden " worden de woorden " of hun advocaat " ingevoegd.

Art.12. In artikel 208, derde lid, van hetzelfde Wetboek worden tussen de woorden " eiser in verzet " en de woorden " niet verschijnt " de woorden " of zijn advocaat " ingevoegd.

Art.13. In artikel 210 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 december 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° tussen de woorden " de burgerlijke partij " en de woorden " en de procureur-generaal " worden de woorden ", of hun advocaat, " ingevoegd;
  2° in de laatste zin worden de woorden " of zijn advocaat " ingevoegd na de woorden " De beklaagde ".

Art. 14. Artikel 421 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 7 mei 1999, wordt opgeheven.
  Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Gegeven te Brussel, 12 februari 2003.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN
  Met 's Lands zegel gezegeld :
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN.