Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

6 FEBRUARI 2003. - [Wet houdende sociale bepalingen voor militairen die terugkeren naar het burgerleven] <W2013-07-31/04, art. 349, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013> (NOTA : Gewijzigd door W 2007-02-28/35, art. 238, 004; Inwerkingtreding : 31-12-2013; Zie art. 272) (NOTA : Artikel 238 van de W 28/02/2007 dat oorspronkelijk in wijzigingen van de W 06/02/2003 voorzag is, voor zijn inwerkingtreding, vervangen door artikel 350 van de wet van 31 juli 2013 (2013-07-31/04) tot wijziging van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht en tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het statuut van het militair personeel. Dit artikel vervangt het oorspronkelijk artikel 238 van de W 28/02/2007 door een nieuwe bepaling die de artikelen 2-6, 7, 8, 9, 10-12, 13 en 22-23 van de Wet 06/02/2003 wijzigt. Hiermee heeft de wetgever te kennen gegeven dat hij afstand doet van zijn oorspronkelijke wijzigingen. Met andere woorden zal artikel 238 van de W 28/02/2007, zoals deze voor zijn vervanging door de W 31/07/2013 bestond, nooit in werking treden) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-02-2003 en tekstbijwerking tot 15-05-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-28



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1960062807  1975011405  1991007421  2000007154 



Uitvoeringsbesluit(en):

2003007278  2006007116  2007007123  2007007274 



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art.2.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.3.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.4.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.5.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.6.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.7.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.8.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.9.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.10.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.11.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.12.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.13.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.14.De bepalingen van de artikelen 14 tot 18 zijn van toepassing op elke militair die om enige reden naar het burgerleven is teruggekeerd en die door zijn statuut niet onderworpen is aan de bepalingen van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, die betrekking hebben op de regeling inzake arbeidsvoorziening en werkloosheid en op de sector uitkeringen van de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit.
  Deze bepalingen zijn evenwel niet van toepassing :
  1° op de militairen die, krachtens hun statuut, de leeftijdsgrens hebben bereikt of van ambtswege uit hun ambt werden ontzet met onmiddellijk ingaand recht op pensioen, op voorwaarde dat het jaarlijkse bedrag van dat pensioen ten minste het bedrag bereikt van de hoofduitkering voor 300 werkloosheidsdagen, verhoogd met 40 %;
  2° [3 ...]3
  3° [3 ...]3
  4° op de leerlingen van civiele oorsprong in de voorbereidende divisie van de Koninklijke Militaire School.
  [1 Voor het bepalen van de hoofduitkeringen, bedoeld in het tweede lid, 1°, wordt [2 het grensbedrag A bedoeld in artikel 111, tweede lid]2, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering gebruikt.]1
  ----------
  (1)<W 2010-04-23/04, art. 28, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
  (2)<W 2013-07-18/17, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 24-08-2013>
  (3)<W 2018-04-30/07, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 25-05-2018>

Art.15. Onverminderd de rechten waarop zij zich eventueel kunnen beroepen krachtens een gunstiger regeling van sociale zekerheid, worden de bij artikel 14 bedoelde militairen, (...), voor de duur van hun prestaties, beschouwd zonder onderbreking onderworpen geweest te zijn aan de bepalingen van voormelde wet van 27 juni 1969, met betrekking tot de regeling inzake arbeidsvoorziening en werkloosheid alsook de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, met inbegrip van de sector uitkeringen, en aan de bepalingen betreffende de moederschapsverzekering indien zij overeenkomstig de ter zake geldende regels : <W 2005-07-16/31, art. 84, 002; Inwerkingtreding : 10-08-2005>
  1° binnen dertig kalenderdagen na hun terugkeer naar het burgerleven;
  a) de hoedanigheid verkregen hebben van aan voornoemde wet onderworpen werknemer, van mijnwerker of van zeeman ter koopvaardij;
  b) of bij de subregionale tewerkstellingsdienst als werkzoekende ingeschreven zijn;
  2° of het bewijs leveren dat zij gedurende dezelfde termijn ongeschikt zijn om arbeid te verrichten in de zin van de reglementering inzake verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, of zich bevinden in een periode van moederschapverlof overeenkomstig titel V van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994.

Art.16.§ 1. Het ministerie van Landsverdediging stort, bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ten behoeve van de bij artikel 14 bedoelde militairen :
  1° de door de werkgever en de werknemer verschuldigde bijdragen voor de periode die overeenstemt met het aantal werkdagen dat de belanghebbende, gelet op de leeftijdsgroep waartoe hij behoort, moet bewijzen om gerechtigd te zijn op de werkloosheidsuitkeringen krachtens de terzake geldende reglementering;
  2° de door de werkgever en werknemer verschuldigde bijdragen, berekend voor een periode van zes maanden, om de belanghebbende recht te geven op de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, sector uitkeringen, en op de moederschapsverzekering. [1 In geval van ontslag wegens een terugkeer naar het burgerleven om enige reden na 31 december 2016, worden deze bijdragen berekend over een periode van twaalf maanden.]1
  De eventuele toekenning van een vertrekpremie, -toelage, -vergoeding of van vertrekgeld krachtens de artikelen 12 en 13 van de wet van 23 december 1955 betreffende de hulpofficieren van de luchtmacht, piloten en navigatoren en krachtens artikel 26, § 1, van de wet van 20 mei 1994 houdende statuut van de militairen korte termijn belet niet dat werkloosheidsuitkeringen of vergoedingen voor arbeidsongeschiktheid of invaliditeit worden uitbetaald.
  § 2. De in § 1 bedoelde bijdragen worden berekend op basis van de laatste activiteitswedde van de belanghebbende, zo nodig omgerekend tot de wedde toegekend voor voltijdse prestaties.
  § 3. De duur van de in § 1, eerste lid, 1° en 2°, bedoelde periodes mag in geen geval de duur overtreffen van de werkelijke dienstperiode van de ontslagen militair.
  ----------
  (1)<W 2016-12-25/01, art. 32, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.17. In de loop van de laatste werkdag overhandigt het ministerie van Landsverdediging aan de betrokkene, of zendt het hem per ter post aangetekende brief, alle door de sociale zekerheidswetgeving vereiste bescheiden, een attest van ontslag en een bericht over de te vervullen formaliteiten.
  Het ministerie van Landsverdediging bezorgt bovendien aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de gegevens die vereist zijn voor de berekening van de bijdragen.

Art.18. Indien de beslissing die een einde maakt aan de uitoefening van het ambt of indien de verbreking van de dienstneming of de wederdienstneming, of het verlies van de hoedanigheid nadien wordt vernietigd of ingetrokken, wordt ervan uitgegaan dat de betrokkene zonder onderbreking ingeschakeld is gebleven in de aan het statuut van militair verbonden regeling van sociale bescherming van de werknemers.
  In dat geval en voorzover de werknemersbijdragen overeenkomstig artikel 16 werden gestort, wordt het daarmee overeenstemmende bedrag terugbetaald aan het ministerie van Landsverdediging.
  De werkloosheidsvergoedingen en de uitkeringen in het stelsel van de ziekte- en invaliditeitsverzekering die de betrokkene krachtens deze wet zou hebben ontvangen, kunnen slechts worden teruggevorderd indien de betrokkene recht heeft op de uitbetaling van de achterstallige weddebedragen.

Art.19. In artikel 20 van de wet van 14 januari 1975 houdende het tuchtreglement van de krijgsmacht, worden de woorden " of met buitengewoon verlof " vervangen door de woorden " , met buitengewoon verlof of met reclasseringsverlof. "

Art.20. Artikel 5, § 1, van de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, wordt aangevuld als volgt :
  " 6° wanneer de militair een reclasseringsverlof krijgt. "

Art.21. Artikel 6, § 1, van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :
  " 10° in geval van oriëntatieverlof. "

Art.22.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.23.
  <Opgeheven bij W 2013-07-31/04, art. 350, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.24. De wet van 28 juni 1960 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de personen die bij het leger tijdelijke diensten volbracht hebben, gewijzigd bij de wet van 21 december 1990, wordt opgeheven.

Art.25. Artikel 29 van de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader, gewijzigd bij de wet van 20 mei 1994, en artikel 30 van dezelfde wet worden opgeheven.

Art.26.De Koning of de overheid die Hij aanwijst kan bijkomende nadere regels bepalen [1 ...]1 alsmede elke maatregel die nodig is voor de toepassing van het bepaalde in de artikelen 14 tot 18.
  ----------
  (1)<W 2013-07-31/04, art. 351, 006; Inwerkingtreding : 30-09-2013>

Art.27. Om redenen van overtal of om sociale redenen ingevolge bepaalde herstructureringsmaatregelen, kan de Koning de bepalingen van deze wet toepasselijk maken op andere groepen van militairen, onder de voorwaarden die Hij bepaalt.

Art. 28. De Koning bepaalt voor elk artikel van deze wet de dag waarop het in werking treedt.
  (NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 14-10-2003, door KB 2003-10-03/31, art. 8)