Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

22 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 februari 2003 betreffende de dekking van de werkingskosten van de CBF.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003003108 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 14 februari 2003 betreffende de dekking van de werkingskosten van de CBF worden de woorden ", de medewerkers van de CBF die gedetacheerd zijn naar internationale instellingen of organismen, voor zover hun vergoeding tijdens het jaar van detachering gedragen wordt door de instelling of het organisme waarnaar de betrokken medewerker gedetacheerd is " ingevoegd tussen de woorden " afwezig zijn " en " en de werknemers ".

Art.2. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 februari 2003 betreffende de dekking van de werkingskosten van de CBF worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In de Franse tekst van het tweede lid worden de woorden " en sociétés de conseil en placements " vervangen door de woorden " et sociétés de conseil en placements ";
  2° Het vijfde lid wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  " Het in aanmerking genomen vereiste eigen vermogen voor vennootschappen voor makelarij in financiële instrumenten is het eigen vermogen van de vennootschap op 31 december van het voorafgaande jaar, berekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 november 1991 over de wissel- en depositomakelarij.
  Het in aanmerking genomen vereiste eigen vermogen voor de vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten is het gedeelte van het maatschappelijk kapitaal dat moet volgestort zijn krachtens artikel 58 van de wet van 6 april 1995 inzake de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs. ";
  3° In het zesde lid, dat het zevende lid wordt, worden de woorden " naar verhouding van hun positieve bruto-opbrengsten in het voorafgaande jaar " vervangen door de woorden " naar verhouding van hun positieve bruto-opbrengsten van de twaalf voorafgaande maanden vastgesteld op 31 december van het voorafgaande jaar ";
  4° In het achtste lid, dat het negende lid wordt, worden de woorden " beleggingsondernemingen die ressorteren onder een andere lid-Staat van de Europese Unie " vervangen door de woorden " bijkantoren van beleggingsondernemingen die ressorteren onder een andere lid-Staat van de Europese Unie ";
  5° In het negende lid, dat het tiende lid wordt, worden de woorden " overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 augustus 1991 betreffende het vermogensbeheer en het beleggingsadvies en het koninklijk besluit van 25 november 1991 over de wissel- en depositomakelarij " geschrapt;
  6° In het tiende lid, dat het elfde lid wordt, worden de woorden " overgemaakt aan de CBF " vervangen door de woorden " op 31 december van het voorafgaande jaar of, bij ontstentenis daarvan, uit rekeningen aangepast over de twaalf maanden van het voorafgaande burgerlijk jaar. ";
  7° In het dertiende tot het zeventiende lid, die het veertiende tot het achttiende leden 14 tot 18 worden, worden de woorden " Europese Gemeenschap " vervangen door de woorden " Europese Unie ";
  8° Het zeventiende lid, dat het achttiende lid wordt, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Als de totale bijdrage verschuldigd door een kredietinstelling of een beleggingsonderneming die ressorteert onder een andere lid-Staat van de Europese Unie minder dan 2 000 EUR bedraagt, geldt dit bedrag als bijdrage. "

Art.3. In voormeld koninklijk besluit van 14 februari 2003 wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidende :
  " Zonder afbreuk te doen aan artikel 14 betalen de op 1 januari in België gevestigde derivatenspecialisten bedoeld in artikel 45bis van de wet van 6 april 1995 jaarlijks een bijdrage van 0,25 % van hun bedrijfsopbrengsten, met een minimum van 2 500 EUR.
  De CBFA vraagt die bijdragen op tegen 30 augustus. ".

Art.4. Artikel 13, § 2, eerste lid, van voornoemd koninklijk besluit van 14 februari 2003 wordt als volgt vervolledigd :
  " , noch op de beleggingsinstellingen die in België openbaar vastgoedcertificaten hebben uitgegeven en/of waarvan de vastgoedcertificaten in België openbaar worden verhandeld. Deze instellingen betalen elk een jaarlijkse bijdrage van 300 EUR. ".

Art.5. De artikelen 2 en 4 van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2003.
  Artikel 3 treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van het uitvoeringsbesluit van artikel 45bis van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs.

Art. 6. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 22 december 2003.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Financiën,
  D. REYNDERS