3 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.
Art. 1-2
Artikel 1. De volgende artikelen van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten treden in werking op 1 juni 2003 :
1° de artikelen 3 tot 25, 28 tot 30, 32 tot 43, 52, 129, 130, § 1, 132, 3° tot 4°, 134, 136, 137, § 1, 1°, 7° tot 14°, en § 3, 138, 139, § 1, 3°, 6° tot 10° en § 2 en 140, §§ 1 en 2;
2° artikel 140, § 3, 1°, met uitzondering van de opheffing in de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, van de artikelen 36, §§ 1 en 3, 37 en 38, en van artikel 2, § 1, in de mate nodig voor de toepassing van deze artikelen 36, §§ 1 en 3, 37 en 38, met dien verstande dat de Commissie voor het Bank- en Financiewezen belast is met het toezicht op deze bepalingen met toepassing van de artikelen 33 tot 37 van de voornoemde wet van 2 augustus 2002;
3° artikel 140, § 3, 6° tot 10° en §§ 4, 5 en 7;
4° de artikelen 141, §§ 4 tot 6, 142, 143, § 1 en §§ 3 tot 5, 144 en 147, § 1.
De artikelen 63, 143, § 2 en 146, eerste lid, eerste en derde zin, en tweede lid, van dezelfde wet treden in werking op 1 januari 2004.
Art. 2. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 april 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS.