9 NOVEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, gemachtigd wordt toegang te hebben tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en om het identificatienummer ervan te gebruiken.
HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer.
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 5-6
HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens.
Artikel 1. Aan het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, wordt toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen voor het vervullen van de taken in verband met het verzamelen, verwerken en actualiseren van de gegevens betreffende de natuurlijke personen :
1° die huurders of kopers zijn van een sociale woning door haar beheerd;
2° die kandidaat-huurders of -kopers zijn van een dergelijke woning;
3° die bij haar een sociale lening hebben aangevraagd of bekomen.
De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen die aan de in het eerste lid bedoelde informatiegegevens worden aangebracht, is beperkt tot een periode van vijf jaar die voorafgaat aan de mededeling ervan.
De in het eerste lid bedoelde toegang wordt voorbehouden :
1° aan de Directeur-generaal van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen;
2° aan de personeelsleden van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, die wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden daartoe bij name en schriftelijk aangewezen zijn door de Directeur-generaal.
Art.2. De met toepassing van artikel 1 verkregen informatiegegevens mogen slechts worden gebruikt voor de in het eerste lid van het genoemde artikel vermelde doeleinden. Zij mogen niet worden medegedeeld aan derden.
Als derden worden niet beschouwd voor de toepassing van het eerste lid :
1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers;
2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun mogen worden verstrekt krachtens hun aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die zij voor de in artikel 1, eerste lid, vermelde doeleinden onderhouden met het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen in de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.
HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer.
Art.3. Aan de overeenkomstig artikel 1, derde lid, aangewezen personeelsleden van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, wordt machtiging verleend het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken.
De machtiging tot gebruik van het identificatienummer bedoeld in het eerste lid, is beperkt tot de in artikel 1 vermelde taken.
Art.4. Voor interne doeleinden mag het identificatienummer uitsluitend gebruikt worden als identificatiemiddel in de dossiers, bestanden en repertoria die door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen voor het vervullen van de in artikel 1 vermelde taken.
Bij extern gebruik mag het identificatienummer enkel gebruikt worden in de betrekkingen die voor het vervullen van de in artikel 1 vermelde taken noodzakelijk zijn, met :
- de houder van een identificatienummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger;
- de openbare overheden en instellingen die zelf de in artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 bedoelde machtiging hebben verkregen en die optreden in het kader van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.
Dit nummer mag niet vermeld worden op documenten die ter kennis kunnen worden gebracht van derden, andere dan de personen, openbare overheden en instellingen bedoeld in het voorgaande lid.
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art.5. De lijst van de overeenkomstig artikel 1, derde lid, aangewezen personeelsleden van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen wordt, met vermelding van hun ambt, jaarlijks opgesteld en wordt permanent ter beschikking gehouden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
De personeelsleden aangewezen overeenkomstig artikel 1, laatste lid, ondertekenen een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de informatiegegevens waartoe zij toegang krijgen te bewaren.
Art. 6. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 november 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX