5 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot bepaling van de nadere regels inzake de indiening van de aangiften van de verkiezingsuitgaven en van de herkomst van de geldmiddelen en de wijze van hun inventarisatie en beveiligde bewaring.
Art. 1-5
Artikel 1. Wat de aangiften van verkiezingsuitgaven en van herkomst van de geldmiddelen van de kandidaten en van de politieke partijen betreft, deelt elke voorzitter van een kieskring- en collegehoofdbureau, via een bericht dat ten laatste de dag volgend op de verkiezing wordt bekendgemaakt, de plaats, de dagen en de uren gedurende welke hij deze aangiften zal ontvangen, mee.
Art.2. Vanaf de ontvangst van de aangiften van de politieke partijen en van de kandidaten tot aan de overdracht ervan aan de Controlecommissie, worden de aangiften bewaard onder de leiding en de verantwoordelijkheid van de voorzitter van het kieskringhoofdbureau of van de voorzitter van het collegehoofdbureau.
Het exemplaar van het verslag dat op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg wordt neergelegd met het oog op de raadpleging ervan door de kiesgerechtigden, wordt bewaard onder de leiding en de verantwoordelijkheid van de hoofdgriffier.
Art.3. Het in artikel 94ter, § 2, tweede lid, van het Kieswetboek, bedoelde recht op raadpleging van het verslag, wordt uitgeoefend onder controle en bewaking op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. De Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 mei 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE.