10 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de technische normen waaraan de systemen voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier moeten voldoen.
Art. 1-12
Artikel 1. Elk systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier dient uitgerust te zijn met een afdrukeenheid per stemmachine.
Art.2. De afdrukeenheid, bestemd voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier, omvat volgende delen :
1. een printer, verbonden met de stemmachine, bestemd voor het afdrukken van het document met de uitgebrachte stemmen;
2. een venster dat de kiezer toelaat de afdruk van de door hem uitgebrachte stemmen te bekijken;
3. een stembus, bestemd voor het opvangen van het document dat verschaft wordt door de printer en dat de stemmen uitgebracht op het scherm voor geautomatiseerde stemming weergeeft.
Art.3. Printer en venster voor het bekijken van de afdruk van de uitgebrachte stemmen bevinden zich in het zogenaamde printergedeelte, een afgesloten geheel dat verzegeld wordt en niet toegankelijk is voor de kiezer. Hierin gebeurt ook de geleiding van het ticket naar de stembus. Het afsnijden van het ticket gevolgd door het doorvoeren naar en deponeren in de stembus gebeurt op basis van commando's die gestuurd worden vanuit de stemmachine.
Art.4. De stembus is een volledig afgesloten en verzegeld geheel. De stembus moet voldoende groot zijn om de documenten met betrekking tot één stemmachine te bevatten. Na het deponeren in de stembus mag het ticket op generlei wijze zichtbaar zijn voor een volgende kiezer. De kiezer mag ook geen mogelijkheid hebben om iets in de stembus te deponeren.
Art.5. De bedieningstoetsen van het printtoestel mogen niet bereikbaar zijn voor de kiezer.
Art.6. De aansturing van de printer gebeurt via de programmatuur van de stemmachine. Bij problemen met de afdrukapparatuur dient een boodschap het te melden op het scherm van de geautomatiseerde stemming en is er tegelijkertijd een licht- en geluidssignaal via de alarmbox verbonden aan de stemmachine.
Art.7. De afdruk moet volgende gegevens bevatten :
1° de kieskring;
2° soort verkiezing;
3° de lijst voor dewelke de stem werd uitgebracht;
4° de kandidaten voor dewelke een stem werd uitgebracht;
5° het onderscheid tussen effectieven en opvolgers moet duidelijk merkbaar zijn door de vermelding " opvolgers ";
6° de vermelding " akkoord " of " niet akkoord ".
Art.8. De afmetingen van het venster dat de kiezer zicht geeft op het afgedrukt ticket moeten dusdanig zijn dat een afdruk van het maximaal aantal kandidaten voor de verschillende verkiezingen zichtbaar is.
Art.9. Per gemeente wordt een programmatuur geleverd die toelaat de functionaliteiten van het printsysteem te testen.
Art.10. Er wordt per gemeente eveneens een demonstratieprogramma geleverd om de kiezers de mogelijkheid te bieden zich in de periode voorafgaand aan de stemming vertrouwd te maken met het systeem.
Art.11. De vaststelling door de Minister van Binnenlandse Zaken dat het systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier in overeenstemming is met de in dit besluit gestelde voorwaarden, gebeurt na advies van een erkend adviesorgaan voor de geautomatiseerde stemsystemen en -software of voor de verkiezingssoftware voor de stemopneming en de verdeling van de zetels.
Art. 12. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 april 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE.