22 NOVEMBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1994 betreffende het financiële en materiële beheer van diensten met afzonderlijk beheer Luchthaven Antwerpen en Luchthaven Oostende.
Art. 1-10
Artikel 1. In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1994 betreffende het financiële en materiële beheer van de diensten met afzonderlijk beheer Luchthaven Antwerpen en Luchthaven Oostende wordt in punt 2 " de dotatie " vervangen door " de dotaties ".
Art.2. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 5. De uitgavenbegroting wordt opgemaakt volgens het stelsel van de gesplitste kredieten en bevat de volgende onderdelen :
1° Vastleggingskredieten ten belope waarvan bedragen kunnen worden vastgelegd op grond van verbintenissen die ontstaan of worden gesloten tijdens het begrotingsjaar, en voor recurrente verbintenissen waarvan de gevolgen zich over meerdere jaren voordoen, ten belope van de tijdens het begrotingsjaar opeisbare sommen;
2° Ordonnanceringskredieten ten belope waarvan tijdens het begrotingsjaar bedragen kunnen worden vereffend op grond van rechten, vastgesteld ter uitvoering van vooraf vastgelegde verbintenissen. "
Art.3. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 9. De algemeen directeur wordt aangesteld als ordonnateur. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de ordonnateur worden vastgesteld overeenkomstig de regels die gelden voor het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. "
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 9bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 9bis. Op de begroting van een bepaald jaar worden de volgende bedragen aangerekend :
1° op het vastleggingskrediet : het bedrag van de verbintenissen, aangegaan tijdens het begrotingsjaar overeenkomstig de bepalingen van artikel 5;
2° op het ordonnanceringskrediet : de sommen, geordonnanceerd gedurende het begrotingsjaar. "
Art.5. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 16. § 1. De algemeen directeur is bevoegd voor het hiërarchisch en functioneel personeelsbeheer van het statutaire en contractuele personeel van de regionale luchthaven, met in achtneming van het Vlaams Personeelsstatuut.
§ 2. De algemeen directeur is bevoegd voor het algemeen beheer van de diensten met afzonderlijk beheer, inzonderheid wat betreft de exploitatie van en de investeringen in de regionale luchthaven.
De algemeen directeur doet voorstellen tot het optimaliseren van de exploitatie van de regionale luchthaven en legt die ter goedkeuring voor aan de bevoegde Vlaamse ministers. Na de goedkeuring zorgt hij verder voor de toepassing van en het toezicht op deze voorstellen. "
Art.6. Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 22. Op voorstel van de algemeen directeur stelt de Vlaamse minister, bevoegd voor het vervoer, de landings- en inscheeprechten vast.
In de mate van het mogelijke worden andere faciliteiten in mededinging gesteld. Andere tarieven voor het gebruik van de infrastructuur en de verkoopprijzen van eigen prestaties worden jaarlijks door de algemeen directeur vastgesteld.
De algemeen directeur int alle rechten en vergoedingen. "
Art.7. Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 23. De algemeen directeur is als ordonnateur gemachtigd om alle uitgaven te doen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de opdracht van de regionale luchthaven. "
Art.8. In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt een artikel 25bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Artikel 25bis. De algemeen directeur kan de bevoegdheden, vermeld in artikel 16, § 2, artikel 22, tweede en derde lid en artikel 23 delegeren aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
§ 2. De algemeen directeur kan de bevoegdheid, bedoeld in artikel 23, delegeren ten belope van maximaal 10.000 euro, exclusief BTW. "
Art.9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het vervoer, bepaalt de datum waarop dit besluit in werking treedt.
(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-06-2003 voor wat betreft de Luchthaven Oostende door MB 2003-06-12/34, art. 1>
Art. 10. De Vlaamse minister, bevoegd voor het vervoer, de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, en de Vlaamse minister, bevoegd vooér de ambtenarenzaken, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 november 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie,
S. STEVAERT
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening,
D. VAN MECHELEN
De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur en Ambtenarenzaken,
P. VAN GREMBERGEN.