Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

7 FEBRUARI 2002. - Besluit 2000/600 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende reglementering inzake parkoerskosten. (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-03-2002 en tekstbijwerking tot 11-07-2017)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen.
Art. 1-8
HOOFDSTUK II. - Bijzondere Bepalingen.
Afdeling 1. - Gebruik van het openbaar vervoer.
Art. 9
Afdeling 2. - Gebruik van de vervoermiddelen behorende tot de administratie.
Art. 10-11
Afdeling 3. - Gebruik van de persoonlijke vervoermiddelen.
Art. 12-17
Afdeling 4. - Gebruik van een privé-vervoermiddel.
Art. 18-19
Afdeling 5. - Uitbetaling van de onkosten.
Art. 20, 20/1, 21
Afdeling 6. [1 - Gebruik van de fiets in het kader van behoeften aan diensten]1
Art. 22
HOOFDSTUK III. - Overgangs- en eindbepalingen.
Art. 23-26
BIJLAGEN.
Art. N1-N5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2007031351  2010031072  2012203166  2015031345  2017030597 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen.
Artikel 1. Onderhavig besluit regelt, in toepassing van het artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127 en 128 ervan.

Art.2. Onderhavig besluit is van toepassing op de ambtenaren, stagedoende en contractuelen, van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.

Art.3. De parkoerskosten resulterend uit de verplaatsingen uitgevoerd voor de behoeften van de dienst worden gedekt door de Administratie in de vorm en de voorwaarden bepaald door onderhavig besluit.

Art.4. Worden beschouwd als verplaatsingen voor de behoeften van de dienst :
  De verplaatsing tussen de administratieve verblijfplaats, hetzij de plaats waar de beambte zijn beroepsbedrijvigheid in hoofdzaak uitvoert, en de plaats naar waar de ambtenaar of het personeelslid zich moet begeven om dienstredenen;
  De verplaatsing tussen de woonplaats en de plaats van de opdracht, indien de afstand aldus afgelegd korter is dan vanaf de administratieve verblijfplaats en indien de plaats van opdracht verschillend is van die van de administratieve verblijfplaats.

Art.5. De beambte die zijn fiets gebruikt voor dienstredenen heeft recht op een vergoeding zoals bepaald in het artikel 22.

Art.6. Iedere verplaatsing voor dienstredenen is ondergeschikt aan de voorafgaande toestemming van de Adviseur. - Diensthoofd of de hiërarchische overste waarvan de beambte afhangt.
  Deze toelating kan algemeen zijn, zoals meer bepaald in de gevallen waarbij de betrokken regelmatig geroepen zijn zich te verplaatsen.
  De Leidend ambtenaar weigert de terugbetaling van de parkoerskosten indien blijkt dat het om niet-verantwoorde verplaatsingen gaat; hij beperkt ze, voor zover ze overdreven zijn of normaal gezien hadden kunnen worden vermeden.

Art.7. Elke verplaatsing voor de behoeften van de dienst moet gebeuren aan de hand van het goedkoopste transportmiddel. Er mag aan dit principe maar worden afgeweken indien het belang van de dienst dit vereist.

Art.8. In het belang van de dienst, kunnen sommige personen de toelating krijgen om een persoonlijk vervoermiddel te gebruiken in onderstaande gevallen :
  1. Gebrek aan openbaar vervoer;
  2. Hoogdringendheid in de verplaatsingen;
  3. Vervoer van omvangrijke of grote objecten;
  4. Aanzienlijk verschil tussen de duur van de verplaatsing met het openbaar vervoer en de duur van de verplaatsing met een persoonlijk vervoermiddel;
  5. Als de ambtenaar of het personeelslid een handicap verantwoordt die het gebruik vergt van een persoonlijk vervoermiddel.
  6. Specifieke toelating van de Leidend Ambtenaar.

HOOFDSTUK II. - Bijzondere Bepalingen.
Afdeling 1. - Gebruik van het openbaar vervoer.
Art.9. De ambtenaren of de personeelsleden die niet in het bezit zijn van een geldig abonnement voor het gebruikte vervoermiddel bekomen een volledige terugbetaling van hun vervoersbewijs.

Afdeling 2. - Gebruik van de vervoermiddelen behorende tot de administratie.
Art.10. De parkoersen afgelegd met een voertuig behorende tot de administratie geven geen recht tot een vergoeding; alle kosten resulterend uit het gebruik en het onderhoud van de voertuigen vallen ten laste van de administratie.

Art.11. Voor elk motorvoertuig van de administratie, wordt een boordboekje bijgehouden, waarvan het model wordt bepaald door het Lid van het College belast met het Openbaar Ambt.

Afdeling 3. - Gebruik van de persoonlijke vervoermiddelen.
Art.12.[1 De toelatingen om gebruik te maken van een persoonlijk motorvoertuig voor dioenstbehoeften, zijn afhankelijk van het bijhouden van een reisboekje identiek met diegene voorzien in artikel 11 dat voor elke verplaatsing de datum, de reden, het aankomst- en vertrekuur van de verschillende verplaatsingen evenals het aantal afgelegde kilometers aangeeft.
   De ambtenaren die in het bezit zijn van een graad van rang 16 of 15 worden echter van het bijhouden van zo'n boekje vrijgesteld.]1
  ----------
  (1)<BESL 2009-10-29/28, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2009>

Art.13.[1 § 1. de jaarlijkse maximale kilometerbijdrage wordt vastgelegd op 100 000 kilometers voor de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.
   Deze jaarlijke maximale kilometerbijdrage kan aangepast worden door het lid van de College dat bevoegd is voor het Openbaar Ambt via een besluit op basis van een positief advies van de inspecteur van Financiën.
   § 2. de leidende ambtenaar verdeelt de in de vorige paragraaf bedoelde bijdrage onder de diensten na een advies verkregen te hebben van de Directie- en controleraad over het al dan niet correct vervullen van de voorwaarden.]1
  ----------
  (1)<BESL 2009-10-29/28, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2009>

Art.14.
  <Opgeheven bij BESL 2009-10-29/28, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2009>

Art.15.
  <Opgeheven bij BESL 2009-10-29/28, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2009>

Art.16.[1 § 1. de beambten die voor hun dienstreizen gebruik maken van een eigen voertuig hebben recht op een kilometervergoeding om alle kosten te dekken die ontstaan als gevolg van het voertuiggebruik.
   De vergoeding dekt alle kosten die onstaan zijn door het eigen voertuig te gebruiken, behalve de All Risk-verzekeringskosten die gedekt worden door de administratie indien de beambte hiervoor een aanvraag ingediend heeft.
  [2 Een beambte wiens all-riskverzekeringskosten gedragen worden door de administratie en wiens verzekering burgerlijke aansprakelijkheid om deze reden werd verhoogd kan de terugbetaling van deze verhoging krijgen mits voorlegging van een attest van zijn verzekeraar, waarop het bedrag van de verhoging vermeld staat.]2
   § 2. Het bedrag voor de kilometervergoeding bestaat uit twee delen.
   Het eerste deel bedraagt 80 % van het bedrag van het eerste deel van de kilometerheffing van vorig jaar, vermenigvuldigd door een breuk waarvan de noemer de consumptieprijsindex is van de maand mei van het lopende jaar; het resultaat wordt berekend tot op vijf decimalen.
   Het tweede gedeelte vertegenwoordigt 20 % van de kilometervergoeding van vorig jaar vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer de som is van het gemiddelde van de dagelijkse maximumprijzen voor de brandstof Super 95 RON 10 ppm en dieselbrandstof voor het wegvervoer 10 ppm van de maand mei van het lopende jaar; het resultaat wordt berekend tot op vijf decimalen.
   De dagelijkse maximumprijzen zijn degene die bekend gemaakt worden door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
   Het totaalbedrag van de kilometervergoeding wordt vastgelegd tot op vier decimalen.
   § 3. Voor de toepassing van dit besluit, is het bedrag voor de kilometervergoeding vastgelegd op 0.3169 euro per kilometer vanaf 1 juli 2008.
   Het bedrag van de kilometervergoeding wordt jaarlijks op 1 juli aangepast.]1
  ----------
  (1)<BESL 2009-10-29/28, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
  (2)<BESL 2017-06-29/03, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 21-07-2017>

Art.17. In geval van verplaatsingen om dienstredenen met een vervoermiddel ander dan een auto of een fiets, bepaalt het Lid van het College belast met Openbaar Ambt de kilometervergoeding.

Afdeling 4. - Gebruik van een privé-vervoermiddel.
Art.18.Mits de voorafgaande toestemming van de Directie van de instelling of de leidend ambtenaar en in uitzonderlijke omstandigheden, kan een personeelslid de toelating krijgen verplaatst te worden in een taxi voor dienstredenen [1 met behulp van het formulier voorzien in bijlage 3 van dit besluit]1.
  ----------
  (1)<BESL 2009-10-29/28, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2009>

Art.19. De kosten voor de verplaatsing worden in dit geval en op voorlegging van een ontvangstbewijs, integraal terugbetaald aan het personeelslid.

Afdeling 5. - Uitbetaling van de onkosten.
Art.20. De aangegane onkosten voor verplaatsingen voor dienstredenen worden terugbetaald op basis van de officiële tarieven in geval van gebruik van het openbaar vervoer of, in het geval van gebruik van een persoonlijk voertuig, op basis van de werkelijk afgelegde kilometers.

Art. 20/1.[1 De beambte dient zijn aanvraag in voor de terugbetaling van de reiskosten [2 binnen een termijn van veertien dagen volgend op het afgelopen kwartaal]2.
   Indien deze termijnen overschreden worden, heeft de beambte geen recht meer op een vergoeding die aan hem normaalgezien moet toegekend worden.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BESL 2009-10-29/28, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
  (2)<BESL 2017-06-29/03, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 21-07-2017>

Art.21.De uitbetaling van de verplaatsingsonkosten gebeurt maandelijks, ten vroegste in de maand die volgt op die van de betrokken verplaatsingen.
  In het geval van een verzoek tot terugbetaling van onkosten voor het gebruik van de middelen van openbaar vervoer, wordt het vervoersbewijs bijgevoegd aan de schuldvordering voorzien in bijlage 1 van onderhavig besluit.
  De vergoeding voorzien in [1 artikel 16]1 wordt uitbetaald op voorlegging van de bovenstaande schuldvordering, gesteund met een gedetailleerde opmeting met het aantal kilometers afgelegd voor de dienst.
  ----------
  (1)<BESL 2017-06-29/03, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 21-07-2017>

Afdeling 6. [1 - Gebruik van de fiets in het kader van behoeften aan diensten]1   ----------   (1)
Art.22.[1 § 1. De beambte die zich met de fiets verplaatst in het kader van de dienstenbehoeften binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of erbuiten, krijgt een vergoeding indien de voorwaarden vastgelegd in § 3 en 4 van dit artikel gerespecteerd worden.
   De vergoeding wordt berekend in functie van de kortste en veiligste weg met als begin- (of eind)punt de administratieve standplaats.
   § 2. De beambte, die zich minstens vijf keer per maand met de fiets verplaatst van zijn woning naar zijn werk, heeft recht op een vergoeding indien de voorwaarden vastgelegd in § 3 en 4 van dit artikel gerespecteerd worden.
   De vergoeding wordt berekend in functie van de kortste en veiligste weg van de woning naar de administratieve standplaats.
   § 3. [2 De vergoeding wordt forfaitair vastgelegd op 0,145 per kilometer. Ze wordt jaarlijks aangepast met behulp van de aanpassingscoëfficiënt voorzien in artikel 178, § 3, 2° van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992.
   De toepassing van deze bepalingen mag geen aanleiding geven tot een lager bedrag dan dat van het jaar voordien. Het vergoedingsbedrag verkregen na toepassing van de aanpassingscoëfficiënt wordt afgerond tot het hogere of lagere honderdste van een punt naargelang het cijfer van de duizendsten van een punt al of niet 5 bereikt.]2
   § 4. De vergoeding voor het gebruik van de fiets naar het werk wordt betaald op vertoon van de schuldvorderingsverklaring voorzien in bijlage 4 van dit besluit dat zich baseert op een trimestriële opmeting.
   De vergoeding voor het gebruik van de fiets in het kader van de dienstenbehoeften wordt uitbetaald op vertoon van de schuldvorderingsverklaring voorzien in bijlage 5 van dit besluit.]1
  ----------
  (1)<BESL 2009-10-29/28, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
  (2)<BESL 2014-04-24/E2, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2013>

HOOFDSTUK III. - Overgangs- en eindbepalingen.
Art.23. Het reglement van de Franse Cultuurcommissie van 16 januari 1979 houdende de vergoedingen ingevolge de verplaatsingen uitgevoerd door de personeelsleden wordt geschrapt.

Art.24. Van 1 januari 2001 tot 30 juni 2001, wordt de kilometervergoeding beoogd in artikel 16 bepaald op 10 frank per kilometer. Van 1 juli 2001 tot 31 december 2001, wordt ze bepaald op 10,63 frank per kilometer.

Art.25. Onderhavig besluit wordt van kracht op 1 januari 2001.

Art.26. Het Lid van het College bevoegd voor het Openbaar Ambt wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Dienstverplaatsingen door middel van een persoonlijk voertuig.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 02-03-2002, p. 8344).

Art. N2. Bijlage 2. - Dienstverplaatsingen uitgevoerd met het openbaar vervoer.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 02-03-2002, p. 8344).

Art. N3.[1 Bijlage 3. - Formulier voor de goedkeuring van het gebruik van een taxi in het kader van een verplaatsing om dienstredenen.
   (Formulier niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-03-2010, p. 14570)]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BESL 2009-10-29/28, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2009>

Art. N4.[1 Bijlage 4. - Schuldvorderingsverklaring : Gebruik van de fiets op weg naar het werk.
   (Formulier niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-03-2010, p. 14571-14572)]1
  Gewijzigd door:
  <BESL 2012-05-03/15, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BESL 2009-10-29/28, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2009>

Art. N5.[1 Bijlage 5. - Verplaatsing van diensten verleend met behulp van een fiets.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-03-2010, p. 14573)]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BESL 2009-10-29/28, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2009>