11 MAART 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Art. 1-5
Artikel 1. § 1. In artikel 147, § 1, 4° en § 2, 3°, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt het woord "revalidatie" geschrapt.
§ 2. Artikel 147, § 1, 5°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 1999, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 5° in de rust- en verzorgingstehuizen en in de centra voor dagverzorging :
- de ontsmettingsmiddelen (uitgezonderd de ontsmettingsmiddelen voor gynaecologie, voor mond- en oogverzorging) die niet terugbetaalbaar zijn ter uitvoering van Bijlage I, hoofdstuk I tot en met IV, van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van magistrale bereidingen en daarmee gelijkgestelde producten;
- de niet-geïmpregneerde verbanden;
- de steriele kompressen die niet terugbetaalbaar zijn ter uitvoering van Bijlage I, hoofdstuk V, van het voornoemde koninklijk besluit van 17 maart 1997;
- het onderhuids en/of intramusculair injectiemateriaal (uitgezonderd insulinespuiten).
Een gedetailleerde lijst van deze producten wordt opgesteld door het Verzekeringscomité, op voorstel van de in artikel 12 bedoelde overeenkomstencommissie; "
§ 3. Artikel 147, § 2, 4°, van hetzelfde besluit, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 4° de volgende producten :
- de ontsmettingsmiddelen (uitgezonderd de ontsmettingsmiddelen voor gynaecologie, voor mond- en oogverzorging) die niet terugbetaalbaar zijn ter uitvoering van Bijlage I, hoofdstuk I tot en met IV, van het voornoemde koninklijk besluit van 17 maart 1997;
- de niet-geïmpregneerde verbanden;
- de steriele kompressen die niet terugbetaalbaar zijn ter uitvoering van Bijlage I, hoofdstuk V, van het voornoemde koninklijk besluit van 17 maart 1997;
- het onderhuids en/of intramusculair injectiemateriaal (uitgezonderd insulinespuiten).
Een gedetailleerde lijst van deze produkten wordt opgesteld door het Verzekeringscomité, op voorstel van de in artikel 12 bedoelde overeenkomstencommissie. "
Art.2. Artikel 153, § 2, achtste lid, van hetzelfde besluit, wordt vervangen door volgende bepaling :
" De adviserend geneesheer kan op elk moment zijn beslissing aanpassen. Die nieuwe beslissing moet gemotiveerd zijn en treedt in werking op de datum aangegeven door de adviserend geneesheer in zijn kennisgeving van die beslissing aan de inrichting waar de rechthebbende is opgenomen. Deze datum kan niet voorafgaan aan de datum van verzending van deze kennisgeving. De poststempel geldt als bewijs voor de datum van verzending van de kennisgeving. "
Art.3. Artikel 153bis , § 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 juni 1999, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 3. Een patiënt die verblijft in een rust- en verzorgingstehuis of in een instelling, bedoeld in artikel 34, eerste lid, 12°, van de gecoördineerde wet, en die al dan niet een tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging geniet, kan geen aanspraak maken op de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 147, § 3, in een centrum voor dagverzorging Evenzeer is het uitgesloten dat een rechthebbende, die is opgenomen in een centrum voor dagverzorging en die een tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijks leven verkrijgt, enige andere tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging kan genieten voor de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, eerste lid, 11° en 12° van de gecoördineerde wet. Daarentegen vormt het verkrijgen van de tegemoetkoming geen beletsel voor de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in de kosten van de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, eerste lid, 1°, b) en c) , en 13° van dezelfde wet, op voorwaarde dat die verstrekkingen plaatshebben buiten de uren tijdens welke de rechthebbende in een centrum voor dagverzorging is opgenomen. "
Art.4. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5. Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 maart 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE.