23 SEPTEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de modaliteiten van de storting van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, aan de sectorale fondsen van de privé non-profit sector.
Art. 1-2
Artikel 1. Artikel 2bis van het ministerieel besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de modaliteiten van de storting van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector aan de sectorale fondsen van de privé non-profitsector, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 20 december 2000 en gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 16 oktober 2001, 14 november 2001 en van 9 januari 2002 wordt vervangen als volgt :
" Art. 2bis. Voor het tweede semester van het jaar 2002, stort de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan de sectorale fondsen de volgende bedragen :
1° Fonds Sociale Maribel voor de thuisverpleging : 6.576.664,83 EUR;
2° Fonds Sociale Maribel voor de bicommunautaire gezondheidsinrichtingen en -diensten : 3.288.332,48 EUR.
Het bedrag in 1° van dit artikel wordt enkel aangewend voor de harmonisering van de barema's zoals voorzien in het akkoord voor de gezondheidssector van 1 maart 2000 gesloten tussen de Regering en de Sociale Gesprekspartners.
Het bedrag in 2° van dit artikel wordt enkel aangewend voor de harmonisering van de barema's van de werknemers in de diensten bloedtransfusie van het Rode Kruis zoals voorzien in het akkoord voor de gezondheidssector van 1 maart 2000 gesloten tussen de Regering en de Sociale Gesprekspartners. "
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2002.
Gegeven te Brussel, 23 september 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE
De Minister van Volksgezondheid,
J. TAVERNIER.