8 MEI 2002. - Ministerieel besluit tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-05-2002 en tekstbijwerking tot 03-11-2008)
HOOFDSTUK I. - Werkingsregels.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen.
Art. 4-6
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Werkingsregels.
Artikel 1. Het aantal leden bedoeld in artikel 40 van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten, hierna " het besluit " te noemen, wordt, per representatieve vakorganisatie, vastgesteld op (627). <MB 2008-10-15/34, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 13-11-2008>
Art.2. Het aantal dagen syndicaal verlof bedoeld in artikel 41 van het besluit wordt, per representatieve vakorganisatie, vastgesteld op (12540).
<MB 2008-10-15/34, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 13-11-2008>
Art.3. De in artikel 59, derde lid, 1°, van het besluit bedoelde duur voor het opnieuw verkrijgen van de erkenning als syndicaal afgevaardigde, bedraagt drie jaar.
HOOFDSTUK II. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen.
Art.4. Het model bedoeld in artikel 69, eerste lid, van het besluit wordt vastgesteld in bijlage.
Art.5. Opgeheven worden :
1° de basisoverlegcomités bedoeld in het derde onderdeel van artikel 1 van het ministerieel besluit van 29 juli 1987 houdende oprichting van de basisoverlegcomités voor het ministerie van Justitie en aanduiding van hun voorzitters;
2° het ministerieel besluit van 23 oktober 1989 tot aanwijzing van de rijkswachtoverheid bevoegd om de berichten van de erkende syndicale organisaties te viseren;
3° het ministerieel besluit van 5 april 1995 houdende oprichting van een basisoverlegcomité bij de rijkswacht voor het burgerpersoneel tewerkgesteld bij de rijkswacht, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 13 november 1995;
4° het ministerieel besluit van 21 september 1999 tot vastlegging van de nadere regels inzake de financiering van het syndicaal opleidingsverlof ten gunste van de professionele representatieve syndicale organisatie van het personeel van het operationeel korps van de rijkswacht.
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.
Brussel, 8 mei 2002.
A. DUQUESNE
BIJLAGE.
Art. N. (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 31-05-2002, p. 23758).
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 8 mei 2002 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE.