6 JULI 2001. - Decreet houdende nadere regeling van het recht om verzoekschriften bij het Vlaams Parlement in te dienen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-08-2001 en tekstbijwerking tot 26-10-2005).
Art. 1-8
Artikel 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 118, § 2, van de Grondwet.
Art.2. Verzoekschriften worden aan het Vlaams Parlement of aan de voorzitter van het Vlaams Parlement gericht, en vermelden op leesbare wijze de naam en voornaam van de indiener of indieners.
Art.3. Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest behoort, noch op enige wijze hun belangen raakt, zijn onontvankelijk.
(Een brief of schriftelijk bericht wordt niet als verzoekschrift gekwalificeerd, als aan één of meer van de volgende voorwaarden is voldaan :
a) de schrijver uit louter een mening zonder concreet verzoek;
b) het geformuleerde verzoek is kennelijk niet ernstig;
c) het taalgebruik is beledigend.) <DVR 2005-07-08/58, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-08-2005>
Art.4. De eerste ondertekenaar van een verzoekschrift dat ingediend wordt door ten minste vijftienduizend verzoekers (...) heeft het recht gehoord te worden. <DVR 2005-07-08/58, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-08-2005>
Art.5. Tijdens een hoorzitting heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
Het Vlaams Parlement kan alleen uitspraak doen over verzoekschriften die verband houden met de rechten van het kind, zoals vastgelegd in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, aangenomen in New York op 20 november 1989, als advies van de Kinderrechtencommissaris, bedoeld in het decreet van 15 juli 1997 houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris, is ingewonnen. Indien de Kinderrechtencommissaris geen advies uitbrengt binnen de door het Vlaams Parlement opgelegde termijn, kan het Vlaams Parlement toch uitspraak doen over het verzoekschrift zonder dit advies.
Art.6. (Indien het verzoekschrift een klacht betreft) in de zin van artikel 3, eerste lid, 1°, en artikel 3, derde lid van het decreet van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse ombudsdienst, kan de voorzitter van het Vlaams Parlement met de toestemming van de verzoeker en na overleg met de Vlaamse ombudsman, het verzoekschrift naar de Vlaamse ombudsman doorzenden. <Erratum, zie B.St. 16.07.2002, p. 31603>
Art.7. Het decreet van 14 juli 1998 houdende regeling van de bij het Vlaams Parlement ingediende verzoekschriften, gewijzigd bij het decreet van 15 december 1998, wordt opgeheven.
Art. 8. Indien een verzoekschrift bij het Vlaams Parlement ingediend werd vr de datum van inwerkingtreding van dit decreet, heeft de indiener of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, het recht gehoord te worden.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 6 juli 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL.