19 APRIL 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 10, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 januari 1986, 22 juli 1988, 12 augustus 1994 en 7 juni 1995 worden de woorden "specialist voor radiotherapie" vervangen door "specialist voor radiotherapie-oncologie".
Art.2. In artikel 18, van dezelfde bijlage, § 1, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 23 mei 1985, 7 januari 1987, 22 juli 1988, 19 december 1991, 10 juli 1996 en 9 oktober 1998, § 2, A, gewijzigd door het koninklijk besluit van 7 januari 1987 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1.
§ 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
(Wijziging niet opgenomen om technische redenen, zie B. St. 28/04/2001, p. 13853 tot en meer 13855).
Art.3. Artikel 19 gewijzigd door de koninklijke besluiten van 14 oktober 1985, 7 januari 1987, 22 juli 1988, 13 november 1989, 9 december 1994 en 29 november 1996 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. De verstrekkingen opgenomen in artikel 18, § 1 worden enkel vergoed aan rechthebbenden die voldoen aan één van de hierna vermelde criteria of lijden aan één van hierna vermelde aandoeningen :
Categorie 1
Patiënten behandeld met uitwendige bestraling wegens volgende maligne en niet-maligne aandoeningen :
Maligne tumoren :
- metastasen (bot, hersenen, huid, lever, weke delen)
Niet-maligne aandoeningen
- heterotope botaanmaak
- hypersplenisme (miltbestraling)
- radiocastratie (ovarieel)
- preventie gynecomastie (bestraling borst bij prostaatcarcinoma)
Categorie 2
Patiënten behandeld met uitwendige bestraling met curatief oogmerk of met oog op definitieve tumorcontrole binnen een bestraald gebied wegens maligne of één van de volgende niet-maligne aandoeningen :
Niet-maligne aandoeningen :
- maculadegeneratie
- Graves'exophtalmie
- vertebrale hemangiomen
- hypophysetumoren
- goedaardige hersentumoren, ook meningeomen en craniopharyngeomen
- cerebrale arterioveneuze malformaties of hemangiomen
- chordoma
- midline granuloma
- agressieve fibromatose
- spondylitis ankylosans
Categorie 3
- Driedimensionele behandelingen bij patiënten van categorie 1 of 2 wegens hersentumoren, hoofd-hals tumoren (behalve larynx TI T2NO), longtumoren, prostaat, cervix, pancreas
- Mantelvelden (ziekte van Hodgkin) of infradiafragmatische complexe grote velden (ziekte van Hodgkin, testis of ovarium-carcinomen of lymfomen)
- Complexe velden voor medulloblastomen of ependymomen en andere kindertumoren
- Hyperfractionering bij patiënten van categorie 1 of 2
Categorie 4
- Totale lichaamsbestraling in het kader van een beenmerg-transplantatie
- Peroperatieve elektronenbestraling of foto-nenbestraling via lineaire versneller uitgerust met specifieke applicatoren.
De dosimetrische karakteristieken van de applicatoren moeten individueel voor elke beschikbare elektronenergie in 3 dimensies zijn opgemeten.
- Totale huid elektronentherapie (minimaal 15 fracties)
De dosimetrische karakteristieken van de gebruikte velden en hun aansluitingen moeten opgemeten zijn.
- Stereotactische radiotherapie voor AVM behandeling, meningiomen, hypofysetumoren en acusticus neurinomen, of bij maligne hersentumoren kleiner dan 3 cm.
- Radiotherapie met gemoduleerde intensiteit (IMRT) bij patiënten van categorie 3 volgens eén der volgende technieken :
tomotherapie, statische gesegmenteerde bundels (min 15 segmenten), dynamische multileafcollimatie (sliding window, close-in, dynamische wig is geen IMRT), patiëntindividueel vervaardigde compensatoren of IMAT.
Minstens 15 fracties dienen volgens IMRT toegediend te worden.
Voor de technieken met statische bundelincidenties, dienen de berekende fluentieprofielen van elke bundel bij het patiëntendossier te worden gevoegd.
Categorie 5
Patiënten behandeld met een combinatie van curietherapie en externe bestraling voor localisaties in neus-keel- en orengebied, oog, huidepitheliomen van meer dan 3 cm, sarcomen, pelvische, retroperitoneale en cerebrale lokalisaties.
Beide behandelingstypes zijn cumuleerbaar tijdens éénzelfde behandelingsperiode.
Categorie 6
Patiënten behandeld met een combinatie van curietherapie en externe bestraling voor borsttumoren en intraluminele toepassingen op slokdarm, bronchus of galwegen.
Beide behandelingstypes zijn cumuleerbaar tijdens éénzelfde behandelingsperiode.
Categorie 7
Patiënten die beantwoorden aan de criteria of lijden aan een aandoening opgenomen in categorie 1, exclusief behandeld met curietherapie.
Categorie 8
Patiënten die beantwoorden aan de criteria of lijden aan een aandoening opgenomen in categorie 2, exclusief behandeld met curietherapie.
Categorie 9
Patiënten exclusief behandeld met curietherapie of electronen wegens volgende maligne of niet-maligne aandoeningen :
Maligne tumoren :
- huidepitheliomen van minder dan 3 cm zonder metastasen.
Bij ontstentenis van fotografisch bewijs wordt elk huidepithelioom zonder metastase geacht de 3 cm niet te overschrijden.
Niet-maligne aandoeningen
- keloiden, keratoacanthoma
- pterygium
Categorie 10
Patiënten behandeld met intraluminele curietherapie voor coronaire of vasculaire restenosepreventie na angioplastie.
Categorie 11
Patiënten behandeld met conventionele bestraling of contacttherapie voor een van volgende maligne of niet-maligne aandoeningen.
Maligne tumoren :
- huidepitheliomen van minder dan 3 cm zonder metastasen
Bij ontstentenis van fotografisch bewijs wordt elk huidepithelioom zonder metastase geacht de 3 cm niet te overschrijden.
Niet-maligne aandoeningen :
- keloiden, keratoacanthoma
- pterygium
(§ 1bis. Onder complexe uitwendige bestraling wordt verstaan een bestraling waarbij het doelgebied is omschreven aan de hand van een CT en/of kernspintomografie van minstens 20 vlakken waarbij in minstens 10 vlakken het doelgebied en plaats van de kritieke organen werd vastgelegd op basis waarvan individuele bestralingsopzetten worden vervaardigd.) <Erratum, zie B.St. 18-05-2001, p. 16591-16592>
Onder fractie wordt verstaan één bestralingszitting per dag van één of meer velden.
Onder hyperfractionering wordt verstaan de meerdere bestralingszittingen per dag van één of meer velden met een tussenperiode van minstens 4 uren.
Curietherapie mag vergoed worden in een of meerdere fracties dewelke worden beschouwd als een bestralingsreeks.
Onder doelgebied wordt verstaan de tumor zelf, met een veiligheidsmarge om medisch en fysische redenen, samen met aangrenzende weiknoopgebieden die in dezelfde zitting worden behandeld.
De herhaling van een bestralingsreeks van éénzelfde doelgebied binnen hetzelfde jaar, te rekenen vanaf de aanvangsdatum van de eerste bestralingsreeks, mag niet aangerekend worden behoudens wanneer vooraf een aanvraag om herhaling op basis van een schriftelijk verslag opgemaakt door de geneesheer-coördinator van een multidisciplinair consult voor akkoord aan de adviserend geneesheer werd voorgelegd.
Deze bepaling is niet van toepassing voor patiënten van categorie 2 behandeld met herbestraling door curietherapie met curatief oogmerk of met het oog op een definitieve tumorcontrole voor recidief of tweede tumor binnen éénzelfde doelgebied.
De herhaling van een externe bestralingsreeks van een ander doelgebied tijdens hetzelfde jaar, mag voor de patiënten van categorie 1 en 2 slechts driemaal aangerekend en vergoed worden.
§ 2. De honoraria voor de verstrekkingen inzake nucleaire geneeskunde omvatten de kosten welke met die onderzoekingen verband houden. Nochtans is de prijs van de gebruikte producten niet begrepen in de honoraria die zijn vastgesteld voor de behandelingen en voor de tests met radioactieve isotopen, exclusief de radioactieve producten die worden gebruikt voor alle verstrekkingen van artikel 18, § 2, B, e.
§ 3. De honoraria voor de radiotherapeutische verstrekkingen en voor de behandelingen met radioactieve isotopen mogen tijdens eenzelfde bestralingsreeks maxium tweemaal gecumuleerd worden met de honoraria voor raadpleging in de spreekkamer van de geneesheer.
§ 4. Voor de radiotherapeutische verstrekkingen is de bekwaming van geneesheer-specialist voor radiotherapie-oncologie vereist, behoudens voor de oppervlaktetherapieën bedoeld onder de code 444334 - 444345 die mogen gehonoreerd worden wanneer ze verricht worden door een geneesheer erkend als geneesheer-specialist voor dermatologie-venereologie.
§ 5. De geneesheren die zijn erkend als specialist voor een ander specialisme dan radiotherapie-oncologie, mogen de verstrekkingen inzake radiotherapie aanrekenen die verwant zijn met hun specialisme.
De geneesheren die zijn erkend als specialist voor een ander specialisme dan nucleaire geneeskunde, mogen de verstrekkingen inzake nucleaire geneeskunde aanrekenen die verwant zijn met hun specialisme.
Nochtans mogen de verstrekkingen inzake curietherapie en nucleaire geneeskunde alleen worden verricht door de geneesheren en in de inrichtingen die, overeenkomstig de ter zake geldende wettelijke bepalingen, ertoe gemachtigd zijn radioactieve stoffen onder zich te houden en te gebruiken tot geneeskundige doeleinden.
§ 5bis. De apothekers en de licentiaten in de wetenschappen die door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, zijn erkend om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten en die bovendien door dezelfde Minister als bevoegd zijn erkend om tests met radio-isotopen in vitro te verrichten, mogen die in artikel 18, § 2, B, e, opgenomen verstrekkingen aanrekenen welke overeenstemmen met de groepen van verstrekkingen inzake klinische biologie waarvoor zij zijn erkend.
Nochtans mogen die verstrekkingen alleen worden verricht door de apothekers en de licentiaten in de wetenschappen en in de inrichtingen die overeenkomstig de ter zake geldende wettelijke bepalingen, ertoe gemachtigd zijn radioactieve stoffen onder zich te houden en te gebruiken tot geneeskundige doeleinden.
§ 5ter. De geneesheren specialist voor klinische biologie, die door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, zijn erkend om in het raam van de klinische biologie tests met radio-isotopen in vitro uit te voeren, mogen de in artikel 18, § 2, B, e, opgenomen verstrekkingen aanrekenen.
Nochtans mogen die verstrekkingen alleen worden verricht door de geneesheren, specialist voor klinische biologie, die overeenkomstig de terzake geldende wettelijke bepalingen ertoe gemachtigd zijn radio-actieve stoffen onder zich te houden en te gebruiken tot geneeskundige doeleinden.
§ 5quater. De geneesheren die vóór 19 maart 1985 door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, ertoe zijn gemachtigd radio-isotopen onder zich te houden en te gebruiken tot geneeskundige doeleinden in de aanwendingen in vitro en die, hoewel ze hun oorspronkelijke erkenning behouden, van vorenvermelde Minister bovendien een getuigschrift hebben bekomen waaruit hun bevoegdheid inzake nucleaire geneeskunde in vitro blijkt, mogen de in artikel 18, § 2, B, e), opgenomen verstrekkingen inzake nucleaire geneeskunde uitvoeren voor de patiënten die hun door een ander geneesheer worden gestuurd, net als voor hun eigen patiënten.
§ 5quinquies. Met betrekking tot de 22 verstrekkingen uit artikel 18, § 2, B, e), beoogd onder de nummers 433134 - 433145, 433031 - 433042, 433053 - 433064, 433075 - 433086, 433090 - 433101, 433112 - 433123, 433016 - 433020, 434571 - 434582, 434335 - 434346, 434394 - 434405, 434593 - 434604, 434615 - 434626, 434313 - 434324, 343630 - 434641, 434652 - 434663, 434674 - 434685, 436170 - 436181, 436192 - 436203, 436214 - 436225, 436236 - 236240, 438093 - 438104 en 438115 - 438126 en die eveneens in artikel 24 voorkomen onder de nummers 541391 - 541402, 541413 - 541424, 541435 - 541446, 541450 - 541461, 541472 - 541483, 541494 - 541505, 542010 - 542021, 546114 - 546125, 546136 - 546140, 546151 - 546162, 546173 - 546184, 546195 - 546206, 546210 - 546221, 546232 - 546243, 546276 - 546280, 546291 - 546302, 548310 - 548321, 548332 - 548343, 548354 - 548365, 548376 - 548380, 556253 - 556264 en 556275 - 556286, dient te worden opgemerkt, dat de verstrekkers die bevoegd zijn om deze 22 analyses uit de nucleaire klinische biologie uit te voeren, eveneens de verwante overeenstemmende 22 verstrekkingen uit artikel 24 mogen uitvoeren en aanrekenen.
Die toegang tot de 22 verstrekkingen uit artikel 24 geldt slechts zolang de voornoemde 22 verstrekkingen eveneens substantieel volgens de isotopenmethode worden verricht
§ 6. De honoraria voor de curietherapeutische verstrekkingen en de behandelingen met radioactieve isotopen dekken de manipulaties voor het aanbrengen van de producten : curiepunctuur, intracavitaire applicaties inclusief de dilatatie van de baarmoederhals, vervaardigen van gemouleerde oppervlaktetoestellen of herbruikbare toestellen, die de radioactieve bron bevatten.
De radioactieve producten gebruikt voor curietherapie of metabole behandelingen worden terugbetaald op basis van het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten.
De gemouleerde toestellen met loodprotectie vervaardigd voor curietherapie bij neus-, keel en orenindicaties worden beschouwd als individuele blokken en mogen aangerekend worden onder verstrekking 444592 - 444603.
De tandprothesen die de radioactieve bron bevatten mogen aangerekend worden onder verstrekking 317295 - 317306 en vergoed volgens de modaliteiten voorzien in artikel 15, § 7.
De heelkundige handelingen en anesthesieën die nodig zijn voor de applicaties van radioisotopen, mogen worden aangerekend volgens de voor die specialismen gelden de bepalingen.
§ 7. De radiografische onderzoekingen die worden verricht voor de controle op het aanbrengen van radifere toestellen of voor de controle op de centrages van de teleradiotherapiebehandelingen, mogen worden aangerekend overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn inzake röntgendiagnose, met uitsluiting van de radiografieën die met therapietoestellen of een simulatietoestel worden genomen.
§ 8. Benevens het volgnummer van de verstrekkingen inzake nucleaire geneeskunde, moeten ook de typen van de tests en scintigrafieën die zijn opgenomen in artikel 18, § 2, B, a), b), c), op de getuigschriften voor verstrekte hulp worden vermeld.
Benevens het volgnummer van de radiotherapie-verstrekkingen moeten de begin- en einddatum van de bestralingsreeks, het aantal zittingen en de respectievelijke data op het getuigschrift voor verstrekte hulp worden vermeld.
§ 8bis. De centra voor radiotherapie zijn verplicht deel te nemen aan de activiteiten van de Peer Review Commissie, ingesteld door het Ministerie van Volksgezondheid. Deze Peer Review Commissie rapporteert jaarlijks aan het RIZIV de globale resultaten van de toetsing in functie van verdere correcties en/of aanpassingen van de nomenclatuur.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Evenwel moeten de behandelingen die begonnen werden vóór het in werking treden van dit koninklijk besluit en die beëindigd werden na deze datum, aangerekend worden op basis van de verstrekkingsnummers, omschrijvingen en toepassingsregels die voorzien waren vóór het in werking treden van dit besluit.
Art. 5. Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 april 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE.