Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

14 FEBRUARI 2001. - Koninklijk besluit betreffende de invoering van een premiestelsel om het inbouwen van een LPG-installatie in wagens te promoten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-04-2001 en tekstbijwerking tot 24-11-2004).



Inhoudstafel:

Werkingssfeer.
Art. 1
Definities.
Art. 2
Indiening.
Art. 3
Aanvraagformulier.
Art. 4
Periode.
Art. 5
Indieningstermijn.
Art. 6
Naleving.
Art. 7
Overgangsbepaling.
Art. 8
Inwerkingtreding.
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2001022169  2002023015  2004022885 



Artikels:

Werkingssfeer.
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de inbouw door een installateur van een nieuwe LPG-installatie in personenwagens, auto's voor dubbel gebruik en minibussen die reeds in België in het verkeer gesteld zijn.
  Dit besluit is uitsluitend van toepassing op natuurlijke personen en privaatrechtelijke rechtspersonen.

Definities.
Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " LPG " : elk product hoofdzakelijk samengesteld uit volgende koolwaterstoffen : propaan, propeen (propyleen), normaal butaan, isobutaan, isobutyleen, buteen (butyleen) en ethaan;
  2° " LPG-installatie " : een nieuwe LPG-installatie die voldoet aan de internationale normen;
  3° " installateur " : de installateur die geregistreerd is in het handelsregister en die over een BTW-nummer beschikt;
  4° " wagen " : personenwagens, auto's voor dubbel gebruik en minibussen die voorzien zijn van een benzinemotor en die reeds in België in het verkeer gesteld zijn;
  5° " personenwagen " : een voertuig als bedoeld in artikel 1, § 2, 2°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;
  6° " auto voor dubbel gebruik " : een voertuig als bedoeld in artikel 1, § 2, 3°, van hetzelfde besluit;
  7° " minibus " : een voertuig als bedoeld in artikel 1, § 2, 4°, van hetzelfde besluit.

Indiening.
Art.3. Binnen de perken van de begrotingskredieten kan elke persoon voor een op zijn naam ingeschreven wagen een premie krijgen indien hij kan aantonen dat hij, met naleving van de voorwaarden in artikel 5 van dit besluit, een LPG-installatie heeft laten plaatsen in zijn wagen. De premie bedraagt 508,18 EUR.
  Hiertoe dient hij een dossier in te dienen dat moet bestaan uit een aanvraagformulier, een origineel duplicaat van de betreffende factuur, een kopie van het schouwingsbewijs voor de LPG-installatie, een kopie van het inschrijvingsbewijs en een kopie van het gelijkvormigheidsattest van het voertuig.
  Het ontbreken van een van de documenten vermeld in artikel 3,lid 2, leidt tot het weigeren van het uitbetalen van de premie. De indiener wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.
  De Minister die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met het uitwerken van de praktische modaliteiten.

Aanvraagformulier.
Art.4. De Minister die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met het uitwerken van het aanvraagformulier.

Periode.
Art.5. De LPG-installatie moet, overeenkomstig artikel 14, tweede lid, van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, worden geplaatst tijdens de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2002. De datum van de plaatsing moet worden vermeld in de factuur en de schouwing dient gebeurd te zijn binnen 30 dagen na de plaatsing.

Indieningstermijn.
Art.6. <KB 2004-10-08/39, art. 1, 003 ; Inwerkingtreding : 01-12-2002> De dossiers met betrekking tot de plaatsingen tussen 1 januari 2001 en 31 december 2001 alsook tussen 1 januari 2002 en 31 december 2002 mogen ingediend worden tot 31 augustus 2003.

Naleving.
Art.7. De ambtenaren van (het Directoraat-generaal Leefmilieu) zijn belast met de controle op de naleving van dit besluit.
  De Minister die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met het uitwerken van de organisatie van de controle. <KB 2004-10-08/39, art. 2, 003 ; Inwerkingtreding : 01-12-2002>

Overgangsbepaling.
Art.8. Voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001 geldt in de plaats van het bedrag van " 508,18 EUR ", vermeld in artikel 3, lid 1, het bedrag van " 20 500 BEF ".

Inwerkingtreding.
Art.9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 10. Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 14 februari 2001.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
  Mevr. M. AELVOET.