27 JUNI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1971 houdende het statuut van het personeel van het Federaal Planbureau.
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 9 van het koninklijk besluit van 9 juni 1971 houdende het statuut van het personeel van het Federaal Planbureau worden tussen het eerste en het tweede lid de volgende leden ingevoegd :
" Nochtans, indien het belang van de dienst er niet onder lijdt, kunnen de leden die bekleed zijn met een van de graden die de vlakke loopbaan uitmaken, en ten minste vier jaar dienstanciënniteit bij het Federaal Planbureau hebben, onder bepaalde voorwaarden de toelating krijgen om een functie uit te oefenen in een ministerieel kabinet.
Gedurende die afwezigheid is het lid met verlof. Dat verlof wordt niet bezoldigd. Het wordt voor het overige gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Het aantal leden dat kan genieten van bedoeld verlof, mag op geen enkel ogenblik 10 percent (afgerond tot de hogere eenheid) overschrijden van het totaal aantal leden, voorzien op de personeelsformatie.
Dit verlof wordt per lid maximaal toegestaan voor de duur van twee legislaturen.
De verlofaanvraag, vergezeld van het gemotiveerd advies van de Directieraad, wordt gericht aan de Ministers die het gezag uitoefenen over het Federaal Planbureau. Zij nemen een gemotiveerde beslissing ".
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.
Art. 3. Onze Eerste Minister en Onze Minister van Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 juni 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
G. VERHOFSTADT
De Minister van Economie,
Ch. PICQUE.