30 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende verbod op sommige dierproeven. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-01-2002 en tekstbijwerking tot 28-02-2022)
Art. 1, 1bis
Art. 1bis Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 1bis Vlaams Gewest
Art. 1ter, 1quater, 1quinquies, 1sexies, 2
Art. 2 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
BIJLAGE.
Art. N
2004022354 2005022113 2008024478 2009024178 2009024238 2018015737 2022030803
Artikel 1. Dierproeven voor de evaluatie van huidcorrosiviteit en fototoxiciteit zijn verboden.
Art. 1bis. <Ingevoegd bij KB 2004-04-25/63, art. 1; Inwerkingtreding : 29-05-2004> § 1. Dierproeven voor de productie van monoklonale antistoffen door de ascitesmethode zijn verboden.
§ 2. In afwijking van § 1 kan de Dienst belast met de bescherming van dieren, voor uitzonderlijke gevallen die hierna zijn vermeld en na advies van het Deontologisch Comité, ontheffing verlenen :
i) Het verwerven van monoklonale antilichamen voor therapeutische doeleinden in voldoende hoeveelheden wanneer het om noodgevallen gaat;
ii) Wanneer duidelijk is aangetoond dat bepaalde monoklonale antilichamen niet in vitro kunnen geproduceerd worden.
§ 3. De aanvragen voor de in § 2 bedoelde ontheffing moeten ingediend worden overeenkomstig de in bijlage bij dit besluit vermelde voorwaarden.
Art.1bis_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. <Ingevoegd bij KB 2004-04-25/63, art. 1; Inwerkingtreding : 29-05-2004> § 1. Dierproeven voor de productie van monoklonale antistoffen door de ascitesmethode zijn verboden. § 2. [1 In afwijking van paragraaf 1 kan Leefmilieu Brussel, voor uitzonderlijke gevallen die hierna zijn vermeld en na advies van de Brusselse Commissie voor dierproeven, een ontheffing verlenen]1 : i) Het verwerven van monoklonale antilichamen voor therapeutische doeleinden in voldoende hoeveelheden wanneer het om noodgevallen gaat; ii) Wanneer duidelijk is aangetoond dat bepaalde monoklonale antilichamen niet in vitro kunnen geproduceerd worden. § 3. De aanvragen voor de in § 2 bedoelde ontheffing moeten ingediend worden overeenkomstig de in bijlage bij dit besluit vermelde voorwaarden.
----------
(1)<BESL 2022-02-03/11, art. 34, 004; Inwerkingtreding : 10-03-2022>
Art.1bis_VLAAMS_GEWEST. <Ingevoegd bij KB 2004-04-25/63, art. 1; Inwerkingtreding : 29-05-2004> § 1. Dierproeven voor de productie van monoklonale antistoffen door de ascitesmethode zijn verboden. § 2. In afwijking van § 1 kan [1 de Dienst]1, voor uitzonderlijke gevallen die hierna zijn vermeld en na advies van [1 de Proefdierencommissie, vermeld in artikel 28 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren]1, ontheffing verlenen : i) Het verwerven van monoklonale antilichamen voor therapeutische doeleinden in voldoende hoeveelheden wanneer het om noodgevallen gaat; ii) Wanneer duidelijk is aangetoond dat bepaalde monoklonale antilichamen niet in vitro kunnen geproduceerd worden. § 3. De aanvragen voor de in § 2 bedoelde ontheffing moeten ingediend worden overeenkomstig de in bijlage bij dit besluit vermelde voorwaarden.
----------
(1)<BVR 2018-11-23/15, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 25-01-2019>
Art. 1ter. <Ingevoegd bij KB 2005-01-19/37, art. 1, Inwerkingtreding : 20-02-2005> Het is verboden dierproeven uit te voeren om te voldoen aan de eisen van het koninklijk besluit van 15 oktober 1997 betreffende cosmetica zowel voor wat betreft de eindproducten als voor wat betreft de ingrediënten of de combinaties van ingrediënten van cosmetische producten zoals die zijn gedefinieerd in hetzelfde besluit.
Art. 1quater. [1 In afwijking van het eerste lid worden enkel in vivo huid corrosiviteit testen toegestaan voor de bepaling van acute toxiciteit conform Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH).]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2009-05-06/09, art. 1; Inwerkingtreding : 10-07-2009>
Art. 1quinquies. <ingevoegd bij KB 2008-10-28/36, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-2011> Dierproeven voor de ontwikkeling van tabaksproducten zijn verboden.
Art. 1sexies.[1 Het is verboden dierproeven uit te voeren op de volgende soorten :
1. Chimpansee (Pan troglodytes);
2. Bonobo (Pan paniscus);
3. Orang-oetan (Pongo pygmaeus, Pongo abelii);
4. Gorilla (Gorilla gorilla, Gorilla beringei).
[1 Eerste en tweede lid opgeheven.]1
----------
(1)<KB 2013-05-29/12, art. 46, 002; Inwerkingtreding : 10-07-2013>
Art.2. Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.2_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu [1 en de minister bevoegd voor Dierenwelzijn worden belast]1 met de uitvoering van dit besluit.
----------
(1)<BESL 2022-02-03/11, art. 35, 004; Inwerkingtreding : 10-03-2022>
BIJLAGE.
Art. N. <Ingevoegd bij KB 2004-04-25/63, art. 2; Inwerkingtreding : 29-05-2004> Voorwaarden voor het indienen van een aanvraag voor een ontheffing voor het gebruik van de ascitesmethode voor de productie van monoklonale antistoffen.
De verantwoordelijke van het aanvragend laboratorium moet op bevredigende wijze aantonen :
a) Ofwel dat het een noodgeval betreft en dat met in vitro methoden onvoldoende hoeveelheden monoklonale antilichamen voor therapeutische doeleinden kunnen verkregen worden;
b) Of dat het niet mogelijk is bepaalde monoklonale antilichamen in vitro te produceren.
De aanvraag voor de ontheffing moet bovendien bijkomende informatie bevatten over :
a) De reden van gebruik van de monoklonale antilichamen en de nodige hoeveelheid;
b) Het niet commercieel beschikbaar zijn van deze antistoffen geproduceerd door in vitro methoden;
c) De soort (met vermelding van de stam) en het aantal dieren voorzien voor de productie van monoklonale antistoffen;
d) Het gebruik en de toepassing van stoffen voor de voorafgaande behandeling van de buikholte;
e) De duur tussen de voorafgaande behandelingen en het inbrengen van de hybridoma cellen;
f) De duur voorzien tussen het inbrengen van de hybridoma cellen en het verzamelen van het buikvocht;
g) Het aantal keer dat ascitesvocht per dier verzameld wordt;
h) De garanties van een adequate controle van het welzijn van de dieren.