20 JULI 2001. - Koninklijk besluit betreffende de verplichte bijdragen aan het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten voor de rundersector.
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Verplichte bijdragen.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 4-7
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
1° Rund : elk dier van het rundveeras, ongeacht het geslacht, met uitsluiting van de kalveren;
2° Kalf : elk dier van het rundveeras, ongeacht het geslacht, met een levend gewicht van niet meer dan 220 kg en dat nog geen vaste tanden heeft;
3° Fonds : Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten.
HOOFDSTUK II. - Verplichte bijdragen.
Art.2. De verplichte bijdrage ten laste van de slachthuizen, bedoeld in artikel 5, 1° van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, wordt als volgt vastgesteld :
1° voor de runderen geslacht tussen 1 maart 2001 en 31 mei 2001, met uitsluiting van de kalveren : 0 frank;
2° voor de runderen geslacht na 31 mei 2001, met uitsluiting van de kalveren : 10,15 EUR;
Art.3. De bepalingen van artikel 14, leden 2 en 3 en de bepalingen van de artikelen 17, eerste lid en 18 van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten zijn van toepassing op de verplichte bijdrage bedoeld in artikel 2.
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art.4. Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten.
Art.5. Voor de periode van 1 juni 2001 tot 31 december 2001 geldt in de plaats van het bedrag van 10,15 EUR, vermeld in artikel 2, het bedrag van 410 frank.
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2001.
Art. 7. Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 juli 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu,
Mevr. M. AELVOET.