4 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen.
Art. 1-3
Artikel 1. In punt 3 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° voor CHLOORMEQUAT wordt tussen de maximale gehalten "noten (al dan niet in de dop, schil of schaal 0* (0.1)" en "olijven 0* (0.1)" het maximale gehalte "peren 0.5 (t)" ingevoegd en wordt tussen de maximale gehalten "olijven 0* (0.1)" en "oliehoudende zaden 0* (0.1)" het maximale gehalte "gekweekte paddestoelen 10" ingevoegd;
2° voor CHLOORTHALONIL wordt tussen de maximale gehalten "aardbeien 3" en "frambozen 10" het maximale gehalte "bramen 10" ingevoegd;
3° voor DICOFOL wordt het maximale gehalte "wijndruiven 2" door het maximale gehalte "druiven 2" vervangen;
4° voor DICOFOL wordt tussen de maximale gehalten "druiven 2" en "cucurbitaceae met eetbare schil 0.2" het maximale gehalte "tomaten 1" ingevoegd;
5° voor ENDOSULFAN wordt tussen de maximale gehalten "tomaten 0.5" en "cucurbitaceae met niet-eetbare schil 0.3" het maximale gehalte "pepers-paprika's 1" ingevoegd;
6° op het einde van het punt 3 wordt de volgende verklarende nota toegevoegd : "(t) : tijdelijk maximaal gehalte aan residuen tot en met 31 juli 2003";
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2001.
Art. 3. Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
Mevr. M. AELVOET.