12 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 december 1994 tot uitvoering van Hoofdstuk II van Titel IV van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 1, § 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 27 december 1994 tot uitvoering van Hoofdstuk II van Titel IV van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 juni 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998, wordt vervangen als volgt :
" 2° de werkzoekenden die gedurende een ononderbroken periode van twaalf of vierentwintig maanden, gerekend van datum tot datum, die aan de indienstneming voorafgaan, ingeschreven zijn als werkzoekende bij een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en die op het ogenblik van de indienstneming hetzij :
a) het bestaansminimum genieten, bepaald bij de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum;
b) financiële sociale bijstand genieten en :
- ofwel ingeschreven zijn in het bevolkingsregister;
- ofwel beschikken over een verblijfsvergunning van onbepaalde duur;
- ofwel beschikken over een verblijfsvergunning met toepassing van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980, betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, in zoverre de verlenging van de verblijfsvergunning onderworpen is aan de voorwaarde tewerkgesteld te zijn;
- ofwel gerechtigd of toegelaten zijn, met toepassing van de artikelen 9 of 10 van voormelde wet van 15 december 1980, voor een bepaalde duur te verblijven in zoverre in de mogelijkheid van een verblijfsvergunning van onbepaalde duur uitdrukkelijk voorzien is.
Worden gelijkgesteld met een periode van inschrijving als werkzoekende bij een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling :
a) de periodes tijdens welke de werkzoekenden het bestaansminimum of financiële sociale bijstand, zoals bedoeld in het eerste lid, genoten;
b) een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
c) een tewerkstelling in een doorstromingsprogramma met toepassing van het koninklijk besluit van 9 juni 1997 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de doorstromingsprogramma's;
d) een tewerkstelling in een erkende arbeidspost met toepassing van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de herinschakeling van de langdurig werklozen;
e) een tewerkstelling met een startbaanovereenkomst, met toepassing van Hoofdstuk VIII van Titel II van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, van een werknemer die geen getuigschrift of diploma van het hoger secundair onderwijs bezit. ".
Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 maart 1995, 10 augustus 1998 en 18 juli 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) het eerste lid, 1°, wordt vervangen als volgt :
" 1° voor de werkzoekenden die gedurende de twaalf maanden, die aan de indienstneming voorafgaan, voldoen aan de voorwaarden inzake de vergoede werkloosheidsduur of inzake de inschrijvingsduur als werkzoekende indien zij het bestaansminimum of financiële sociale bijstand genieten, zoals bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 2°, evenals voor de werkzoekenden bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 3° tot en met 11° en 13° tot en met 16° :
- 75 % vanaf de indienstneming tot het einde van het vierde kwartaal volgend op dat waarin de indienstneming heeft plaatsgehad;
- 50 % gedurende het vijfde tot en met het achtste kwartaal volgend op dat waarin de indienstneming heeft plaatsgehad. ".
b) het eerste lid, 2°, wordt vervangen als volgt :
" 2° voor de werkzoekenden die gedurende de vierentwintig maanden, die aan de indienstneming voorafgaan, voldoen aan de voorwaarden inzake de vergoede werkloosheidsduur of inzake de inschrijvingsduur als werkzoekende indien zij het bestaansminimum of de financiële sociale bijstand genieten, zoals bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 2° :
- 100 % vanaf de indienstneming tot het einde van het vierde kwartaal volgend op dat waarin de indienstneming heeft plaatsgehad;
- 75 % gedurende het vijfde tot en met het achtste kwartaal volgend op dat waarin de indienstneming heeft plaatsgehad. ".
Art.3. Artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 december 1996, wordt vervangen als volgt :
" Deze bepalingen zijn van toepassing op indienstnemingen die plaatsvinden vanaf 1 januari 1995 ".
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 3 dat uitwerking heeft met ingang van 1 december 2000.
Art. 5. Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 september 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE.