Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

8 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot bepaling van het bedrag van de opbrengst van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 71, 1° van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, en tot bepaling van de modaliteiten van de besteding van deze opbrengst aan het Fonds voor de ziekenhuizen en de psychiatrische verzorgingstehuizen van de publieke sector aangesloten bij de RSZ.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1999012424 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot bepaling van het bedrag van de opbrengst van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 71,1° van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, en tot bepaling van de modaliteiten van de besteding van deze opbrengst aan het Fonds voor de ziekenhuizen en de psychiatrische verzorgingstehuizen van de publieke sector aangesloten bij de RSZ, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 maart 2000 en 8 juni 2000, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 2. Voor het eerste semester 2001, stort de Rijksdienst voor sociale zekerheid aan het Fonds voor de ziekenhuizen en de psychiatrische verzorgingstehuizen van de publieke sector aangesloten bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid het volgende bedrag : 4 578 543,82 EUR. ".

Art.2. Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 maart 2000, 8 juni 2000 en 9 juli 2000, wordt opgeheven.

Art.3. Voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2001, geldt in de plaats van het bedrag van " 4 578 543,82 EUR ", vermeld in artikel 1, het bedrag van " 184 698 000 BEF ".

Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang op 1 januari 2001.

Art. 5. Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 8 maart 2001.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Werkgelegenheid,
  Mevr. L. ONKELINX
  De Minister van Volksgezondheid,
  Mevr. M. AELVOET
  De Minister van Sociale Zaken,
  F. VANDENBROUCKE.