11 JANUARI 2001. - Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van het personeel tewerkgesteld in sommige ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit is enkel van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, paritaire sectie voor de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren, ressorteren, waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit :
- het verhuren van diensten en/of materieel voor het uitvoeren van allerlei hijswerken;
- het uitvoeren van allerlei hijswerken.
Voor de toepassing van dit besluit worden onder ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren, verstaan de firma's die gespecialiseerd zijn in het monteren, demonteren, afbreken op openluchtwerven van metalen gebinten en onderdelen van bruggen, reservoirs, gashouders, zwaar ketelwerk, bestanddelen van zware machinebouw, petroleuminstallaties, alsmede het hanteren van zware stukken en het optrekken van metalen stellingen. Deze ondernemingen werken doorgaans voor rekening van de firma's welke het bovenvermeld materiaal hebben vervaardigd of voor deze welke het hebben gekocht en het gebruik ervan hebben.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder overbruggingstijd verstaan, de tijd gedurende welke de werklieden bedoeld in artikel 1, die in de nabijheid moeten blijven van de kraan en voor hun werkzaamheden afhankelijk zijn van die kraan, op de plaats van de tewerkstelling hun werkzaamheden niet kunnen aanvangen of verder zetten.
Art.3. De overbruggingstijd bedoeld in artikel 2 wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van de wettelijke en conventionele arbeidsduur, op voorwaarde dat :
1° er op ondernemingsvlak een collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten die zowel de verloning als de modaliteiten inzake deze overbruggingstijd regelt. De verloning mag in geen geval lager zijn dan bepaald in artikel 3, a), van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1991, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 31 mei 1994;
2° de normale daggrens, bepaald in het arbeidsreglement van de onderneming, reeds is bereikt;
3° de normale weekgrens inzake arbeidsduur reeds is bereikt;
4° de niet met arbeidstijd gelijkgestelde overbruggingstijd beperkt wordt tot maximum 1 uur per dag en 5 uren per week.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 januari 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX.