Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

14 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat het aanvullend toezicht op Belgische verzekeringsondernemingen in een verzekeringsgroep betreft, van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. (NOTA : De woorden "Controledienst voor de Verzekeringen", "Controledienst" en "Dienst" worden vervangen door ofwel "CBFA", ofwel "Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen", volgens de art. 26 en 33 van KB 2003-03-25/34 ; Inwerkingtreding : 01-01-2004)



Inhoudstafel:


Art. 1-3
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991011037 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, een laatste maal gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 1999, wordt een artikel 19bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " Art. 19bis. De Belgische verzekeringsondernemingen, die zich in het geval bevinden, bedoeld in artikel 91ter, § 1, 1°, van de wet, berekenen een aangepaste solvabiliteitsmarge volgens de regels vastgesteld in bijlage V, I, van dit besluit.
  De Belgische verzekeringsondernemingen, die zich in het geval bevinden, bedoeld in artikel 91ter, § 1, 2°, van de wet, worden onderworpen aan de methode van aanvullend toezicht volgens de regels vastgesteld in bijlage V, II, van dit besluit. ".

Art.2. De in bijlage bij dit besluit opgenomen regeling wordt als bijlage V gevoegd bij het voormelde koninklijk besluit van 22 februari 1991.

Art.3. Onze minister, tot wiens bevoegdheid de economische zaken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 14 maart 2001.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Economie,
  Ch. PICQUE

BIJLAGE.
Art. N. Bijlage V. Aanvullend toezicht op verzekeringsondernemingen in een verzekeringsgroep.
  I. Aanvullend toezicht op deelnemende Belgische verzekeringsondernemingen.
  1. Berekeningsmethode en algemene principes.
  1.1. Algemene bepalingen.
  De berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge van de in artikel 91nonies, § 1 bedoelde deelnemende Belgische verzekeringsondernemingen wordt uitgevoerd volgens de methode gebaseerd op de consolidatie van jaarrekeningen, zoals deze beschreven wordt in punt I.2 van deze bijlage. De Controledienst kan evenwel op elk ogenblik de toepassing van de methode van aftrek en aggregatie, zoals deze beschreven wordt in punt I.3 van deze bijlage toestaan of opleggen, wanneer die methode meer gepast is.
  Wanneer de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming meer dan één met haar verbonden verzekeringsonderneming heeft, wordt de aangepaste solvabiliteitsmarge berekend door elk van deze verbonden verzekeringsondernemingen te integreren.
  Wanneer een verzekeringsonderneming verbonden met de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming waarvoor de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge wordt uitgevoerd, haar maatschappelijke zetel in een andere Lid-Staat dan België heeft, wordt bij de berekening met betrekking tot deze verbonden onderneming rekening gehouden met de solvabiliteitspositie, zoals die door de bevoegde autoriteiten van die andere Lid-Staat wordt beoordeeld.
  Ongeacht welke methode wordt toegepast, wordt echter, indien de verbonden onderneming een dochteronderneming is en een solvabiliteitstekort vertoont, het totale solvabiliteitstekort van de dochteronderneming in aanmerking genomen.
  Ingeval de Controledienst van mening, is dat de aansprakelijkheid van de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming die een gedeelte van het kapitaal in eigendom heeft, strikt en ondubbelzinnig tot dat gedeelte van het kapitaal beperkt is, kan de Controledienst toestaan dat het solvabiliteitstekort van de dochteronderneming evenwel op proportionele grondslag in aanmerking wordt genomen.
  1.2. Uitsluiting van het meerdere malen gebruiken van bestanddelen van de solvabiliteitsmarge.
  a) Algemene behandeling van de bestanddelen van de solvabiliteitsmarge.
  Ongeacht welke methode wordt toegepast bij de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge van een deelnemende Belgische verzekeringsonderneming, moet worden uitgesloten dat de bestanddelen van de solvabiliteitsmarge meerdere malen worden gebruikt voor de verschillende verzekeringsondernemingen die bij die berekening betrokken zijn. Daartoe, moeten volgende waarden van de bestanddelen van de aangepaste solvabiliteitsmarge afgetrokken worden :
  - de waarde van activa van een deelnemende Belgische verzekeringsonderneming die de financiering vertegenwoordigen van bestanddelen van de solvabiliteitsmarge van een van de met haar verbonden verzekeringsondernemingen;
  - de waarde van activa van een met die deelnemende Belgische verzekeringsonderneming verbonden verzekeringsonderneming die de financiering vertegenwoordigen van bestanddelen van de solvabiliteitsmarge van deze deelnemende Belgische verzekeringsonderneming;
  - de waarde van activa van een met die deelnemende Belgische verzekeringsonderneming verbonden verzekeringsonderneming die de financiering vertegenwoordigen van bestanddelen van de solvabiliteitsmarge van andere met die deelnemende Belgische verzekeringsonderneming verbonden verzekeringsondernemingen.
  b) Behandeling van bepaalde bestanddelen van de aangepaste solvabiliteitsmarge.
  Onverminderd de bepalingen van punt I.1.2, a), van deze bijlage, mogen :
  - winstreserves en toekomstige winsten die gegenereerd worden in een met de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming waarvoor de aangepaste solvabiliteitsmarge wordt berekend verbonden levensverzekeringsonderneming, en,
  - het geplaatste maar niet-gestorte gedeelte van het kapitaal van een met de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming waarvoor de aangepaste solvabiliteitsmarge wordt berekend verbonden verzekeringsonderneming,
  alleen in aanmerking genomen worden als bestanddelen van de aangepaste solvabiliteitsmarge voorzover zij in aanmerking mogen worden genomen voor de samenstelling van de solvabiliteitsmarge van die verbonden onderneming. Het gedeelte van het kapitaal van die verbonden onderneming dat geplaatst maar niet gestort is door de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming waarvoor de aangepaste solvabiliteitsmarge wordt berekend, kan echter niet in aanmerking worden genomen voor de samenstelling van de aangepaste solvabiliteitsmarge.
  Het gedeelte van het kapitaal van de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming dat geplaatst maar niet gestort is door een met deze deelnemende Belgische verzekeringsonderneming waarvoor de aangepaste solvabiliteitsmarge wordt berekend verbonden onderneming, kan niet in aanmerking worden genomen voor de samenstelling van de aangepaste solvabiliteitsmarge.
  Het gedeelte van het kapitaal van een met de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming verbonden onderneming dat geplaatst maar niet gestort is door een andere met deze deelnemende Belgische verzekeringsonderneming waarvoor de aangepaste solvabiliteitsmarge wordt berekend verbonden onderneming, kan niet in aanmerking worden genomen voor de samenstelling van de aangepaste solvabiliteitsmarge.
  c) Overdraagbaarheid.
  Indien de Controledienst van oordeel, is dat bepaalde andere dan de in punt I.1.2 bedoelde bestanddelen van de solvabiliteitsmarge van een verbonden verzekeringsonderneming niet effectief beschikbaar kunnen komen voor de dekking van de solvabiliteitsmargevereiste van de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming waarvoor de aangepaste solvabiliteitsmarge wordt berekend, verzet hij zich tegen het in aanmerking nemen van deze bestanddelen in de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge boven het bedrag waarvoor zij in aanmerking mogen genomen worden voor de samenstelling van de solvabiliteitsmarge van de verbonden onderneming.
  d) De som van de in de punten I.1.2, b) en c), van deze bijlage bedoelde bestanddelen mag de solvabiliteitsvereiste van de verbonden verzekeringsonderneming niet overschrijden.
  1.3. Uitsluiting van het creëren van vermogensbestanddelen binnen een groep.
  Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge, worden, buiten beschouwing gelaten, de bestanddelen van de solvabiliteitsmarge die afkomstig zijn van een wederzijdse financiering tussen de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming en :
  - een daarmee verbonden onderneming;
  - een daarin deelnemende onderneming;
  - een andere verbonden onderneming van een van haar deelnemende ondernemingen.
  Voorts, worden, buiten beschouwing gelaten, de bestanddelen van de solvabiliteitsmarge van een met de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming waarvoor de aangepaste solvabiliteitsmarge wordt berekend verbonden verzekeringsonderneming, wanneer die bestanddelen afkomstig zijn van een wederzijdse financiering met een andere met die deelnemende Belgische verzekeringsonderneming verbonden onderneming.
  Er is met name sprake van wederzijdse financiering wanneer een deelnemende Belgische verzekeringsonderneming of een van de met haar verbonden ondernemingen houdster is van aandelen in of leningen verstrekt aan een andere onderneming die, rechtstreeks of onrechtstreeks, houdster is van een bestanddeel van de solvabiliteitsmarge van de eerste onderneming.
  1.4. Toepassing van de berekeningsmethoden.
  a) Herverzekeringsondernemingen.
  Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge van een in een herverzekeringsonderneming deelnemende Belgische verzekeringsonderneming, wordt deze verbonden herverzekeringsonderneming, louter voor de berekening, op soortgelijke wijze behandeld als een verbonden verzekeringsonderneming, waarbij de algemene beginselen en de methoden van deze bijlage worden toegepast. Daartoe, wordt een theoretische solvabiliteitsvereiste berekend voor iedere verbonden herverzekeringsonderneming, volgens dezelfde regels als die van artikel 18 van dit besluit. Mochten die regels echter zeer moeilijk toepasbaar zijn, dan kan de Controledienst toestaan dat de theoretische solvabiliteitsvereiste voor levensverzekering wordt berekend op grond van het eerste resultaat als bedoeld in artikel 18A van dit besluit. Dezelfde bestanddelen, als bedoeld in artikel 15bis van de wet, mogen in aanmerking worden genomen voor de theoretische solvabiliteitsmarge. De activa en passiva worden gewaardeerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen.
  b) Gemeenschappelijke kassen, private ondernemingen met vaste premies, openbare instellingen, gespecialiseerd in de verrichtingen bedoeld in de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en in de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk, en voor beroepsziekten in de overheidssector.
  Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge van een in een gemeenschappelijke kas, private onderneming met vaste premies of openbare instelling, gespecialiseerd in de verzekering van arbeidsongevallen, deelnemende verzekeringsonderneming, wordt deze gemeenschappelijke kas, private onderneming met vaste premies of openbare instelling, gespecialiseerd in de verzekering van arbeidsongevallen, louter voor de berekening, op soortgelijke wijze behandeld als een verbonden verzekeringsonderneming, waarbij de algemene beginselen en de methoden van deze bijlage worden toegepast. Daartoe, wordt een theoretische solvabiliteitsvereiste berekend voor iedere gemeenschappelijke kas, private onderneming met vaste premies of openbare instelling, gespecialiseerd in de verzekering van arbeidsongevallen, volgens dezelfde regels als die van artikel 18A van dit besluit. Dezelfde bestanddelen, als bedoeld in artikel 15bis van de wet, mogen in aanmerking worden genomen voor de theoretische solvabiliteitsmarge.
  De activa en passiva worden gewaardeerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen.
  c) Verzekeringstussenholdings.
  Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge van een deelnemende Belgische verzekeringsonderneming met een deelneming in een verzekeringsonderneming of in een herverzekeringsonderneming, of in een verzekeringsonderneming van een derde land, middels een verzekeringstussenholding, wordt rekening gehouden met de positie van de verzekeringstussenholding. Louter voor de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge, die wordt uitgevoerd overeenkomstig de algemene beginselen en de methoden die in deze bijlage omschreven zijn, wordt deze verbonden verzekeringstussenholding behandeld als betrof het een Belgische verzekeringsonderneming die onderworpen was aan een solvabiliteitsvereiste gelijk aan nul. Dezelfde bestanddelen, als bedoeld in artikel 15bis van de controlewet, mogen in aanmerking worden genomen voor de theoretische solvabiliteitsmarge. De activa en passiva worden gewaardeerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen.
  d) Verbonden verzekerings- of herverzekeringsondernemingen met maatschappelijke zetel in derde landen.
  A. Verbonden verzekeringsondernemingen van een derde land.
  Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge van een in een verzekeringsonderneming van een derde land deelnemende Belgische verzekeringsonderneming, wordt deze verzekeringsonderneming van een derde land, louter voor de berekening, op soortgelijke wijze behandeld als een verbonden verzekeringsonderneming, waarbij de algemene beginselen en methoden van deze bijlage worden toegepast.
  Daartoe, wordt een theoretische solvabiliteitsvereiste berekend voor iedere verbonden verzekeringsonderneming van een derde land, volgens dezelfde regels als die van artikel 18 van dit besluit.
  Wanneer het derde land waar deze verbonden onderneming haar maatschappelijke zetel heeft, haar onderwerpt aan een vergunning en aan ten minste een soortgelijke solvabiliteitsvereiste als deze van Richtlijn 73/239/EEG of Richtlijn 79/267/EEG, gelet op de vermogensbestanddelen ter dekking van die vereiste, wordt bij de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge evenwel rekening gehouden, voor wat betreft deze laatste onderneming, met de solvabiliteitsvereiste en met de voor het nakomen van die vereiste in aanmerking komende vermogensbestanddelen, als voorgeschreven door het betrokken derde land.
  B. Verbonden herverzekeringsondernemingen van een derde land.
  Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge van een in een herverzekeringsonderneming van een derde land deelnemende Belgische verzekeringsonderneming, wordt deze verbonden herverzekeringsonderneming van een derde land, louter voor de berekening, op soortgelijke wijze behandeld als een verbonden herverzekeringsonderneming, waarbij de algemene beginselen en methoden van deze bijlage worden toegepast.
  Daartoe, wordt een theoretische solvabiliteitsvereiste berekend voor iedere verbonden herverzekeringsonderneming van een derde land, volgens dezelfde regels als die van artikel 18 van dit besluit.
  Wanneer het derde land waar deze verbonden herverzekeringsonderneming haar maatschappelijke zetel heeft, haar onderwerpt aan een vergunning en aan ten minste een soortgelijke solvabiliteitsvereiste als deze van Richtlijn 73/239/EEG of Richtlijn 79/267/EEG, gelet op de vermogensbestanddelen ter dekking van die vereiste, wordt bij de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge evenwel rekening gehouden, voor wat betreft deze laatste onderneming, met de solvabiliteitsvereiste en met de voor het nakomen van die vereiste in aanmerking komende vermogensbestanddelen, als voorgeschreven door het betrokken derde land.
  e) Intermediaire kredietinstellingen.
  Bij de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge van een deelnemende verzekeringsonderneming met een deelneming in een verzekeringsonderneming of in een herverzekeringsonderneming, of in verzekeringsonderneming van een derde land, middels een kredietinstelling, wordt deze kredietinstelling, louter voor de berekening, op soortgelijke wijze behandeld als een verbonden verzekeringsonderneming, waarbij de algemene beginselen en methoden van deze bijlage worden toegepast. Daartoe, wordt een theoretische solvabiliteitsvereiste berekend voor iedere kredietinstelling, gelijkwaardig aan de vereisten inzake eigen vermogen waaraan zij dient te voldoen krachtens de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, voor de kredietinstellingen gelegen in België en krachtens de Richtlijn 2000/12/EEG, voor de kredietinstellingen gelegen in een andere Lid-Staat van de E.E.G.. Voor de kredietinstellingen gelegen op het grondgebied van een Staat die geen lid is van de E.E.G., zal de theoretische solvabiliteitsvereiste gelijkwaardig zijn aan het bedrag bekomen door toepassing van de in deze Staat van kracht zijnde bepalingen betreffende de vereiste van eigen bancair vermogen op voorwaarde dat dit bedrag minstens gelijk is aan het bedrag bekomen door toepassing van de regels van de Richtlijn 2000/12/EEG. Dezelfde bestanddelen als deze voorzien krachtens de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen mogen in aanmerking worden genomen voor de theoretische solvabiliteitsmarge.
  f) Niet beschikbaar zijn van de noodzakelijke informatie.
  Wanneer de Controledienst om enigerlei reden niet beschikt over de informatie over een verbonden onderneming met maatschappelijke zetel in een Lid-Staat of in een derde land, die nodig is voor de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge van een verzekeringsonderneming, wordt de boekwaarde van deze onderneming in de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming in mindering gebracht van de bestanddelen van de aangepaste solvabiliteitsmarge. In dat geval, worden aan deze deelneming verbonden latente meerwaarden niet aanvaard als bestanddelen van de aangepaste solvabiliteitsmarge.
  2. Berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge door toepassing van de methode gebaseerd op de consolidatie van jaarrekeningen.
  Onverminderd de bepalingen van artikel 91decies van de wet, wordt de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge van de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming uitgevoerd aan de hand van de geconsolideerde jaarrekening, opgesteld overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen, zoals van toepassing verklaard op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen door het koninklijk besluit van 13 februari 1996 betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen.
  De aangepaste solvabiliteitsmarge van de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming is het verschil tussen :
  de bestanddelen van de solvabiliteitsmarge berekend op basis van de geconsolideerde gegevens, en;
  a) hetzij de som van de solvabiliteitsvereiste van de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming en het proportionele deel van de solvabiliteitsvereisten van de verbonden verzekeringsondernemingen dat overeenstemt met de percentages die voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekeningen in aanmerking genomen zijn;
  b) hetzij de solvabiliteitsvereiste die op basis van de geconsolideerde gegevens berekend is.
  Onverminderd de bepalingen van punt I.1 van deze bijlage, zijn de bepalingen van artikelen 15 en 15bis van de wet, en 17 en 18 van dit besluit van toepassing voor het in aanmerking nemen van bestanddelen van de solvabiliteitsmarge en van de solvabiliteitsvereiste op basis van de geconsolideerde gegevens.
  Voor de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge, wordt rekening gehouden met het percentage van de bestanddelen van de solvabiliteitsmarge en met het percentage van de solvabiliteitsmargevereiste van de verbonden onderneming dat overeenstemt met het gedeelte van het geplaatste kapitaal dat eigendom is van de Belgische verzekeringsonderneming die deelneemt in de verbonden onderneming.
  Wanneer een dochteronderneming wordt geconsolideerd door integrale consolidatie, in toepassing van het koninklijk besluit van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen, zoals van toepassing verklaard op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen door het koninklijk besluit van 13 februari 1996 betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen, wordt rekening gehouden met het totaal bedrag van bestanddelen van de solvabiliteitsmarge van de dochteronderneming en met het totaal bedrag van haar vereiste marge, wat ook de deelnemingsgraad is.
  3. Berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge door toepassing van de methode van aftrek en aggregatie.
  Wanneer er belangrijke praktische problemen rijzen bij de toepassing van de methode gebaseerd op de consolidatie van jaarrekeningen, kan de Controledienst de toepassing toestaan of zelfs eisen van de methode van aftrek en aggregatie die als volgt wordt bepaald.
  De aangepaste solvabiliteitsmarge van de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming is het verschil tussen :
  i) de som van :
  a) de bestanddelen van de solvabiliteitsmarge van de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming, en;
  b) het proportionele deel van de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming in de bestanddelen van de solvabiliteitsmarge van de verbonden verzekeringsonderneming, en;
  ii) de som van :
  a) de boekwaarde van de verbonden verzekeringsonderneming in de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming, en;
  b) de solvabiliteitsvereiste van de deelnemende Belgische verzekeringsonderneming, en;
  c) het proportionele deel van de solvabiliteitsvereiste van de verbonden verzekeringsonderneming.
  Voor de berekening van de aangepaste solvabiliteitsmarge, wordt rekening gehouden met het percentage van de bestanddelen van de solvabiliteitsmarge en met het percentage van de solvabiliteitsmargevereiste van de verbonden onderneming dat overeenstemt met het gedeelte van het geplaatste kapitaal dat eigendom is van de Belgische verzekeringsonderneming die deelneemt in de verbonden onderneming.
  Wanneer de deelneming in de verbonden verzekeringsonderneming geheel of ten dele bestaat in de vorm van onrechtstreekse eigendom, dan wordt, in punt ii), a), de waarde van die onrechtstreekse eigendom meegenomen, met inachtneming van de desbetreffende successieve belangen, en worden, in de punten i), b) en ii), c), de overeenkomstige proportionele delen meegenomen van, respectievelijk, de bestanddelen van de solvabiliteitsmarge van de verbonden verzekeringsonderneming en de solvabiliteitsvereiste van de verbonden verzekeringsonderneming.
  II. Aanvullend toezicht voor verzekeringsondernemingen die dochterondernemingen zijn van een verzekeringsholding, een herverzekeringsonderneming of een verzekeringsonderneming van een derde land.
  De uitoefening van het aanvullend toezicht bestaat er in op het niveau van de verzekeringsholding, van de herverzekeringsonderneming of van de verzekeringsonderneming van een derde land, die moederondernemingen zijn van één of meerdere dochterondernemingen gevestigd in België, bedoeld in artikel 91terdecies, § 1, van de wet, soortgelijke berekeningen uit te voeren als die welke in punt I van deze bijlage zijn beschreven.
  Dit betekent dat de algemene principes beschreven in punt I van deze bijlage toegepast worden.
  De berekeningen worden uitgevoerd volgens de methode gebaseerd op de consolidatie van jaarrekeningen, zoals deze beschreven is in punt I.2 van deze bijlage.
  De geconsolideerde jaarrekeningen van Belgische verzekeringsholdings en Belgische herverzekeringsondernemingen moeten opgesteld worden overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 6 maart 1990 op de geconsolideerde jaarrekening van de ondernemingen, zoals van toepassing verklaard op de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen door het koninklijk besluit van 13 februari 1996.
  De geconsolideerde jaarrekeningen van herverzekeringsondernemingen en verzekeringsholdings gevestigd op het grondgebied van de E.E.G. moeten worden opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de Richtlijn 91/674 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen.
  De geconsolideerde jaarrekeningen van herverzekeringsondernemingen, holdings en verzekeringsondernemingen gevestigd buiten het grondgebied van de E.E.G. zullen in aanmerking genomen worden door de Controledienst voor de uitoefening van het aanvullend toezicht, op voorwaarde dat zij in een soortgelijke vorm opgesteld worden als deze voortvloeiend uit Richtlijn 91/674 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen.
  Indien dit niet het geval is, zal de methode van aftrek en aggregatie, zoals deze beschreven is in punt I.3 van deze bijlage, toegepast worden.
  Wanneer blijkt dat de toepassing van de methode gebaseerd op de consolidatie van jaarrekeningen belangrijke praktische problemen stelt, kan de Controledienst de toepassing van de methode van aftrek en aggregatie, zoals deze beschreven is in punt I.3 van deze bijlage, toestaan of opleggen.
  Louter voor de berekening, wordt de moederonderneming behandeld als betrof het een verzekeringsonderneming die onderworpen was aan :
  - een solvabiliteitsvereiste gelijk aan nul wanneer het een verzekeringsholding betreft,
  - een theoretische solvabiliteitsvereiste als bedoeld in punt I.1.4, a), van deze bijlage, wanneer het een herverzekeringsonderneming betreft, of als bedoeld in punt I.1.4, d), B, van deze bijlage, wanneer het gaat om een herverzekeringsonderneming met maatschappelijke zetel in een derde land,
  - een solvabiliteitsvereiste bepaald volgens de beginselen van punt I.1.4, d), A, van deze bijlage, wanneer het een verzekeringsonderneming van een derde land betreft,
  en gelden voor deze moederonderneming, onverminderd de bepalingen van punt I van deze bijlage, dezelfde voorwaarden als die van de artikelen 15 en 15bis van de wet wat betreft de bestanddelen van de solvabiliteitsmarge.
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 maart 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen.
  De Minister van Economie,
  Ch. PICQUE