Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

19 JULI 2001. - Koninklijk besluit betreffende de werking en het beheer van de kansspelinrichtingen klasse I, de wijze van aanvraag en de vorm van de vergunning klasse A. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-07-2001 en tekstbijwerking tot 08-12-2004).



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Aanvraag.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Onderzoek van de aanvraag.
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Algemeenheden.
Art. 5-6
HOOFDSTUK IV. - De verplichtingen van de verantwoordelijke.
Art. 7-10
HOOFDSTUK V. - De administratie van het personeel.
Art. 11
HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 12
HOOFDSTUK VII. - Inwerkingtreding.
Art. 13-14
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2004009766 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Aanvraag.
Artikel 1. De aanvraag voor een vergunning klasse A wordt bij de Kansspelcommissie, hierna te noemen de commissie, ingediend bij ter post aangetekende brief door middel van een formulier overeenkomstig het model dat als bijlage I bij huidig besluit is opgenomen. Dit formulier wordt aan de aanvrager toegezonden, door de commissie, op zijn vraag.

HOOFDSTUK II. - Onderzoek van de aanvraag.
Art.2. De aanvraag wordt behandeld binnen een termijn van zes maanden vanaf de dag van de ontvangst.
  De beslissing van de commissie wordt aan de betrokkene meegedeeld bij ter post aangetekende brief.
  In geval van een gunstige beslissing wordt een vergunning klasse A, waarvan het model als bijlage II bij dit besluit is gevoegd, bezorgd aan de betrokkene.

Art.3. Een exemplaar van de concessieovereenkomst afgesloten tussen de kandidaat-exploitant en de gemeente, overeenkomstig artikel 29, lid 3, van de wet van 7 mei 1999, wordt aan het aanvraagdossier toegevoegd.

Art.4. Een afschrift van het plan van de inrichting bevattende de ruimtelijke configuratie van alle kansspelen en de ligging van alle lokalen, zelfs die lokalen bestemd voor privé-gebruik, moet toegestuurd worden aan de commissie en dit, één maand na de opening van de speelzalen.
  De commissie wordt van elke wijziging van dit plan op de hoogte gebracht door de verzending van een nieuw afschrift aan de commissie, binnen de maand die volgt op de verbouwingen.

HOOFDSTUK III. - Algemeenheden.
Art.5. De houder van de vergunning indien het gaat om een natuurlijk persoon, of de bestuurder of zaakvoerder indien het gaat om een rechtspersoon moet waken over de eerlijkheid van de spelen en over de regelmatigheid van hun werking.

Art.6. Bij niet-naleving van één van de clausules van de concessieovereenkomst door één van de concessionarissen, wordt de commissie onmiddellijk op de hoogte gesteld door elke betrokken persoon.

HOOFDSTUK IV. - De verplichtingen van de verantwoordelijke.
Art.7. § 1. De houder van de vergunning, indien het gaat om een natuurlijk persoon of de bestuurder of zaakvoerder, indien het gaat om een rechtspersoon mag zich tijdelijk laten vervangen bij de directie van de inrichting. De volledige gegevens van de vervanger moeten ter kennis gebracht worden van de commissie ter gelegenheid van de controles.
  Tijdens zijn afwezigheid, moet hij zijn volledige gegevens doorgeven aan de vervanger zodat hij op ieder ogenblik kan gecontacteerd worden door de controleurs aangeduid door de commissie.
  Is de houder van de vergunning indien het gaat om een natuurlijk persoon of de bestuurder of zaakvoerder indien het gaat om een rechtspersoon, meer dan twee weken afwezig, dan moet de persoon die hem vervangt onmiddellijk zijn afwezigheid melden aan de commissie.
  § 2. De persoon belast met de directie van de inrichting in vervanging van de houder van de vergunning, indien het gaat om een natuurlijk persoon, of de bestuurder of zaakvoerder indien het gaat om een rechtspersoon moet enerzijds beschikken over het geheel der documenten die de afzonderlijke boekhouding van de spelen en van de handelsboekhouding uitmaken en anderzijds de vereiste volmachten bezitten om antwoord te kunnen geven op de vragen of de opmerkingen van de controleurs aangeduid door de commissie.

Art.8. De houder van de vergunning indien het gaat om een natuurlijk persoon, of de bestuurder of zaakvoerder indien het gaat om een rechtspersoon is verplicht eens per jaar, tegen 31 januari, aan de commissie de nominatieve lijst mee te delen met de functie van de personen die enige beroepsactiviteit uitoefenen in de inrichting op 31 januari van het lopende jaar.
  Hij moet een afschrift bewaren van dit document ten einde het ter beschikking te kunnen stellen van de controleurs aangeduid door de commissie.

Art.9. § 1. De houder van de vergunning, indien het gaat om een natuurlijk persoon of de bestuurder of zaakvoerder, indien het gaat om een rechtspersoon is verplicht op zichtbare wijze, aan de ingang van elke speelzaal een bord te hangen met de hieronder vermelde tekst :
  " In deze inrichting worden met vergunning nummer ..... kansspelen geëxploiteerd.
  Worden niet toegelaten in de speelzalen van de inrichtingen klasse I, personen die jonger zijn dan 21 jaar.
  (...). <KB 2004-11-24/37, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 08-12-2004>
  Er mogen noch leningen noch voorschotten toegestaan worden.
  Een folder die de speler waarschuwt voor gokverslaving die resulteert uit misbruik, is beschikbaar. ".
  Dit bord wordt door de commissie ter beschikking gesteld van de kansspelinrichtingen klasse I.
  § 2. De beschrijving van de werking van de spelen die zich er bevinden alsook de werkingsregels van de spelen moeten ter beschikking zijn aan de ingang van de speelzalen.

Art.10. De folder met informatie over gokverslaving, het telefoonnummer van de gratis hulplijn en de adressen van hulpverleners moet beschikbaar zijn voor het publiek, op een standaard, aan de in- en uitgang van elke speelzaal. Het aantal folders moet altijd voldoende zijn om aan de vraag van het kliënteel tegemoet te komen.

HOOFDSTUK V. - De administratie van het personeel.
Art.11. Wanneer het ontslag door de werkgever zelf van de inrichting betekend wordt aan een lid van zijn personeel, wordt onmiddellijk een gemotiveerd advies uitgebracht aan de commissie. De commissie krijgt eveneens kennis van elk ontslag van een speelzaalemployé.

HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.12. De exploitanten van de reeds bestaande lunaparken mogen hun inrichting verder exploiteren tot op het ogenblik dat de commissie een beslissing heeft genomen over hun aanvraag, op voorwaarde dat de aanvraag volledig is en werd ingediend binnen een termijn van één maand na de inwerkingtreding van dit besluit.
  Als de commissie een beslissing over de aanvraag heeft genomen :
  a) beschikken de exploitanten over een periode van drie maanden om de exploitatie van de kansspelinrichting klasse I stop te zetten, als de vergunning is geweigerd, en dit vanaf de datum van kennisgeving;
  c) Indien de licentie toegekend werd, hebben de uitbaters tot 31 december 2002 de tijd om de exploitatie van de kansspelinrichting van klasse I definitief in overeenstemming brengen met het huidige besluit.

HOOFDSTUK VII. - Inwerkingtreding.
Art.13. Dit besluit evenals de artikelen 28 tot 33, 62, 75 en 76 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers treden in werking op de dag dat dit besluit wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art.14. Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Economie, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 19 juli 2001.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN
  De Minister van Financiën,
  D. REYNDERS
  De Minister van Economie,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE
  De Minister van Volksgezondheid,
  Mevr. M. AELVOET

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage I. Aanvraag vergunning klasse A
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 31-07-2001, p. 25913-25916).
  Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 19 juli 2001.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN
  De Minister van Financiën,
  D. REYNDERS
  De Minister van Economie,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE
  De Minister van Volksgezondheid,
  Mevr. AELVOET

Art. N2. Bijlage II. - Vergunning klasse A
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 31-07-2001, p. 25917-25918).
  Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 19 juli 2001.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN
  De Minister van Financiën,
  D. REYNDERS
  De Minister van Economie,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE
  De Minister van Volksgezondheid,
  Mevr. AELVOET.