12 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit betreffende de merking van bepaalde biljetten luidend in Belgische frank die bestemd zijn om uit de omloop te worden genomen naar aanleiding van de omschakeling op de chartale euro.
Art. 1-7
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
1° de wet : de wet van 10 december 2001 betreffende de definitieve omschakeling op de euro;
2° kredietinstellingen : de kredietinstellingen zoals gedefinieerd in de artikelen 1 en 2 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen en waaraan een vergunning is verleend door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen overeenkomstig de artikelen 13 en 65 van dezelfde wet;
3° bewakingsondernemingen : de bewakingsondernemingen zoals gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, en waaraan een vergunning is verleend voor de activiteiten van toezicht op en bescherming van waardenvervoer overeenkomstig Hoofdstuk II van dezelfde wet.
Art.2. Met ingang van 1 januari 2002 worden de economische agenten, die behoren tot de hiernavermelde categorieën, toegelaten om overeenkomstig de in dit besluit vastgestelde voorwaarden de biljetten van 500, 1 000, 2 000 en 10 000 Belgische frank te merken die bestemd zijn om uit de omloop te worden genomen :
1° DE POST;
2° de kredietinstellingen evenals de ondernemingen die een beroep doen op een bewakingsonderneming om het vervoer te verzorgen van de biljetten naar de Nationale Bank van België.
Art.3. De merking van de biljetten van 500, 1 000, 2 000 en 10 000 Belgische frank bestaat in een perforatie ervan overeenkomstig de technische specificaties inzake grootte en plaatsing zoals voorzien in het technische reglement, opgenomen als bijlage bij dit besluit.
Art.4. De merking van de biljetten is enkel toegestaan voor deze biljetten die naar de Nationale Bank van België worden vervoerd door bewakingsondernemingen.
Art.5. De in artikel 2 bedoelde economische agenten dienen alle nodige maatregelen te nemen om de overeenkomstig dit besluit gemerkte biljetten niet te aanvaarden noch terug in omloop te brengen.
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.7. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 december 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS
BIJLAGE.
Art. N. Bijlage. - Technisch reglement.
1. In aanmerking komende biljetten :
Vier types van bankbiljetten mogen worden gemerkt met ingang van 1 januari 2002 tot en met 30 juni 2002 :
- het biljet van 10 000 BEF, type Albert en Paola;
- het biljet van 2 000 BEF, type Horta;
- het biljet van 1 000 BEF, type Permeke en;
- het biljet van 500 BEF, type Magritte,
alle andere biljettentypes zijn uitgesloten.
2. Technische aspecten van het merken :
De merking van de bedoelde biljetten zal bestaan uit een unieke perforatie, aangebracht in de blanco watermerkzone van het bankbiljet, zoals aangeduid in de hiernavolgende schema's en foto's.
Verplicht kenmerk van de perforatie :
- doorsnede van de perforatie : 5,5 mm + 0,5 mm.
Plaats van de perforatie :
De perforatie dient te geschieden binnen de aangeduide zone zoals beschreven op de schema's. Deze zone is als volgt vastgelegd :
- minimum afstand tov de bovenzijde van het biljet : 05 mm;
- maximum afstand tov de bovenzijde van het biljet : 20 mm;
- minimum afstand tov de linkerzijde van het biljet van 10 000 BEF : 65 mm;
- maximum afstand tov de linkerzijde van het biljet van 10 000 BEF : 90 mm;
- minimum afstand tov de linkerzijde van het biljet van 2 000 BEF : 55 mm;
- maximum afstand tov de linkerzijde van het biljet van 2 000 BEF : 80 mm;
- minimum afstand tov de linkerzijde van het biljet van 1 000 BEF : 47 mm;
- maximum afstand tov de linkerzijde van het biljet van 1 000 BEF : 75 mm;
- minimum afstand tov de linkerzijde van het biljet van 500 BEF : 51 mm;
- maximum afstand tov de linkerzijde van het biljet van 500 BEF : 76 mm.
De perforatie mag nooit het afgebeelde portret beschadigen.
Diegene die overgaat tot het merken van bankbiljetten is gehouden de biljettensnippers te vernietigen, evenals samenklittende biljetten (bijvoorbeeld door opstaande of opkrullende perforatieranden) van elkaar te scheiden.
3. Juridische gevolgen van de merking van de bankbiljetten :
Overeenkomstig artikel 23 van de wet van 10 december 2001 betreffende de definitieve omschakeling op de euro zijn de gemerkte bankbiljetten enkel nog betaalbaar aan de loketten van de Nationale Bank van België.
(Biljetten niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 20-12-2001, p. 44210 tot 44211).
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 12 december 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS