9 FEBRUARI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 50 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 50. De afwezigheden van een ambtenaar tijdens een periode van verminderde prestaties, welke hij verricht met toepassing van de artikelen 51 tot 54 van dit besluit, worden als verlof beschouwd; dit verlof wordt met een periode van dienstactiviteit gelijkgesteld. De verminderde prestaties worden elke dag verricht. ".
Art.2. In artikel 51 van hetzelfde besluit worden de woorden " met halve-dagprestaties " vervangen door de woorden " ten belope van 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties ".
Art.3. In artikel 52 van hetzelfde besluit worden de woorden " met halve-dagprestaties " vervangen door de woorden " ten belope van 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties ".
Art.4. In artikel 53, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden " met halve prestaties " vervangen door de woorden " ten belope van 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties ".
Art.5. Artikel 54 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 54. Een ambtenaar zal zijn ambt opnieuw kunnen opnemen ten belope van 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties voor een periode van maximum dertig kalenderdagen. Nochtans mogen verlengingen worden toegestaan voor ten hoogste dezelfde periode, indien de sociaal-medische rijksdienst bij een nieuw onderzoek oordeelt dat de gezondheidstoestand van de ambtenaar dit wettigt.
Bij elk onderzoek oordeelt de sociaal-medische Rijksdienst welk arbeidsstelsel het meest geschikt is. ".
Art.6. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die waarin het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt is.
Art. 7. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 februari 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken,
L. VAN DEN BOSSCHE.