7 SEPTEMBER 2001. - Ministerieel besluit betreffende het overdragen van sommige bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken aan bepaalde overheden van de federale politie. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-09-2001 en tekstbijwerking tot 29-09-2015)
HOOFDSTUK I. - Overdracht van bevoegdheden inzake het beheer van de contractuele personeelsleden van het administratief en logistiek kader van de federale politie.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Overdracht van bevoegdheden inzake de erkende artsen, tand- en veeartsen.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Overdracht van bevoegdheden inzake de vergoedingen waarop bepaalde personeelsleden van de federale politie aanspraak kunnen maken in geval van opzettelijke gewelddaden of van ontploffing van oorlogs- of valstriktuigen.
Art. 3
HOOFDSTUK IV. - Overdracht van bevoegdheden inzake de kanselarij.
Art. 4
HOOFDSTUK V. - Overdracht van bevoegdheden inzake stageovereenkomsten.
Art. 5
HOOFDSTUK VI. - Overdracht van bevoegdheden inzake de ontwerp-procedure van wettelijke en reglementaire teksten, de bezoldigingsregeling, de staatscomptabiliteit, de schuldvorderingen en het ondertekenen van administratieve akten.
Art. 6-11
HOOFDSTUK VII. - Overdracht van bevoegdheden inzake de geschillen en de burgerlijke aansprakelijkheid van en de rechtshulp en zaakschadevergoeding voor de personeelsleden van het operationeel kader van de federale politie.
Afdeling 1. - De geschillen.
Art. 12-14
Afdeling 2. - De diefstal, het verlies, het ontbreken, de beschadiging en het misbruik van goederen die in het bezit zijn van de federale politie.
Art. 15-16
Afdeling 3. - Betrekkingen met advocaten en andere bevoegdheden.
Art. 17
Afdeling 4. - Zaakschade.
Art. 18
HOOFDSTUK VIII. - Overdracht van bevoegdheden in het raam van het RPPOL.
Art. 19-22, 22bis, 23-24
HOOFDSTUK VIIIbis. - ANDERE OVERGEDRAGEN BEVOEGDHEDEN. <Ingevoegd bij MB 2007-03-06/30, art. 7; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
Art. 24bis, 24ter
HOOFDSTUK IX. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art. 25-26
HOOFDSTUK I. - Overdracht van bevoegdheden inzake het beheer van de contractuele personeelsleden van het administratief en logistiek kader van de federale politie.
Artikel 1. Wat de contractuele personeelsleden van het administratief en logistiek kader van de federale politie betreft, hebben de directeur-generaal van de (algemene directie van de ondersteuning en het beheer) of de personeelsleden die hij aanwijst, bevoegdheid inzake : <MB 2007-04-20/31, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2007>
1° het ontslag en de opzegging;
2° de uitwerking en de toepassing van de reglementen en onderrichtingen;
3° het verlenen van de eervolle onderscheidingen.
HOOFDSTUK II. - Overdracht van bevoegdheden inzake de erkende artsen, tand- en veeartsen.
Art.2. Wat de erkende artsen, tand- en veeartsen betreft, heeft de (directeur van de directie van de mobiliteit en het personeelsbeheer), bevoegdheid inzake de aanwerving, het ontslag en de opzegging. <MB 2007-04-20/31, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2007>
HOOFDSTUK III. - Overdracht van bevoegdheden inzake de vergoedingen waarop bepaalde personeelsleden van de federale politie aanspraak kunnen maken in geval van opzettelijke gewelddaden of van ontploffing van oorlogs- of valstriktuigen.
Art.3. De commissaris-generaal van de federale politie verzendt de aanvragen tot vergoeding, zoals bedoeld in artikel 42 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, met zijn gemotiveerde adviezen aan de minister van Binnenlandse Zaken.
HOOFDSTUK IV. - Overdracht van bevoegdheden inzake de kanselarij.
Art.4. De kanselarij behoort tot de bevoegdheid van de directeur van de directie van de juridische dienst, het contentieux en de statuten van de federale politie of de personeelsleden van die directie die hij aanwijst.
Zij zijn bevoegd voor de ontvangst en het visum van de gerechtelijke en buitengerechtelijke akten, de registratie en de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de wetten, koninklijke en ministeriële besluiten alsook van de officiële berichten betreffende de federale politie en, in voorkomend geval, de lokale politie, en de klassering en bewaring van de originelen van de besluiten.
HOOFDSTUK V. - Overdracht van bevoegdheden inzake stageovereenkomsten.
Art.5. De directeur-generaal van de (algemene directie van de ondersteuning en het beheer) of de personeelsleden die hij aanwijst, hebben bevoegdheid om de aanvragen tot het lopen van stages of tot het volgen van cursussen in de federale politie door niet-personeelsleden van de federale politie in te willigen en de nadere regels ervan te bepalen. <MB 2007-04-20/31, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2007>
HOOFDSTUK VI. - Overdracht van bevoegdheden inzake de ontwerp-procedure van wettelijke en reglementaire teksten, de bezoldigingsregeling, de staatscomptabiliteit, de schuldvorderingen en het ondertekenen van administratieve akten.
Art.6. Gedurende de procedure van de administratieve en begrotingscontrole en van de raadpleging van de afdeling wetgeving van de Raad van State inzake ontwerpen van wetten en reglementaire besluiten betreffende de rechtstoestand van het personeel van de politiediensten, treedt, behoudens andersluidende aanwijzing, de directeur-generaal van de (algemene directie van de ondersteuning en het beheer), als deskundige op in naam van de Minister van Binnenlandse Zaken. <MB 2007-04-20/31, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2007>
Art.7. Inzake de betalingen die volgens de bezoldigingsregeling aan de goedkeuring van de minister van Binnenlandse Zaken moeten voorgelegd worden, treedt, wat het personeel van de federale politie betreft, de directeur-generaal van de (algemene directie van de ondersteuning en het beheer), in naam van de Minister van Binnenlandse Zaken op in de volgende materies : <MB 2007-04-20/31, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2007>
1° verwijderingsvergoeding na langdurige afwezigheid om gezondheidsredenen;
2° toelagen voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard.
Art.8. De directeur-generaal van de (algemene directie van de ondersteuning en het beheer) of de personeelsleden die hij aanwijst, verstrekken in naam van de Minister van Binnenlandse Zaken aan de belanghebbenden en de openbare diensten de gegevens uit het stamboek voor de doeleinden waarvoor die vereist zijn. <MB 2007-04-20/31, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2007>
Art.9. De directeur van de directie van de financiën van de federale politie kan in naam van de Minister van Binnenlandse Zaken de rekeningen van de rekenplichtigen in baar geld van de federale politie, ontvangen en aan het Rekenhof voorleggen.
Art.10. (Opgeheven) <MB 2007-04-20/31, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2007>van de geldelijke rechten.
Art.11. De directeur van de directie van de financiën van de federale politie of de personen die hij aanwijst zijn bevoegd om, voor de federale politie :
1° na de voorbereidende vereffening, de uitgavenordonnanties op de begroting van de federale politie te ondertekenen en aan het Rekenhof te bezorgen;
2° de verklaringen van derde-beslagene, zoals bedoeld in artikel 1452 van het Gerechtelijk Wetboek, af te leggen wat de schuldvorderingen op de begroting van de federale politie betreft;
3° met het oog op het stuiten van de verjaringen op aanvraag van de belanghebbende, de door artikel 101 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1991, bepaalde verklaringen van schulderkenning door de Staat af te geven voor de vorderingen op de begroting van de federale politie;
4° over te gaan tot de toepassing, wat de federale politie betreft, van de bepalingen van hoofdstuk VI van de wet van 1 augustus 1985 inzake de bescherming van personen die schuldeiser en schuldenaar zijn van sommige openbare besturen en instellingen van openbaar nut;
5° met toepassing van artikel 55, § 3, 1°, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 betreffende de maatschappelijke zekerheid, de daar bedoelde attesten af te geven aan de schuldeisers die erom verzoeken;
6° de vereiste documenten te ondertekenen met betrekking tot het vrijmaken van borgstelling en waarborgen;
7° de opvolging te doen van alle betalingen die in handen van derden dienen te geschieden in plaats van aan de oorspronkelijke begunstigde.
HOOFDSTUK VII. - Overdracht van bevoegdheden inzake de geschillen en de burgerlijke aansprakelijkheid van en de rechtshulp en zaakschadevergoeding voor de personeelsleden van het operationeel kader van de federale politie.
Afdeling 1. - De geschillen.
Art.12. De directeur van de directie van de juridische dienst, het contentieux en de statuten van de federale politie of de personeelsleden van die directie die hij aanwijst, hebben tot een bedrag van BEF 2 500 000 (EUR 61 973,38), bevoegdheid om de geschillen te behandelen inzake de burgerlijke aansprakelijkheid van de Staat of, met uitzondering van de militairen in dienst bij de federale politie, van de personeelsleden van de federale politie ten aanzien van de personeelsleden van de federale politie, de Staat en de vakorganisaties bedoeld in de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten.
Zij mogen met name het bedrag vastleggen dat, hetzij door vrijwillige betaling ingevolge een aanbod tot dading, hetzij met alle rechtsmiddelen van het aansprakelijke personeelslid moet worden teruggevorderd en het gedeelte van de schade bepalen dat door de Staat wordt gedragen, alsook de uitgaven goedkeuren die voortvloeien hetzij uit een vonnis, hetzij uit een dading, hetzij uit een eenvoudige schuldbekentenis van de Staat.
Art.13. De directeur-generaal van de (directie van de ondersteuning en het beheer) of de personeelsleden die hij aanwijst, hebben, tot een bedrag van BEF 2 500 000 (EUR 61 973,38), bevoegdheid om de geschillen te behandelen inzake de overheidsopdrachten met betrekking tot de federale politie. <MB 2007-04-20/31, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2007>
Art.14. Tijdens de rechtsplegingen voor de Raad van State die betrekking hebben op de federale politie en haar personeel, wordt de Minister van Binnenlandse Zaken vertegenwoordigd door de directeur-generaal van de (directie van de ondersteuning en het beheer) of door de personeelsleden die deze laatste aanwijst. <MB 2007-04-20/31, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2007>
De Minister van Binnenlandse Zaken wijst de personeelsleden aan die in zijn naam alle geschriften en procedurestukken mogen ondertekenen.
De directeur-generaal van de (directie van de ondersteuning en het beheer) is gemachtigd in naam van de Minister van Binnenlandse Zaken alle documenten op te vorderen die dienstig zijn voor de verdediging van het departement en alle procedurehandelingen te verrichten die ter uitvoering van zijn taak nodig zijn. <MB 2007-04-20/31, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2007>
Afdeling 2. - De diefstal, het verlies, het ontbreken, de beschadiging en het misbruik van goederen die in het bezit zijn van de federale politie.
Art.15. § 1. (Wanneer aan de Staat schade werd veroorzaakt door een personeelslid van de federale politie en voor zover er geen derde in betrokken is, heeft de dienstchef van het betrokken personeelslid de bevoegdheid om, voor zover de aan de Staat veroorzaakte schade niet meer dan 3.000 EUR bedraagt, te beslissen welk deel van de schade door de Staat wordt gedragen en welk bedrag er van het aansprakelijke personeelslid dient te worden teruggevorderd.) <MB 2007-04-20/31, art. 6, 1°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
(De dienstchef) doet het aanbod tot dading bedoeld in artikel 49, § 1, van de wet op het politieambt. <MB 2007-04-20/31, art. 6, 2°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
§ 2. Wordt geen dading bereikt, dan hebben de directeur van de directie van de juridische dienst, het contentieux en de statuten van de federale politie (...), tot een bedrag van BEF 2 500 000 (EUR 61 973,38), bevoegdheid om, na onderzoek of na verslag, alle nodige beslissingen te nemen. Zij mogen met name het bedrag vastleggen dat, hetzij door vrijwillige betalingen, hetzij met alle rechtsmiddelen van het aansprakelijk personeelslid moet worden teruggevorderd en het gedeelte van de schade bepalen dat door de Staat wordt gedragen, alsook de uitgaven goedkeuren die voortvloeien hetzij uit een vonnis, hetzij uit een dading, hetzij uit een eenvoudige schuldbekentenis van de Staat. <MB 2007-04-20/31, art. 6, 3°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art.16. De in deze afdeling vastgelegde bevoegdheden hebben geen betrekking op de rekenplichtige ambtenaren, de gedelegeerde ordonnateurs of de ambtenaren welke speciaal en rechtstreeks met het toezicht over de rekenplichtigen belast zijn. Wat dit betreft, blijven zij volledig aan de op hen toepasselijke speciale bepalingen onderworpen.
Afdeling 3. - Betrekkingen met advocaten en andere bevoegdheden.
Art.17. § 1. Voor de rechtsgeschillen met betrekking tot de in afdelingen 1, 2 en 4 van dit hoofdstuk bedoelde bevoegdheden, hebben de directeur van de directie van de juridische dienst, het contentieux en de statuten van de federale politie of de personeelsleden die hij aanwijst, bevoegdheden inzake :
1° de betrekkingen met de advocaten;
2° de gerechts- en rechtsplegingskosten;
3° de expertises.
§ 2. Voor de rechtsgeschillen met betrekking tot de in hoofdstukken I en II bedoelde bevoegdheden, hebben de directeur-generaal van de (algemene directie van de ondersteuning en het beheer) of de personeelsleden die hij aanwijst, bevoegdheden inzake : <MB 2007-04-20/31, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2007>
1° de betrekkingen met de advocaten;
2° de gerechts- en rechtsplegingskosten;
3° de expertises.
Afdeling 4. - Zaakschade.
Art.18. De directeur van de directie van de juridische dienst, het contentieux en de statuten van de federale politie of de personeelsleden van die directie die hij aanwijst, hebben bevoegdheid om de aanvragen van de (personeelsleden van de federale politie) tot schadeloosstelling ingevolge zaakschade af te handelen. <MB 2007-04-20/31, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
HOOFDSTUK VIII. - Overdracht van bevoegdheden in het raam van het RPPOL.
Art.19. <MB 2007-03-06/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 24-03-2007> De in de artikelen IV.I.12, IV.I.38, IV.I.47 en VII.IV.16 RPPol, bedoelde dienst is de directie van de rekrutering en van de selectie van de federale politie.
Art.20. <MB 2007-03-06/30, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 24-03-2007> De in de artikelen IV.II.32, tweede lid, 2°, en IV.II.33 RPPol, bedoelde dienst is de directie van de opleiding van de federale politie.
Art.21. <MB 2007-03-06/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 24-03-2007> De in de artikelen V.II.15, tweede lid, VI.II.22 en X.III.1, 2°, a), RPPol, bedoelde afgevaardigde is de directeur-generaal van de (algemene directie van de ondersteuning en het beheer). <MB 2007-04-20/31, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-03-2007>
Art.22. <MB 2007-03-06/30, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 24-03-2007> De in de artikelen IV.I.23, VI.II.46, eerste lid, VII.I.15, § 3, eerste en tweede lid, VII.II.14, VII.II.29, tweede lid, VII.II.30, eerste lid, VII.II.31, eerste en tweede lid, VII.II.33, eerste lid, VII.II.39, tweede lid, VII.II.40, eerste lid, VII.II.41, eerste en tweede lid, VII.II.43, eerste lid, VII.III.35, VII.III.36, eerste lid, VII.III.37, eerste en tweede lid, VII.III.43, eerste lid, VII.III.45, eerste lid, VII.III.76, eerste lid, VII.IV.31, eerste lid, VII.IV.32, eerste lid, en VII.IV.34, eerste lid, RPPol, bedoelde dienst is de directie van de mobiliteit en het loopbaanbeheer van de federale politie.
Art. 22bis. <Ingevoegd bij MB 2007-03-06/30, art. 5; Inwerkingtreding : 24-03-2007> De in artikel V.III.16, eerste lid, RPPol bedoelde dienst is de directie van het beleid, het beheer en de ontwikkeling van de algemene directie personeel van de federale politie.
Art.23. (opgeheven) <MB 2007-03-06/30, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 24-03-2007>
Art.24. De in de artikelen X.I.2, eerste lid en X.II.1, 2°, RPPol, bedoelde overheid is de directeur-generaal van de algemene directie personeel van de federale politie.
HOOFDSTUK VIIIbis. - ANDERE OVERGEDRAGEN BEVOEGDHEDEN.
Art. 24bis. <Ingevoegd bij MB 2007-03-06/30, art. 7; Inwerkingtreding : 24-03-2007> De in artikel 142ter, tweede lid, 5°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, bedoelde dienst is de directie van de opleiding van de federale politie.
Art. 24ter.[1 De in artikel 10 van het koninklijk besluit van 20 november 2001 betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten en houdende diverse andere overgangsbepalingen en in artikel 10 van het koninklijk besluit van 24 september 2015 betreffende de basisopleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten, bedoelde dienst is de dienst van de rekrutering en van de selectie van de federale politie.]1
----------
(1)<MB 2015-09-24/01, art. 53, 004; Inwerkingtreding : 01-10-2015. Zie ook art. 55>
HOOFDSTUK IX. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art.25. Worden opgeheven :
1° het ministerieel besluit van 1 januari 1992 betreffende het overdragen van sommige bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken aan het algemeen commando van de rijkswacht, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 28 januari 1993, 14 februari 1994, 31 mei 1994, 30 december 1994 en 22 mei 1995;
2° het ministerieel besluit van 28 maart 1994 betreffende het overdragen van sommige bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken aan het algemeen commando van de rijkswacht inzake de ontwerp-procedure van wettelijke en reglementaire teksten, de bezoldigingsregeling, de staatscomptabiliteit, de schuldvorderingen, het afgeven van stamboekgegevens en het ondertekenen van administratieve akten, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 31 mei 1994 en 10 februari 1995;
3° het ministerieel besluit van 22 mei 1995 betreffende het overdragen van sommige bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken inzake de geschillen en de burgerlijke aansprakelijkheid van en de rechtshulp en zaakschadevergoeding voor de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 9 januari 1997.
Art. 26. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001.