Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 APRIL 2000. - Ministerieel besluit houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake welzijn aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. (NOTA : voor de wijzigingen, zie MB2005-02-04/35, art. 20 ; Inwerkingtreding : 07-03-2005)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Bevoegdheden van de secretaris-generaal.
Art. 4-6
HOOFDSTUK III. - Bevoegdheden van de leidend ambtenaar.
Afdeling 1. - Delegaties van algemene aard.
Art. 7
Afdeling 2. - Bepalingen betreffende het gunnen en de uitvoering van overheidsopdrachten en het doen van andere uitgaven.
Art. 8-10
Afdeling 3. - Specifieke delegaties.
Art. 11-18
Afdeling 4. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art. 19-20
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 21-22



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994035001 



Uitvoeringsbesluit(en):

2005035229 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.
  § 1. Dit besluit is van toepassing op de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
  § 2. De delegaties die bij dit besluit worden verleend hebben geen betrekking op bevoegdheden inzake de uitoefening van het administratief toezicht op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° minister : het lid van de Vlaamse regering, bevoegd voor de bijstand aan personen, zoals vermeld in artikel 5, § 1, II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, met uitzondering van de uitoefening van het administratief toezicht op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  2° secretaris-generaal : de secretaris-generaal die aan het hoofd staat van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;
  3° leidend ambtenaar : de ambtenaar die belast is met de leiding van de in artikel 1 bedoelde administratie.

Art.3. De bij dit besluit verleende delegaties worden tevens verleend aan de ambtenaar die met de waarneming van het ambt van de titularis is belast of die hem vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst de betrokken ambtenaar, boven de vermelding van zijn graad en zijn handtekening en onverminderd de bepaling van artikel 19, § 2, de formule " Voor de (graad van de titularis), afwezig ".

HOOFDSTUK II. - Bevoegdheden van de secretaris-generaal.
Art.4. Onverminderd de toepassing van artikel 13, § 1 is de secretaris - generaal belast met alle administratieve maatregelen inzake begrotingsuitvoering en inzonderheid met de ondertekening van vastleggings- en ordonnanceringsdocumenten inzake verbintenissen die door de minister of de daartoe overeenkomstig hoofdstuk III gedelegeerde ambtenaar werden aangegaan.
  Hij is tevens gemachtigd om minnelijke schikkingen aan te gaan, die voorafgaan aan het ontstaan van een rechtsgeding, voor zover het bedrag van de uitgaven die eruit voortvloeien 1 miljoen fr. niet overschrijdt en ze geen betrekking hebben op geschillen bij de uitvoering van overheidsopdrachten.

Art.5. De secretaris - generaal is gemachtigd om personeelsleden aan te duiden die het departement zullen vertegenwoordigen bij congressen, colloquia, studiedagen en conferenties of die als afgevaardigde van het departement een interview mogen toestaan of een voordracht of toespraak mogen houden met betrekking tot de materies die binnen de taakomschrijving vallen van de in artikel 1 vermelde administratie.

Art.6. Om een efficiënte organisatie te waarborgen subdelegeert de secretaris - generaal de hiervoor in aanmerking komende gedelegeerde bevoegdheden aan ambtenaren van zijn departement, tot op het meest functionele niveau. Elke subdelegatie wordt meegedeeld aan het Rekenhof en aan de minister.

HOOFDSTUK III. - Bevoegdheden van de leidend ambtenaar.
Afdeling 1. - Delegaties van algemene aard.
Art.7. De leidend ambtenaar is gemachtigd om :
  1° de dagelijkse briefwisseling die verband houdt met zijn opdracht te ondertekenen, onverminderd de bijzondere regeling die geldt voor de antwoorden op brieven van het Rekenhof met betrekking tot de door dat Hof geformuleerde opmerkingen;
  2° gewone en aangetekende zendingen, bestemd voor zijn administratie in ontvangst te nemen, met uitzondering van de dagvaardingen, betekend aan de Vlaamse Gemeenschap;
  3° uittreksels en afschriften van documenten die verband houden met de taken van zijn administratie eensluidend te verklaren en af te leveren;
  4° staten van verschuldigde sommen betreffende presentiegelden en reis- en verblijfkosten, in zover ze verband houden met de werking van aan zijn administratie verbonden advies- en overlegorganen, goed te keuren.

Afdeling 2. - Bepalingen betreffende het gunnen en de uitvoering van overheidsopdrachten en het doen van andere uitgaven.
Art.8. De leidend ambtenaar is gemachtigd om, in het kader van de uitvoering van de taken van zijn administratie, bestekken voor werken, leveringen of diensten of de documenten die ze vervangen goed te keuren, de wijze te kiezen waarop de opdrachten worden gegund, opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen of diensten te gunnen en in te staan voor de uitvoering ervan. Deze machtiging geldt slechts binnen de perken van de geopende kredieten en indien het geraamde bedrag respectievelijk het goed te keuren inschrijvingsbedrag niet hoger is dan de hierna vermelde bedragen :                                                            Onderhandelings-                         Openbare           Beperkte           procedure                       aanbesteding       aanbesteding       met of zonder                        of algemene        of beperkte        voorafgaande                      offerteaanvraag    offerteaanvraag      bekendmaking                             -                  -                   -  Werken               10 miljoen fr.      5 miljoen fr.     2,5 miljoen fr.  Leveringen            8 miljoen fr.      5 miljoen fr.     8,2 miljoen fr.  Diensten              8 miljoen fr.      5 miljoen fr.     2,5 miljoen fr.  Diensten in verband  met onderzoek  en ontwikkeling      8,2 miljoen fr.    8,2 miljoen fr.    8,2 miljoen fr.
Hij staat bovendien in voor de eenvoudige uitvoering van de opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen of diensten die ter uitvoering van taken van zijn administratie werden gegund door de minister of de Vlaamse regering. Onder eenvoudige uitvoering dient te worden verstaan het treffen van alle maatregelen en beslissingen die ertoe strekken het voorwerp van de opdracht te verwezenlijken en die binnen de perken van de aanneming blijven, met uitzondering van de maatregelen en beslissingen die een beoordeling vanwege de gunnende overheid vereisen.

Art.9. De leidend ambtenaar is gemachtigd om :
  1° met betrekking tot de in artikel 8, eerste lid vermelde opdrachten :
  a) gemotiveerde afwijkingen toe te staan op de essentiële bepalingen en voorwaarden, in toepassing van artikel 8 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en de concessies voor openbare werken;
  b) boeten kwijt te schelden;
  2° met betrekking tot de in artikel 8, eerste en tweede lid vermelde opdrachten :
  a) prijsherzieningen voortvloeiend uit de betrokken overeenkomsten goed te keuren zonder beperking van bedrag;
  b) verrekeningen, andere dan voormelde herzieningen, goed te keuren in zover hieruit geen bijkomende uitgaven van meer de 25 % voortvloeien en ze 1.250.000 fr. niet overschrijden;
  3° allerlei uitgaven, die buiten de toepassing vallen van de wetgeving op de overheidsopdrachten en betrekking hebben op de uitvoering van de taken van zijn administratie, goed te keuren tot een bedrag van maximum 750.000 fr. per beslissing, in zover het niet gaat om subsidies en de betrokken uitgaven niet voortvloeien uit vonnissen of arresten, dadingen of schulderkenningen.

Art.10. De in deze afdeling vermelde bedragen zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

Afdeling 3. - Specifieke delegaties.
Art.11. De leidend ambtenaar is gemachtigd om :
  1° bekwaamheidsattesten en inschrijvingsbewijzen af te leveren betreffende de opleiding van polyvalent verzorgenden;
  2° attesten of verklaringen af te leveren die betrekking hebben op de aanvragen tot erkenning of de erkenning van voorzieningen in sectoren die onder de bevoegdheid van zijn administratie ressorteren;
  3° de voorstellen voor eervolle onderscheidingen goed te keuren.

Art.12. De leidend ambtenaar is gemachtigd om binnen de perken van de begrotingskredieten :
  1° de uitgaven te laten vereffenen in het kader van :
  a) het Vlaams zorgfonds;
  b) het programma algemeen welzijnsbeleid;
  c) het programma bijzondere jeugdbijstand;
  d) het programma bejaardenzorg;
  e) het programma gezinsaangelegenheden;
  f) het programma maatschappelijk opbouwwerk;
  g) het programma maatschappelijk welzijn;
  h) het programma integratie kansarmen;
  2° de staten te ondertekenen betreffende de verschuldigde bedragen voortvloeiend uit de overbrenging, het onderzoek en het toezicht van of op minderjarigen met toepassing van de regelgeving inzake bijzondere jeugdbijstand;
  3° te beslissen tot toevoeging van vrijwillige consulenten :
  a) aan de sociale diensten voor bijzondere jeugdbijstand, overeenkomstig artikel 37 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 betreffende de organisatie en de werking van de comités voor bijzondere jeugdzorg;
  b) aan de sociale diensten van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbanken overeenkomstig artikel 28, § 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1991 houdende organisatie en werkwijze van de sociale diensten van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbanken.

Art.13.
  § 1. De leidend ambtenaar is gemachtigd de besluiten betreffende de toekenning van voorschotten en saldo's en de documenten inzake vastlegging en ordonnancering te ondertekenen inzake de subsidiëring van :
  1° de verenigingen, welzijnsvoorzieningen en projecten in de thuiszorg;
  2° de opleidingscentra voor polyvalent verzorgende;
  3° de residentiële voorzieningen voor ouderen;
  4° de centra voor algemeen welzijnswerk;
  5° de verenigingen voor gezinseducatie;
  6° de centra voor ontwikkelingsstoornissen;
  7° de centra voor integrale gezinszorg;
  8° de vergoedingen verleend aan aalmoezeniers en morele raadgevers van de in België werkende arbeiders;
  9° de organisaties die zich richten tot groepen van personen die wegens hun beroepssituatie tot de trekkende beroepsbevolking worden gerekend;
  10° de centra en diensten voor het Vlaamse minderhedenbeleid;
  11° het Forum van organisaties van etnisch-culturele minderheden;
  12° het onthaalbeleid;
  13° de organisaties, instellingen en instituten voor maatschappelijk opbouwwerk;
  14° het regionaal overleg en samenwerking in de welzijnssector;
  15° het vrijwilligerswerk;
  16°de instellingen die nominatim vermeld zijn in de begroting.
  § 2. Mits hij daarvoor de voorafgaande principiële goedkeuring van de minister heeft bekomen, is de leidend ambtenaar gemachtigd om de niet gereglementeerde subsidies toe te kennen tot een maximumbedrag van 6 miljoen BEF.

Art.14. De leidend ambtenaar is gemachtigd om, strikt binnen de grenzen van de begroting, de verlenging van de erkenning goed te keuren onder dezelfde voorwaarden als de lopende erkenning voor de centra voor algemeen welzijnswerk en voor de centra en diensten voor het Vlaams minderhedenbeleid.

Art.15. De leidend ambtenaar is gemachtigd om, overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap, erkenningen te verlenen en te hernieuwen.

Art.16. De leidend ambtenaar is gemachtigd om, overeenkomstig de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, aan serviceflatgebouwen, woningcomplexen met dienstverlening en rusthuizen :
  1° een voorafgaande vergunning te verlenen;
  2° een voorafgaande vergunning te verlengen;
  3° een voorafgaande vergunning te wijzigen;
  4° een afwijking toe te staan inzake brandveiligheidsnormen en erkenningsnormen;
  5° een voorlopige erkenning te verlenen;
  6° een erkenning te verlenen;
  7° een verlenging van erkenning te verlenen;
  8° een overname van erkenning toe te staan;
  9°een voornemen tot weigering of schorsing van erkenning te betekenen.

Art.17. Onverminderd de bevoegdheden die hem zijn toegekend door het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 betreffende het beheer en de werking van het fonds bijzondere jeugdbijstand, is de leidend ambtenaar gemachtigd om de beslissingen te nemen inzake verlenging van erkenning en inzake subsidiëring van voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, bedoeld in hoofdstuk VI van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990 en de in uitvoering daarvan genomen besluiten. Bovendien is hij gemachtigd ten aanzien van voornoemde voorzieningen de door die besluiten voorziene afwijkingen van de erkenningsvoorwaarden toe te staan.
  Dit alles dient strikt binnen de grenzen van de goedgekeurde begroting van het fonds te geschieden.

Art.18. De leidend ambtenaar is gemachtigd om mits voorafgaande principiële goedkeuring door de minister en binnen de perken van de begroting, overeenkomsten te sluiten alsook deze per addendum te wijzigen.

Afdeling 4. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art.19.
  § 1. De leidend ambtenaar subdelegeert de hiervoor in aanmerking komende gedelegeerde bevoegdheden, na overleg met de secretaris-generaal, aan de ambtenaren van zijn administratie, tot op het meest functionele niveau. Elke subdelegatie wordt meegedeeld aan het Rekenhof en aan de minister.
  § 2. Bij gebruik van de in de afdelingen 2 en 3 van dit hoofdstuk bedoelde delegaties plaatst de delegatiehouder boven de vermelding van zijn graad en zijn handtekening de formule "Namens de Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen".

Art.20. Over het gebruik van de in de afdelingen 2 en 3 bedoelde bevoegdheden wordt trimestrieel gerapporteerd door middel van een activiteitenverslag dat aan de minister wordt meegedeeld via de secretaris-generaal.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.21. Het ministerieel besluit van 5 oktober 1993 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake gezin en maatschappelijk welzijn aan ambtenaren van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 31 mei 1999, wordt opgeheven.

Art. 22. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  Brussel, 20 april 2000.
  Mevr. M. VOGELS.