26 JANUARI 2000. - Ministerieel besluit inzake de kwaliteitszorg in de verenigingen voor gezinseducatie.
Art. 1-6
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen voor de verenigingen voor Gezinseducatie worden vastgesteld zoals bepaald in de bijlage 1, gevoegd bij dit besluit.
Art.2. Het kwaliteitshandboek moet minimaal de volgende elementen bevatten :
1° een inleiding, met daarin de voorstelling van de voorziening alsmede de opbouw en de structuur van de documentatie;
2° een weergave van het kwaliteitsbeleid waarin de missie, de objectieven en de waarden, de opgave van de sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen zoals bepaald in artikel 1 van dit besluit, en de verlening van een machtiging aan de overheid tot verificatie en evaluatie van het gevoerde kwaliteitsbeleid is opgenomen;
3° een weergave van het kwaliteitssysteem.
Art.3. Het in artikel 2, 3° bedoelde kwaliteitssysteem moet minimaal de volgende elementen bevatten :
1° de beschrijving van de organisatiestructuur, met daarin opgenomen het organigram en een omschrijving van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden;
2° de aanduiding van de verantwoordelijke die met het kwaliteitsbeleid is belast;
3° de situering van de gezinseducatie binnen de ruimere organisatiestructuur;
4° een beschrijving van de procedures.
Art.4. Minimaal moeten de volgende, in artikel 3, 4° bedoelde procedures worden beschreven :
Op landelijk vlak :
1. de procedure voor behoeftepeiling;
2. de procedure voor studie en onderzoek;
3. de procedure voor productontwikkeling;
4. de procedure voor selectie van de medewerkers;
5. de procedure voor vorming en ondersteuning van de medewerkers, zowel educatieve als nevenambtelijke medewerkers.
Op landelijk vlak en lokaal vlak :
6. de procedure voor planning;
7. de procedure voor bekendmaking en promotie;
8. de procedure voor organisatie;
9. de procedure voor evaluatie en klachtenbehandeling;
10. de procedure voor communicatie;
11. de procedure voor documentenbeheer;
Art.5. De kwaliteitsplanning bestaat minimaal uit de volgende onderdelen :
1° De samenvattende resultaten van metingen met betrekking tot de sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen;
2° De evaluatie van het kwaliteitshandboek, kwaliteitssysteem en de resultaten van de metingen;
3° De opgave van de prioritaire werkgebieden voor de toekomst. Per werkgebied worden de volgende items bepaald :
a) het werkgebied, project en onderwerp;
b) het streefdoel;
c) de toewijzing van een verantwoordelijke;
d) de fasering in de tijd;
e) de voorziene tussentijdse evaluatiemomenten.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000.
Brussel, 26 januari 2000.
Mevr. M. VOGELS
BIJLAGE.
Art. N. SECTORSPECIFIEKE MINIMALE KWALITEITSEISEN VOOR DE GEZINSEDUCATIE.
1. De gezinseducatie gebeurt gebruikersgericht
De gezinseducatie gebeurt gebruikersgericht, d.w.z. op maat van de klant en rekening houdend met diens behoeften. Het aanbod wordt voldoende bekendgemaakt en is toegankelijk. De mogelijkheid tot het uiten van klachten is aanwezig evenals de garantie dat deze zullen behandeld worden.
1.1. Op maat
Dit betekent :
- Thema, inhoud en methode zijn aangepast aan het publiek
- Rekening houden met de omstandigheden van bespreekbaarheid
1.2. Rekening houdend met de behoeften van de klant
Dit betekent :
- Samenspraak met de klanten en partners in het proces
- Regelmatig behoefteanalyse uitvoeren
1.3. Aanbod voldoende bekendgemaakt
Dit betekent :
- Het aanbod zowel landelijk als lokaal aan de juiste doelgroep bekendmaken
- Het aanbod tijdig bekend maken
Voor de bekendmaking de gepaste media gebruiken
1.4. Toegankelijkheid
Dit betekent :
- De vormingsactiviteiten op geschikte plaats en tijdstip organiseren
1.5. met mogelijkheid tot het uiten van klachten
Dit betekent :
- Omschrijven op welke manier we zullen omgaan met klachten
- Deze manier van omgaan met klachten communiceren naar de klanten
2. De gezinseducatie gebeurt op een maatschappelijk aanvaardbare wijze
De gezinseducatie gebeurt op een maatschappelijk aanvaardbare wijze, d.w.z. inspelend op en rekening houdend met maatschappelijke tendensen en met respect voor de opinie van elk individu.
2.1. inspelend op/ rekening houdend met maatschappelijke tendensen
Dit betekent :
- Een programma-aanbod gebaseerd op studie van de maatschappij-evolutie i.v.m. gezinsinteracties en het maatschappelijk functioneren van het gezin
- Aandacht besteden aan de prioritaire thema's, voorgesteld door de overheid
2.2. met respect voor de opinie van elk individu
Dit betekent :
- Openstaant voor verschillende meningen
- Tegelijk de groepsdynamica hanteren i.f.v. gestelde doelen
3. De gezinseducatie gebeurt doeltreffend
De gezinseducatie gebeurt doeltreffend, d.w.z. op een doelgerichte wijze, met actieve betrokkenheid van de deelnemers en met het oog op de tevredenheid van de interne en externe klanten
3.1. Klantentevredenheid
Dit betekent :
- Tevredenheid van de leden nastreven
- Tevredenheid van de medewerkers nastreven
- Mogelijkheden voorzien voor het meten van klantentevredenheid en de resultaten van de metingen gebruiken
3.2. Doelgericht
Dit betekent :
- Per activiteit doelen formuleren, communiceren naar alle betrokkenen en evalueren
3.3. Betrokkenheid van de deelnemers
Dit betekent :
- Een minimale interactieve betrokkenheid van de deelnemers
4. De gezinseducatie verloopt doelmatigheid
De gezinseducatie verloopt doelmatig, d.w.z. behoorlijk georganiseerd, met een juiste inzet van mensen en middelen, degelijke vormingspakketten en deskundig personeel. Er is regelmatige en duidelijke communicatie.
4.1. Degelijke organisatie
Dit betekent :
- Duidelijke toewijzing van opdrachten en verantwoordelijkheden
4.2. Deskundig personeel
Dit betekent :
- Werken met deskundige beroepskrachten en vormingsmedewerkers
4.3. Juiste inzet van mensen en middelen
Dit betekent :
- Een goed beheer van de organisatorische en administratieve processen
- Uit de organisatiestructuur moet blijken dat minstens 1 persoon verantwoordelijk is voor het domein Gezinseducatie
4.4. Duidelijke en regelmatige communicatie
Dit betekent :
- Gerichte communicatie tussen beroepskrachten, nevenambtelijken en vrijwilligers
tweerichtingscommunicatie
4.5. Degelijke vormingspakketten
Dit betekent :
- Voor elke activiteit moet er een pakket voorhanden zijn, voorbereid door een deskundige en bestaande uit :
- Achtergrondinformatie
- Algemeen kader
- Inhoud
- Methodieken
5. De gezinseducatie wordt continu verleend en de werking wordt continu georganiseerd
De gezinseducatie wordt continu verleend, d.w.z. aansluitend bij de opdrachtsverklaring en gekaderd in een ruimere werking. Er wordt een permanent een gezinsopvoedkundig aanbod gegarandeerd.
5.1. Aansluitend bij de opdrachtverklaring
Dit betekent :
- Aansluitend bij de visie en doelstellingen van de organisatie
5.2. Cohesie
Dit betekent :
- Elke activiteit kadert in een ruimere werking
5.3. Permanent gezinsopvoedkundig aanbod
Dit betekent :
- Permanent een minimum aanbod voorzien
- Het aanbod regelmatig actualiseren
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 26 januari 2000 inzake de kwaliteitszorg in de verenigingen voor Gezinseducatie.
Brussel, 26 januari 2000.
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen,
Mevr. M. VOGELS