15 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 10 van de wet van 4 mei 1999 houdende fiscale en andere bepalingen en ter uitvoering van artikel 191, eerste lid, 15°ter van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 10 van de wet van 4 mei 1999 houdende fiscale en andere bepalingen heeft uitwerking met ingang van 10 januari 2000.
Art.2. Op basis van het rapport van de Algemene Raad van 26 juni 2000, aan de Minister gezonden op 4 juli 2000, wordt vastgesteld dat het partieel begrotingsobjectief voor het jaar 2000 inzake farmaceutische specialiteiten en gelijkgestelde producten dreigt overschreden te worden door het bestaan van een beduidend risico op overschrijding van de partiële begrotingsdoelstelling inzake farmaceutische specialiteiten en gelijkgestelde producten, zoals bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 5 oktober 1999 tot uitvoering van artikel 51, § 4, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, houdende bepaling wat onder beduidende overschrijding of risico op beduidende overschrijding van de partiële begrotingsdoelstelling moet worden verstaan.
De partiële begrotingsdoelstelling voor het jaar 2000, verhoogd met 3,5 %, zoals bepaald in artikel 6 van het voornoemd koninklijk besluit van 5 oktober 1999, bedraagt 92 974,8 miljoen BEF. De herziene technische ramingen voor het jaar 2000, gemaakt naar aanleiding van het opmaken van de budgettaire voorafbeelding voor het jaar 2001, bedraagt 96 504,5 miljoen BEF. Het verschil tussen deze twee grootheden bedraagt 3 529,7 miljoen BEF en bepaalt het risico op beduidende overschrijding.
Bijgevolg is de aanvullende heffing van 2 pct. verschuldigd, zoals bedoeld in artikel 191, eerste lid, 15°ter van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 oktober 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE.