12 AUGUSTUS 2000. - Koninklijk besluit houdende toepassing van artikel 51, § 3bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat de forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen betreft.
Art. 1-5
Artikel 1. In afwijking van artikel 4, § 3, a), van de tweede wijzigingsclausule bij de Nationale overeenkomst tussen de verpleeginrichtingen en de verzekeringsinstellingen is er geen bedrag, gelijk aan de helft van het deel B2 van de verpleegdagprijs van een verplegingsinrichting, verschuldigd voor de volgende verstrekkingen :
245512 - 245523
Uitroeien door elektrocoagulatie van een invasieve tumor van de marginale rand van het ooglid : N 60
317030 - 317041
Alveolectomie uitgestrekt over een streek van minimum zes tanden : K 42
317236 -317240
Extractie van geïmpacteerde of geretineerde tand : K 62,5
Art.2. In afwijking van artikel 4, § 4, a), van dezelfde wijzigingsclausule is er geen bedrag, gelijk aan het deel B2 van de verpleegdagprijs van een verplegingsinrichting, verschuldigd voor de volgende verstrekking :
245792 - 245803
Blefarorrhafie of tarsorrhafie : N 125
en is er slechts een bedrag, gelijk aan de helft van het deel B2 van de verpleegdagprijs van een verplegingsinrichting, verschuldigd voor de volgende verstrekking :
260271 - 260282
Cytoscopie, met of zonder afname voor biopsie bij de man : K 40
Art.3. In afwijking van artikel 4, § 5, van dezelfde wijzigingsclausule is er geen forfait A verschuldigd voor de volgende verstrekking :
245770 - 245781
Canthoplastiek : N 125
en is er geen forfait B, maar slechts een bedrag, gelijk aan het deel B2 van de verpleegdagprijs van een verplegingsinrichting, verschuldigd voor de volgende verstrekking :
312152 - 312163
Trepanatie van kaakbeen wegens geïmpacteerde of geretineerde tand zo de impactie of retentie door een voorafgaande radiografie bewezen is : K 130
Art.4. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarop het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5. Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 12 augustus 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE.