Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 MEI 2000. - Koninklijk besluit betreffende de samenstelling en de werkwijze van het raadgevend comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-05-2000 en tekstbijwerking tot 02-03-2016)



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het comité : het raadgevend comité ingesteld bij artikel 7 van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;
  2° de Minister : de federale Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;
  3° het Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen opgericht door de voornoemde wet van 4 februari 2000;
  4° de Bestuurder : de Gedelegeerd bestuurder van het Agentschap.

Art.2.§ 1. (Het comité omvat de volgende leden :
  1° [2 zeven vertegenwoordigers van de verbruikersorganisaties;]2
  2° vijf vertegenwoordigers van de organisaties van de sector van de landbouwproductie, waarvan één als vertegenwoordiger van de sector van de biologische landbouw;
  3° één vertegenwoordiger van de sector van de fabricage van dierenvoeding;
  4° vier vertegenwoordigers van een organisatie, werkzaam in de sectoren van de voedingsindustrie, die betrokken zijn bij de fabricage van producten en onder de controlebevoegdheid van het Agentschap vallen;
  5° [1 twee vertegenwoordigers van een organisatie werkzaam in de sector van de chemische nijverheid;]1
  6° [1 zes vertegenwoordigers van organisaties van de sector van de onder de controlebevoegdheid van het Agentschap vallende handel;]1
  7° twee vertegenwoordigers van organisaties van de sector van de onder de controlebevoegdheid van het Agentschap vallende horeca;
  8° één vertegenwoordiger van de transportsector;
  9° [2 één vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;]2
  10° twee vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie;
  11° telkens één vertegenwoordiger van elk van de gewesten en van elk van de gemeenschappen.
  Voor elk lid wordt een plaatsvervanger aangeduid, overeenkomstig dezelfde procedure als voor de leden, die het lid zo nodig kan vervangen. [3 ...]3) <KB 2006-05-01/45, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 12-05-2006>
  § 2. Afgevaardigden van het Agentschap, aangeduid door de Bestuurder, kunnen als waarnemer aan de vergaderingen van het comité deelnemen.
  § 3. Het comité mag deskundigen uitnodigen voor de vergaderingen waarop onderwerpen worden besproken waarvoor ze deskundig zijn.
  De deskundigen mogen niet behoren tot beheerraad, directie of personeel van een inrichting die aan de controle van het Agentschap onderworpen is.
  ----------
  (1)<KB 2013-09-19/26, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2013>
  (2)<KB 2016-02-16/10, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 17-12-2015>
  (3)<KB 2016-02-16/10, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 17-12-2015>

Art.3.[1 De in artikel 2, § 1, 1° tot 8°, bedoelde organisaties, sectoren en hun aantal mandaten worden door de Minister aangeduid voor een periode van vier jaar, hernieuwbaar.]1
  ----------
  (1)<KB 2016-02-16/10, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 17-12-2015>

Art.4.[1 § 1. De in artikel 2, § 1, 1° tot 8°, bedoelde organisaties en sectoren dragen minstens twee vertegenwoordigers voor per mandaat.
   § 2. De in artikel 2, § 1, 9° en 10°, bedoelde leden worden voorgedragen door de voorzitters van de bedoelde Federale Overheidsdiensten en de in artikel 2, § 1, 11°, bedoelde leden worden voorgedragen door de respectieve bevoegde Ministers.
   § 3. De helft van de in artikel 2, § 1, 9°, 10° en 11°, bedoelde leden moet tot de Nederlandse taalrol behoren en de andere helft moet tot de Franse taalrol behoren. Voor de toepassing van deze bepaling wordt de vertegenwoordiger van de Duitstalige Gemeenschap geacht te behoren tot de Franse taalrol.
   § 4. De leden en plaatsvervangers van het Comité worden door het Comité aangeduid op voorstel van de Voorzitter.
   Indien het Comité niet rechtsgeldig kan vergaderen, duidt de minister bij beslissing de effectieve leden en plaatsvervangers van het Comité aan.
   § 5. Het mandaat van de leden en van de plaatsvervangers eindigt wanneer het mandaat van de sector of organisatie is verstreken.
   § 6. Indien een lid of een plaatsvervanger ontslagnemend is, hetzij op eigen vraag, hetzij omdat hij niet langer zijn voordragende organisatie, sector, federale overheidsdienst, gewest of gemeenschap vertegenwoordigt of niet voldoet aan de bepalingen van het in artikel 6 bedoelde huishoudelijk reglement, stelt de voordragende organisatie, sector, federale overheidsdienst, gewest, gemeenschap, voorzitter of minister een nieuwe vertegenwoordiger voor.]1
  ----------
  (1)<KB 2016-02-16/10, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 17-12-2015>

Art.5. De Bestuurder is voorzitter van het comité. Hij kan zich op de vergaderingen door een afgevaardigde laten vertegenwoordigen.

Art.6. Het Comité stelt een huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring aan de Minister voor.
  Het huishoudelijk reglement bevat ten minste bepalingen in verband met de regels inzake deontologie, de voorwaarden om als ontslagnemend te worden beschouwd, een urgentieprocedure en de voorwaarden voor deelname door derden aan de vergaderingen.

Art.7. Het Comité vergadert op uitnodiging van de Voorzitter van het comité, overeenkomstig de bepalingen van het in artikel 6 bedoelde huishoudelijk reglement.

Art.8. Het comité vergadert op geldige wijze als de meerderheid van de leden van het comité aanwezig is.
  Indien die meerderheid niet aanwezig is kan het comité, na een nieuwe uitnodiging, op geldige wijze over hetzelfde onderwerp vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden van het comité.

Art.9. Het comité kan werkgroepen oprichten voor het uitvoeren van door het comité bepaalde opdrachten.
  (Bij het comité wordt een opvolgingscomité ingesteld dat voor het comité adviezen formuleert in verband met de financiering en instaat voor de opvolging van de financiële toestand van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. De door het opvolgingscomité geformuleerde adviezen worden integraal gevoegd in bijlage bij de adviezen van het comité die aan de Minister worden overgemaakt, afwijkende minderheidsstandpunten inbegrepen. Het opvolgingscomité is samengesteld uit vier vertegenwoordigers van sectoren die bijdragen tot de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de voedselketen.) <KB 2006-05-01/45, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 12-05-2006>

Art.10. Het secretariaat van het comité wordt waargenomen door één of meer door de Bestuurder of zijn afgevaardigde aangeduide personen.

Art.11. De Minister stelt de vergoedingen en het presentiegeld vast waarop de deskundigen recht hebben.

Art.12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 13. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.