Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 MEI 2000. - Koninklijk besluit betreffende de samenstelling en de werkwijze van het wetenschappelijk comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-05-2000 en tekstbijwerking tot 08-07-2016)



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het comité : het wetenschappelijk comité ingesteld bij artikel 8 van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;
  2° [1 de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de veiligheid van de voedselketen behoort;]1
  3° het Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen opgericht door de voornoemde wet van 4 februari 2000;
  4° de Bestuurder : de Gedelegeerd bestuurder van het Agentschap.
  ----------
  (1)<KB 2010-03-23/08, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 02-05-2010>

Art.2.§ 1. (Het comité bestaat uit ten hoogste 22 leden). <KB 2007-12-20/19, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 20-02-2008>
  § 2. De leden van het comité worden door Ons benoemd, na advies van een door de Minister op te richten selectiecommissie, uit personen die zich kandidaat hebben gesteld als deskundige naar aanleiding van een oproep die in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  De kandidaturen van de deskundigen voor de functie van lid van het comité moeten door de kandidaten zelf bij de [1 Bestuurder]1 ingediend worden en vergezeld zijn van een uitgebreid curriculum vitae, waarbij de nadruk gelegd wordt op de elementen waaruit blijkt dat de kandidaat deskundig is in één of meer van de disciplines waarvoor het Agentschap bevoegd is.
  § 3. [3 De leden van het comité mogen niet behoren tot de beheerraad, de directie of het personeel van een instelling met winstoogmerk die voedselproducten op de markt brengt en die aan de controle van het Agentschap onderworpen is.]3
  § 4. De leden van het comité worden benoemd voor een periode van vier jaar, hernieuwbaar.
  [2 Indien, bij de afloop van de periode van vier jaar, de benoeming van de leden van het nieuw comité nog niet heeft plaatsgevonden, wordt het mandaat van de zittende leden verlengd tot aan de effectieve benoeming van de leden van een nieuw comité. Deze verlenging mag de duur van één jaar niet overschrijden.]2
  § 5. Worden als ontslagnemend beschouwd, de leden die niet aan de bepalingen van het in artikel 3 bedoelde huishoudelijk reglement voldoen.
  ----------
  (1)<KB 2010-03-23/08, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 02-05-2010>
  (2)<KB 2010-03-23/08, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 02-05-2010>
  (3)<KB 2016-06-19/02, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 18-07-2016>

Art.3. Het comité stelt een huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring aan de Minister voor.
  Het huishoudelijk reglement bevat ten minste bepalingen in verband met de regels inzake deontologie, de voorwaarden om als ontslagnemend te worden beschouwd, een urgentieprocedure en de voorwaarden voor deelname door deskundigen niet-leden aan de vergaderingen.

Art.4. De leden van het comité kiezen in hun midden een voorzitter en een ondervoorzitter.

Art.5. Het comité vergadert op uitnodiging van de Voorzitter van het comité, overeenkomstig de bepalingen van het in artikel 3 bedoelde huishoudelijk reglement.

Art.6. Afgevaardigden van het Agentschap, aangeduid door de Bestuurder, nemen als waarnemer aan de vergaderingen van het comité deel.

Art.7. Het comité kan werkgroepen oprichten voor het uitvoeren van de door het comité bepaalde opdrachten.
  Deze werkgroepen kunnen andere personen omvatten dan deze bedoeld in artikel 2.

Art.8. Het secretariaat van het comité wordt waargenomen door één of meer door de Bestuurder of zijn afgevaardigde aangeduide personen.

Art.9. [1 De adviezen van het comité worden openbaar gemaakt. Uitzonderlijk worden de volgende elementen uit de adviezen niet openbaar gemaakt :
   1° indien ze handelen over vertrouwelijke industriële productieprocessen;
   2° indien ze handelen over informatie die afkomstig is uit lopende procedures bij andere overheidsinstellingen die vertrouwelijkheid vereisen.]1
  ----------
  (1)<KB 2010-03-23/08, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-05-2010>

Art.10. De Minister stelt de vergoedingen en het presentiegeld vast waarop de leden en de in artikel 3 bedoelde deskundigen niet-leden van het comité recht hebben.
  [1 Betrokkenen kunnen de opdracht geven dat de betaling hiervan gedaan wordt aan de instelling die de infrastructuur bezit waarop deze hebben beroep gedaan voor het uitvoeren van hun opdracht, met uitsluiting voor wat betreft vergoedingen voor reiskosten, verblijfs kosten en presentiegelden.]1
  ----------
  (1)<KB 2010-03-23/08, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 02-05-2010>

Art.11. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 12. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.