Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

6 DECEMBER 2000. - [Koninklijk besluit betreffende de Interministeriële Commissie voor Humanitair Recht.]<KB2016-06-22/16, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 29-08-2016>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-12-2000 en tekstbijwerking tot 19-08-2016)



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2016015089 



Artikels:

Artikel 1. De Interdepartementale Commissie voor Humanitair Recht, opgericht bij beslissing van de Ministerraad van 20 februari 1987 en waarvan de opdracht werd geherdefnieerd bij beslissing van de Ministerraad van 23 december 1994, wordt onder de benaming " Interministeriële Commissie voor Humanitair Recht " heringericht.

Art.2.De opdracht van de Interministeriële Commissie voor Humanitair Recht, hierna genoemd " de Commissie ", bestaat erin :
  1° vast te stellen en te onderzoeken welke nationale uitvoeringsmaatregelen nodig zijn voor de uitvoering van de regels van het internationaal humanitair recht, de betrokken federale Ministers erover in te lichten en hun terzake voorstellen te doen;
  2° de in 1° bedoelde nationale uitvoeringsmaatregelen op te volgen en te coördineren;
  3° als permanent adviesorgaan, de federale Regering, op eigen initiatief of op haar verzoek, bij te staan via studies, verslagen, adviezen of voorstellen in verband met de toepassing en de ontwikkeling van het internationaal humanitair recht;
  4° de voortzetting van de werkzaamheden te verzekeren en in te staan voor de bewaring van het archief van de Interdepartementale Commissie voor Humanitair Recht, bedoeld in artikel 1 [1 ;]1
  [1 5° handelen als nationaal adviescomité voor de bescherming van de culturele goederen beoogd door Resolutie II van de Intergouvernementele Conferentie inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict, goedgekeurd te 's Gravenhage op 14 mei 1954.]1
  ----------
  (1)<KB 2016-06-22/16, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 29-08-2016>

Art.3.§ 1. De Commissie stelt jaarlijks een ontwerp van verslag van de werkzaamheden op waarin, indien daarvoor redenen bestaan, besluiten en voorstellen van algemene aard zijn vervat. Dit ontwerp wordt aan de leden van de Commissie voorgelegd een maand voor de vergadering tijdens welke de aanneming ervan wordt gepland.
  Zodra het verslag is aangenomen, zendt de Commissie het toe aan alle in de Commissie vertegenwoordigde Ministers [1 alsook aan de wetgevende vergaderingen van de federale staat, de Gemeenschappen en de Gewesten van het Koninkrijk. Tegelijkertijd maakt de Commissie haar verslag openbaar]1. [1 ...]1
  § 2. De Commissie kan, wanneer zij dit nuttig acht, alle andere documenten die het resultaat zijn van haar werkzaamheden, meedelen aan het Internationaal Comité van het Rode Kruis en aan de buitenlandse instellingen die een gelijkaardige opdracht vervullen.
  ----------
  (1)<KB 2016-06-22/16, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 29-08-2016>

Art.4.§ 1. [1 De Commissie is samengesteld uit een vertegenwoordiger van de Eerste Minister en een vertegenwoordiger van elk van de regeringsleden met de volgende bevoegdheden :
   1° Buitenlandse Zaken;
   2° Justitie;
   3° Defensie;
   4° Binnenlandse Zaken en Veiligheid;
   5° Volksgezondheid;
   6° Ontwikkelingssamenwerking;
   7° Asiel en Migratie.
   De Commissie kan een ander regeringslid dan degenen die in het voorgaande lid worden vermeld, verzoeken om een vertegenwoordiger in de Commissie aan te wijzen.
   De voorzitter van de Commissie wordt aangewezen door de minister van Buitenlandse Zaken op voordracht van de minister van Justitie.]1
  De Commissie bestaat eveneens uit een ondervoorzitter en een secretaris door haar aangewezen, onder haar leden of de in artikel 6 bedoelde vaste deskundigen.
  § 2. In de uitoefening van haar opdracht, verzoekt de Commissie [1 het federaal parket,]1 de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en het Belgische Rode Kruis, vertegenwoordigers aan te wijzen om deel te nemen aan haar werkzaamheden.
  § 3. Voor elke vertegenwoordiger wordt tevens een plaatsvervanger aangewezen.
  § 4. De vertegenwoordigers en hun plaatsvervangers worden aangewezen door hun respectieve overheden.
  ----------
  (1)<KB 2016-06-22/16, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 29-08-2016>

Art.5. Het lid dat verhinderd is, wordt vervangen door zijn plaatsvervanger.

Art.6.De Commissie mag zich laten bijstaan door vaste deskundigen.
  De vaste deskundige wordt aangewezen door de Commissie, op de voordracht van een in de Commissie vertegenwoordigde [1 regeringslid]1.
  De vaste deskundige wordt over de werkzaamheden van de Commissie ingelicht op dezelfde wijze als de leden van de Commissie.
  ----------
  (1)<KB 2016-06-22/16, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 29-08-2016>

Art.7.De Commissie kan [1 vertegenwoordigers]1 uitnodigen van andere overheden dan degene die vertegenwoordigd zijn in de Commissie.
  De Commissie kan tevens elke persoon van wie de medewerking nuttig wordt geacht, horen en betrekken bij haar werkzaamheden.
  ----------
  (1)<KB 2016-06-22/16, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 29-08-2016>

Art.8. Tijdens de eerste vergadering na de inwerkingtreding van dit besluit stelt de Commissie een huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Minister die bevoegd is voor Buitenlandse Zaken.

Art.9. De Minister die bevoegd is voor Buitenlandse Zaken stelt de Commissie administratief personeel, lokalen en materiële middelen ter beschikking.

Art.10. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 11. Onze Eerste Minister en Onze Ministers en Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.