28 JANUARI 2000. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 24 december 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Kanselarij van de Eerste Minister en de diensten van de vaste nationale Cultuurpactcommissie.
Art. 1-4
Artikel 1. De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 december 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Kanselarij van de Eerste Minister en de diensten van de vaste nationale Cultuurpactcommissie worden onderverdeeld als volgt :
Administratief personeel :
de betrekking van ingenieur-directeur kan worden bezoldigd in de weddeschaal 13 E;
2 van de 7 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 13 B;
3 van de 8 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C;
1 van de 2 betrekkingen van vertaler-revisor wordt bezoldigd in de weddeschaal 10 C;
1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend vertaler kan worden bezoldigd in de weddeschaal 28 I;
de betrekking van programmeringsanalist kan worden bezoldigd in de weddeschaal 28 L;
de betrekking van eerstaanwezend directiesecretaris kan worden bezoldigd in de weddeschaal 28 B;
2 van de 6 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22 B;
3 van de 12 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 F;
3 van de 12 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 H;
1 van de 12 betrekkingen van klerk wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 I;
1 van de 4 betrekkingen van beambte wordt bezoldigd in de weddeschaal 42 C;
1 van de 4 betrekkingen van beambte wordt bezoldigd in de weddeschaal 42 D;
1 van de 4 betrekkingen van beambte kan worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E.
Meesters-, vak- en dienstpersoneel :
1 van de 2 betrekkingen van geschoold arbeider wordt bezoldigd in de weddeschaal 42 E.
Art.2. In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.
Art.3. Het ministerieel besluit van 11 juli 1997 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Kanselarij van de Eerste Minister en de diensten van de vaste nationale Cultuurpactcommissie wordt opgeheven.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 24 december 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Kanselarij van de Eerste Minister en de diensten van de vaste nationale Cultuurpactcommissie.
Brussel, 28 januari 2000.
G. VERHOFSTADT