12 APRIL 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 augustus 1989 tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten.
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 augustus 1989 tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 maart 1996, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " verordening (EEG) nr. 3094/86 van de Raad van 7 oktober 1986 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden " vervangen door de woorden " verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen ";
2° tussen het tweede en het derde lid wordt het volgende lid ingevoegd :
" De maximumlengte van de bovenpees van het bordennet wordt vastgelegd op 10 meter voor vaartuigen, die enkel voor toeristische doeleinden ingezet worden voor de garnaalvisserij en die beschikken over een certificaat van deugdelijkheid afgeleverd door de Dienst Scheepvaartcontrole van het Bestuur van Maritieme Zaken en van Scheepvaart van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur en van een speciale machtiging afgeleverd door de Dienst Zeevisserij, Oostende. De Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, bepaalt nadere criteria tot het bekomen van dergelijke speciale machtiging. "
Art.2. Artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 maart 1996, wordt aangevuld met het volgend lid :
" De bepalingen voorzien in het eerste lid gelden niet voor vaartuigen, die enkel voor toeristische doeleinden worden ingezet voor de garnaalvisserij en die beschikken over het certificaat van deugdelijkheid en de speciale machtiging bedoeld in artikel 3. "
Art.3. In artikel 5bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 maart 1996, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " de leden 2 of 3 en 4 " vervangen door de woorden " het lid 2 of de leden 3 en 4 en het lid 5 ".
2° tussen het derde en het vierde lid wordt volgend lid ingevoegd :
" De maximumlengte van de bovenpees van het bordennet wordt vastgelegd op 10 meter voor vaartuigen, die enkel voor toeristische doeleinden ingezet worden voor de garnaalvisserij en die beschikken over het certificaat van deugdelijkheid en de speciale machtiging bedoeld in artikel 3. "
3° in het vijfde lid worden de woorden " verordening (EEG) nr. 3094/86 van de Raad van 7 oktober 1986 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden " vervangen door de woorden " verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen ".
Art.4. Artikel 5ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 maart 1996, wordt vervangen als volgt :
" Art. 5ter. Alle technische bepalingen vervat in de geldende EG-verordeningen voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen zijn eveneens van toepassing op de niet-beroepsmatige visserijactiviteiten.
Voor de strandvisserij gelden enkel de technische bepalingen in verband met de minimum maaswijdte van de netten, de maaswijdtemeting en de minimum aanvoerlengte van de vis. De maaswijdte van de kuil van de ankerkuilen en van platte ingegraven netten, gebruikt bij de strandvisserij, wordt vastgelegd op minimum 70 mm. De lengte van de kuil van de ankerkuil wordt vastgelegd op minimum 2 meter. "
Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5quater ingevoegd, luidende :
" Art. 5quater. Alle in de artikelen 5 en 5bis vermelde visserijactiviteiten zijn verboden van 10 uur 's avonds tot 5 uur «s morgens. De vangsten van alle in artikelen 5, 5bis en 5ter vermelde visserijactiviteiten mogen niet in de handel gebracht worden en/of verkocht worden. "
Art.6. In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt het woord " kokkelvisserij " vervangen door de woorden " visserij op levende organismen van sedentaire soorten ".
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 8. Onze Minister van Landbouw en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 april 2000.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landbouw en Middenstand,
J. GABRIELS