11 APRIL 2000. - Ministerieel besluit houdende regeling van de voorwaarden inzake het vervoer aan boord van burgerlijke luchtvaartuigen, van [ontoelaatbare passagiers en te verwijderen personen]. <MB2019-06-20/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 22-07-2019>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-04-2000 en tekstbijwerking tot 12-07-2019)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Voorafgaande notificatie.
Art. 3
HOOFDSTUK III/I. [1 - Beveiligingsonderzoek van de INAD/ANAD/DEPO zijn bagage en vrijstelling beveiligingsonderzoek.]1
Art. 3/1
HOOFDSTUK IV. - Beveiligingsmaatregelen aan boord.
Art. 4-8
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 9
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1.[1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° Ontoelaatbare passagier (INAD/ANAD): een passagier van vreemde nationaliteit die niet in het bezit is van de documenten vereist in artikel 2 van de wet van 15 december 1980 op de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen of die zich in een van de andere gevallen bedoeld in artikel 3 van de bovenvermelde wet bevindt, die naar het land waar hij vandaan komt of naar elk ander land waar hij kan worden toegelaten, moet worden vervoerd, krachtens artikel 74/4 van de bovenvermelde wet, begeleid (ANAD) of niet begeleid (INAD).
2° Te verwijderen persoon (DEPO): een persoon van vreemde nationaliteit, die zich reeds op het grondgebied bevindt, maar aan wie het verblijf of de vestiging in het Rijk geweigerd is, overeenkomstig een beslissing van de bevoegde administratieve overheid, en die ter uitvoering van die beslissing van het grondgebied verwijderd wordt overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 december 1980 op de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, begeleid (DEPA) of niet begeleid (DEPU);
3° Directeur-generaal: Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.]1
----------
(1)<MB 2019-06-20/09, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 22-07-2019>
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied.
Art.2.[1 Dit besluit is van toepassing op INAD/ANAD of DEPO's die vervoerd worden aan boord van luchtvaartuigen van luchtvaartmaatschappijen die houder zijn van een exploitatievergunning afgeleverd of erkend door het Directoraat-generaal Luchtvaart van de FOD Mobiliteit en Vervoer, of die een Belgische luchthaven als vertrekpunt hebben.]1
----------
(1)<MB 2019-06-20/09, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 22-07-2019>
HOOFDSTUK III. - Voorafgaande notificatie.
Art.3.De luchtvaartmaatschappij bedoeld in artikel 2 wordt op de hoogte gebracht ten minste achtenveertig uur voor ieder vervoer van een [1 INAD/ANAD]1 en ten minste vijf dagen voor ieder vervoer van een [1 DEPO]1. Het komt haar toe de uitvoering van het vervoer van de betrokken persoon binnen een kortere termijn al dan niet voor te stellen
De betrokken Gezagvoerder dient, uiterlijk veertig minuten voorafgaand aan de voorziene vertrektijd van de vlucht, schriftelijk ingelicht te worden over het voornemen om iedere passagier bedoeld in artikel 1 aan boord te brengen.
[1 Deze schriftelijke notificatie dient te gebeuren bij wijze van een in tweevoud volledig ingevuld formulier.]1 Deze notificatie gaat uit van de instantie op wiens verzoek deze passagier zal vervoerd worden.
De Gezagvoerder beslist of er al dan niet redenen zijn om de passagier bedoeld in [1 het eerste lid]1 aan boord toe te laten. Hij tekent de notificatieformulier(en) voor ontvangst die hem voorgelegd worden
Op het formulier bedoeld in [1 het derde lid]1 dienen de volgende inlichtingen verplicht vermeld te worden :
1. volledige identiteit van de te vervoeren persoon;
2. [1 de begeleiding en veiligheidsmaatregelen die voorzien worden ingevolge de risicoanalyse;]1
3. de opmerkingen van de veiligheidsdienst van de betrokken luchtvaartmaatschappij over de mogelijke risico's voor de beveiliging van de vlucht (alleen voor ANADS);
4. de getroffen schikkingen inzake de plaats in het luchtvaartuig;
5. een gedetailleerde beschrijving van de aan boord te nemen beveiligingsmaatregelen, binnen het kader voorzien door dit besluit;
6. de aard van de overige documenten die deze passagier zullen begeleiden.
Als hij de beslissing neemt de inscheping van de geëscorteerde passagier die hem voorgesteld wordt te weigeren, motiveert de Gezagvoerder zijn beslissing [1 in de daartoe voorziene rubriek op het notificatieformulier bedoeld in het derde lid]1.
----------
(1)<MB 2019-06-20/09, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 22-07-2019>
HOOFDSTUK III/I. [1 - Beveiligingsonderzoek van de INAD/ANAD/DEPO zijn bagage en vrijstelling beveiligingsonderzoek.]1
----------
(1)
Art. 3/1. [1 § 1. Het beveiligingsonderzoek uitgevoerd door de federale politie bij INAD's, ANAD's en DEPO's door middel van een manuele fouillering van de betrokkene en/of door geschikte apparatuur is een bijzondere onderzoeksprocedure.
Het beveiligingsonderzoek door middel van een handmatig onderzoek van de hand-en ruimbagage van de INAD's, ANAD's en DEPO's uitgevoerd door de federale politie is een bijzondere onderzoeksprocedure.
De luchthavenexploitant stelt de nodige apparatuur ter beschikking voor het beveiligingsonderzoek.
§ 2. In het kader van verwijderingsopdrachten zijn de personeelsleden van de federale politie en van de Dienst Vreemdelingenzaken de personen aangesteld door de Dienst Vreemdelingenzaken, de personeelsleden van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie alsook de gebruikte voertuigen vrijgesteld van een beveiligingsonderzoek onder de voorwaarden bepaald door de Directeur-generaal.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2019-06-20/09, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 22-07-2019>
HOOFDSTUK IV. - Beveiligingsmaatregelen aan boord.
Art.4.Geëscorteerde passagiers worden aan boord gebracht vóór alle andere passagiers. Zij nemen achteraan in het luchtvaarttuig plaats, behoudens andere regeling overeengekomen met de Gezagvoerder.
Geëscorteerde passagiers krijgen geen plaatsen toegewezen aan de middengang van het luchtvaartuig of bij nooduitgangen.
Deze passagiers evenals de personen die ze begeleiden, krijgen geen warme of alcoholische dranken aan boord en geen metalen bestek [1 ...]1.
----------
(1)<MB 2019-06-20/09, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 22-07-2019>
Art.5.[1 Aan boord mogen slechts dwangmiddelen gebruikt worden van een model dat op een lijst staat, goedgekeurd door de Directeur-generaal op voorstel van de Minister van Binnenlandse Zaken.]1
Het gebruik van [1 dwangmiddelen]1 moet strikt uitzonderlijk blijven in het bijzonder tijdens het opstijgen en landen van de luchtvaartuigen.
Het gebruik ervan wordt, ten uitzonderlijke titel als voorzorgsmaatregel, beslist door de gezagvoerder en hiervoor mag hij de bijstand van passagiers verzoeken of hen tot het verlenen daarvan machtigen overeenkomstig artikel 6 van het Verdrag van Tokyo, om deze maatregel uit te voeren.
Tijdens de vlucht mag ieder passagier daarentegen, ook zonder zodanige voorafgaandelijke machtiging, redelijke voorzorgsmaatregelen nemen indien hij redelijke gronden heeft om aan te nemen dat zulk een optreden onmiddellijk noodzakelijk is voor de veiligheid van het luchtvaartuig of van de personen en goederen aan boord. Voor de toepassing van dit besluit wordt het luchtvaartuig geacht zijn vlucht te hebben aangevangen op het ogenblik waarop het zich aan het begin van de startbaan bevindt en de opstijgingsprocedure aanvangt.
[1 In geen geval mag de passagier met behulp van dwangmiddelen vastgemaakt worden aan een vast voorwerp in het luchtvaartuig.]1
----------
(1)<MB 2019-06-20/09, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 22-07-2019>
Art.6.Het gebruik van dwangmiddelen waardoor de veiligheid van het luchtvaartuig, de bemanning of de passagiers, met inbegrip van de [1 INAD/ANAD of DEPO,]1 in het gedrang kan gebracht worden is verboden, inzonderheid :
1° het totaal of gedeeltelijk afsluiten van de ademhalingswegen;
2° het toedienen van kalmerende middelen of gelijk welk geneesmiddel met het oog op het bedwingen van de persoon tegen zijn wil in.
----------
(1)<MB 2019-06-20/09, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 22-07-2019>
Art.7.
<Opgeheven bij MB 2019-06-20/09, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 22-07-2019>
Art.8. De gedetailleerde modaliteiten inzake de inschepingsprocedure en inzake de beveiligingsmaatregelen geldend aan boord worden door de luchtvaartmaatschappij opgenomen in het veiligheidshandboek en het vluchthandboek (FOM), na goedkeuring door de Directeur-generaal van het Bestuur van de Luchtvaart. Iedere wijziging wordt hem voor akkoord voorgelegd.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.9. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
BIJLAGE.
Art. N.
<Opgeheven bij MB 2019-06-20/09, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 22-07-2019>