2 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage voor de uitoefening van hogere functies aan het statutair varend personeel van de Regie voor Maritiem Transport in vereffening en van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, ter beschikking gesteld voor tewerkstelling aan boord van een snelle ferry of een vrachtschip.
Art. 1-6
Artikel 1. De varende statutaire personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport in vereffening en van de afzonderlijke formatie binnen het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, ter beschikking gesteld voor tewerkstelling aan boord van een snelle ferry of een vrachtschip, die belast zijn met de uitoefening van een hogere functie ontvangen een toelage voor elke reis heen en terug tussen Oostende en een Britse haven, alsook voor elke reis heen en terug tussen een Franse kanaalhaven en een Britse haven.
De toelage is gelijk aan een breuk van het maandelijks bedrag van de plaatsvervangingtoelage berekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen. Die breuk bedraagt 1/30 voor de bemanningsleden van een snelle ferry en 1/15 voor de bemanningsleden van een vrachtschip.
Art.2. De toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald.
Elke prestatie die een gedeelte van een uur omvat, wordt afgerond tot het volgend uur, indien het gedeelte gelijk is aan of meer beloopt dan 30 minuten. Het gedeelte valt weg indien het deze duur niet bereikt.
Art.3. De in artikel 1 bepaalde toelage wordt niet verleend aan personeelsleden die de voordelen genieten van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 waarbij de toekenning van de toelage voor de uitoefening van hogere functies wordt geregeld.
Art.4. Het bedrag van de in artikel 1 bepaalde toelage valt onder de mobiliteitsregeling van toepassing op de wedde van de ambtenaren van de ministeries. Ze wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1997 tot 28 februari 1999 voor wat de statutaire personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport in vereffening betreft en met ingang van 1 maart 1999 voor wat de statutaire personeelsleden van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur betreft.
Art. 6. Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 december 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Mobiliteit en Vervoer,
Mevr. I. DURANT